Moloko – Familiar Feeling
Intro/Couplet/Refrein/Slot
Tijd
Eerste gedeelte
Intro 0:00 – 0:15
Refrein 0:15 – 2:07
Slot 2:07 – 2:15
Tweede gedeelte
Intro 2:15 – 2:38
Couplet 2:38 – 3:22
Refrein 3:22 – 3:50
Tussenstuk 3:50 – 4:06
Couplet 4:06 – 4:33
Tussenstuk 4:33 – 4:49
Refrein 4:49 – 5:18
Refrein 5:18 – 5:47
Slot 5:47 – 6:31
Maatsoort 2/4
Opmerking In dit lied zitten bijna net zoveel maten als seconden, dus heb ik ervoor gekozen geen maten te noteren maar seconden.
Toonsoort G groot
Muzieksoort Mengeling van dance- en popmuziek
Vocalen Alt (eerste stem) ♀
Bas (tweede stem) ♂
Koor
Instrumentatie Keyboard
Basgitaar
Elektrische gitaar
Drums
Eerste gedeelte
INTRO: [0:00 – 0:15] Het keyboard speelt lang aangehouden, continu doorklinkende en op elkaar aansluitende basnoten waarboven een ‘vage’ melodie klinkt; de basgitaar speelt één enkele toon op 0:08; de intro wordt op 0:16, nog steeds door het keyboard, afgesloten met een sprankelfris geluidje met een hoog Eftelinggehalte, die gedurende het hele eerste gedeelte terugkeren.
REFREIN: [0:15 – 2:07] Het volume van het keyboard neemt af, de lang aangehouden noten blijven; de basgitaar begint, gelijk van ritme met een funky melodie, ongeveer in deze vorm: |__________|__________|__________|__________| ;
op de 23e seconde klinkt eenmaal een stuk slagwerk, een soort ratel, en een ander stuk droog klinkend slagwerk, ongeveer in het volgende ritme:
|__________|__________|__________|__________| ;
in de 25e seconde valt de zangeres in, sereen zingend met vage, zachte stem; in de 32e seconde valt een nieuw stuk slagwerk in met de vorm: |__________|__________|__________|__________| ;
Op 0:37 begint het stuk pas echt te swingen als de basgitaar zijn laagste noot, twee keer zo hard begint te spelen (het effect kan het best omschreven worden als ‘pompend’) en tegelijk met de basgitaar neemt het stemvolume van de zangeres toe; het koor echoot: ‘feeling’ op 0:46 (en op 0:53, 1:01, 1:08, 1:15, 1:18 en 1:26); even eerder, op 0:42, start het keyboard een nieuw rifje dat klinkt als regelmatig vallende druppels water; op 0:50 begint de elektrische gitaar akkoorden te spelen in een tegenritme van het slagwerk.
Op 1:02 neemt het algemene volume nogmaals toe; een tweede stem valt in, een mannenstem die tegelijk met de zangeres, op dezelfde toonhoogte, zingt; nieuwe variaties van het keyboard worden toegevoegd; het keyboard speelt weer lang aangehouden, relatief harde noten vanaf 1:18.
Op 1:28 verandert de intro. Het algemene volume neemt weer toe; de zangeres ‘laat zich gaan’ en blijft, bijgestaan door een spookachtige tweede stem, aan het woord; de lang aangehouden noten van het keyboard nemen bijna exponentieel in volume toe; de melodie werkt zich langzaam omhoog naar een climax.
SLOT: [2:07 – 2:15] Op 2:13 dreunt het slagwerk mee in een afsluitend ritme, zes harde ‘dreunen’ in circa anderhalve seconde, dan valt ook het keyboard in en samen spelen ze in dezelfde tijd tien van die ‘dreunen’; er valt een toepasselijke stilte die zegt: wordt vervolgd!
Tweede gedeelte
INTRO: [2:15 – 2:38] Deze wordt ingeluid met een keiharde slag op een crash cymbaal, vergezeld van een hard keyboard. Alleen een noot uit de partij van het keyboard overleeft de kakofonie. Op 2:24 valt de zangeres weer in, nu met een minder engelachtige maar meer menselijke stem; tegelijk valt de elektrische gitaar in met een begeleidend stukje bestaand uit akkoorden, die ofwel in zijn geheel ofwel snaar per snaar aangeslagen worden; op 2:35 valt het eerste stuk slagwerk van het eerste gedeelte weer in.
COUPLET: [2:38 – 3:22] De zangeres is definitief afgedaald uit de hogere sferen van het eerste gedeelte en staat weer met beide benen op de grond; de basgitaar speelt nu een eigen ritmische melodie, lekker springerig van laag naar hoog en van hoog naar laag; de elektrische gitaar speelt, los van de basgitaar of drums, ritmisch vreemd akkoorden: ze lijken wel spastisch aangeslagen; op 2:54 valt het tweede stuk slagwerk van het eerste gedeelte weer in. Vanaf 3:08 speelt het keyboard een nieuw ritmisch stuk, ongeveer in de volgende vorm:
|__________|__________|__________|__________| ; het couplet wordt in 3:21 afgesloten door een kenmerkend stukje slagwerk, dat we nog vaker zullen horen, dat het best kan worden omschreven met woorden als: ene, een-tweeje.
REFREIN: [3:22 – 3:50] De lang aangehouden noten van het keyboard zijn terug, maar nu volgen ze de zangeres; het koor zingt samen met haar ‘ever speaking’ aan het einde van de zin die ze vier keer zingt; het keyboard benadrukt die tekst voortdurend met een rifje; door het keyboard, het koor en de zangeres zelf lijkt het alsof ze ‘helemaal los’ gaat; het refrein wordt afgesloten met een dalend ‘riedeltje’ (net zo’n woord als rifje, riebeltje, dingetje, frutseltje en ritmisch vormpje) dat het einde van het refrein betekent en dat we ook nog vaker zullen horen.
TUSSENSTUK: [3:50 – 4:06] Twee nieuwe melodieën van het keyboard worden ingezet: nummer één is een als een viool klinkende, op zichzelf staande melodie, begeleid door een tweede melodie, bestaande uit drie dalende noten die op 3:57, 3:59, 4:01, 4:03 en 4:05 klinken.
COUPLET: [4:06 – 4:33] Klinkt als het eerdere couplet; het koor begeleidt de zangeres nu in het grootste deel van haar teksten; op 4:19 klinkt dan eindelijk ‘het kenmerkende stukje slagwerk dat het beste kan worden omschreven met woorden als: ene, een-tweeje.’
TUSSENSTUK: [4:33 – 4:49] Hier valt alles stil, behalve de zangeres die ons kennelijk iets speciaals te zeggen heeft (vandaar dit speciale tussenstuk), de basgitaar die vrolijk doorspeelt en een nieuw riebeltje van het keyboard; vanaf 4:42 zingt het koor mee en versterkt de basgitaar zijn ‘pomp’-noten; op het einde klinkt het afsluitende ‘ene-tweeje’ van de drums.
REFREIN: [4:49 – 5:18] Klinkt precies hetzelfde als het eerste refrein; het ‘dalende riedeltje’ van het keyboard sluit het refrein af.
REFREIN: [5:18 – 5:47] Klinkt ongeveer als het eerste refrein; er is, alleen de eerste keer, een kleine variatie in de keyboardpartij; vanaf 5:35 wordt de zangeres moe en laat twee keer stukken tekst weg; het koor bestaat uit meelopers en doet precies hetzelfde; het ‘dalende riedeltje’ van het keyboard sluit het refrein af.
SLOT [5:47 – 6:32] Alles valt weg, behalve de eigenzinnige baspartij die vrolijk verder speelt en de elektrische gitaar; een nieuwe ritmische vorm van onbestemd kaliber van het keyboard valt in; vanaf 6:16 klinkt een vioolachtig, uit drie noten bestaand stuk op, dat langzaam in volume stijgt, samen met de nieuwe ritmische vorm van onbestemd kaliber.
Dan is het echt bijna uit: alles valt weg behalve het keyboard: vier noten (twee keer hetzelfde paar noten) sluiten snel het stuk.
Evaluatie en Mening
Met de koptelefoon op, thee erbij en de muziek in mijn kop heb ik me verdiept in dit swingende nummer, en met heel veel plezier heb ik gewerkt aan deze leuke opdracht.
Dat klinkt misschien wat té enthousiast, maar drie factoren zorgden ervoor dat ik ’t erg leuk vond: a) ‘muzikale analyse’ klinkt nogal eng voordat je er aan begonnen bent, b) een paar dagen geleden heb ik (tot diep in de nacht) gewerkt aan een uitermate saai werkstuk voor KCV (dit contrasteert nogal) en c) na een klein concertje in de muziekschool vanavond vind ik het extra leuk om met muziek bezig te zijn, ondanks, of misschien wel juist omdat ik erg slecht speelde (nadere informatie op te vragen bij Dion Bossers en Pepijn van den Burgt, had ook een solistenoptreden).
Ik hoop dat het een beetje een leuke, maar vooral goede analyse is geworden.