Die letzte Hürde
173
1. und wir wußten immer noch nicht, wohin.
2. Die bungalows lagen malerisch an einem mit Kakteen und Olivienbäumen bewachsenen Hang, das Meer gleich vor der Tür.
3. knüpften wir erste Kontakte zu den “ragazzi italiani.
4. Auch unsere kulturellen Bedürfnisse wurden gestillt.
5. Und wo sollte uns das wohl besser gelingen als am weissten Sandstrand von Casalvelino!
6. Gegen Mitternacht ging’s in die Disco.
7. Die Teamer, die uns betreuten, hatten ständig ein Auge auf ihre Gruppen.
174
1. falsch
2. falsch
3. richtig
4. richtig
5. richtig
6. richtig
176
1. D
2. C
3. H
4. E
5. A
6. G
7. B
8. F
178
1. Immer mehr volljährige Kinder weigern sich aus Bequemlichkeit, zu Hause auszuziehen: steeds meer meerderjarige kinderen weigeren uit gemakszucht, het huis uit te gaan.
2. Daβ ihr Sohn nach dem Abitur das Elternhaus verlassen werde:
dat haar zoon na het eindexamen het ouderlijk huis verlaat.
3. Selbst wenn die jungen Heimkehrer und Sitzenbleiber zuweilen als > Muttersöhnchen < gehänselt werden:
zelfs als de jeugd terugkerend en zittenblijvend soms als moederskindje geplaagd wordt.
4. Diese Schicht verfüge in der Regel über so geräumige Wohnungen, daβ ein längeres Verweilen des Spröβlinge möglich sei, ohne daβ man einander allzusehr auf die Nerven gehe: deze dienst schikt over het algemeen over zulke ruime woningen, dat een langer verblijf van de jeugd mogelijk is, zonder dat men elkaar erg op de zenuwen werkt.
5. Bisher galt als gesichert, daβ junge Erwachsene die erste Gelegenheit zum eigenständigen Wohnen wahrnehmen:
tot nu toe gold van zelfsprekend, dat jonge volwassenen de eerste gelegenheid om zelfstandig te wonen benutten.
6. In den 80ern gedieh der Single-Kult:
in de jaren 80 gedeid de single-cultuur.
7. Die neue Generation indes belegt schon allein durch Äuβerlichkeiten, daβ jenes aufmüpfige Nichts-wie-raus-Gefühl einem Harmoniebedürfnis gewichen ist:
de nieuwe generatie benadrukt alleen door uiterlijk dat het weerspannige niet-uit-huis-gevoel een harmonische behoefte is.
8. Als student für Volkswirtschaft rechnete er aus, > was angenehmer ist: sich einen Wagen leisten zu können:
als economiestudent rekent hij uit, wat aangenamer is: zich een auto te kunnen perimiteren.
9. Obkunsum- oder karrierorietiert, im KostrenNutzen-Kalkül der Twens spielt auch> lebensangst eine wichtige Rolle<: Of consumptie- oftewel carrieregericht, bij kosten- behoeften inschatting speelt ook levensangst een belangrijke rol. 10. Den Zug zum heimischen Herd erklären Sozialforscher auch mit einem tiefgreifen Wandel herkömmlicher verhaltensmutser: de reis naar huis en haard verklaren sociale onderzoekers ook met een ingrijpende kentering van het tratitionele gedrag. 11. Ist in den letzten Jahrenzwar geringer geworden, doch so rundherum wohl fühlen sich weder Eltern noch ihre Nesthocker: is in de laatste jaren zeer gering geworden, toch zo rondom zich op zijn gemak voelen, doen dat noch de ouders, noch de kinderen. 12. Wer sich an der elterlichen Schonraum gewöhnt, der wird Schwierigkeiten haben, die Erwachsenrolle zu übernehmen: wie in het ouderlijk huis blijft wonen, zal het moeilijk worden de ouderlijke rol over te nemen. 180 1. n 6. d 11. i 16. p 2. o 7. l 12. h 17. r 3. b 8. e 13. j 18. t 4. m 9. a 14. g 19. q 5. c 10. f 15. k 20. s 181 1. richtig 2. richtig 3. falsch 4. richtig 5. falsch 6. falsch 7. falsch 8. richtig 182 c g e f b a d 183 Wörter Wörterbuch A. bestellen bestellen anstrengend inspannend beliebig willekeurig B. querschnitts- doorsnee lam gelähmt C. Landwirt landbouwer D. Vorschlag voorstel trennen afscheiden bestand darauf erop bestand E. ins Schleudern in de centrifuge F. geeigneter geschikte G. bremsen remmen 185 1. a 6. b 2. a 7. a 3. b 8. b 4. a 9. a 5. a 10. b 187 In die Worten: - Freiheit - Einigkeit - Brüderlich 189 1. falsch: boeventaal 2. richtig 3. falsch: openbaarheid 4. richtig 5. falsch: zachtere 6. falsch: zij die uit de kliniek ontslagen zijn 7. richtig 8. falsch: door het lint gaat 190 1. falsch 2. richtig 3. falsch 4. falsch 5. falsch 6. richtig 7. richtig 192 1. falsch 9. falsch 2. falsch 10. richtig 3. richtig 11. richtig 4. falsch 12. richtig 5. falsch 13. richtig 6. falsch 14. falsch 7. falsch 15. richtig 8. richtig 16. falsch 194 1. a 5. b 9. b 2. a 6. a 10. c 3. c 7. b 11. b 4. b 8. a 12. a 196 1. Een lekkere bak cappuccino. 2. Mensen die daarna nog de kroeg ingaan. De jongeren komen hier als een soort ritueel. Eerst met z’n allen wat drinken in het tankstation en dan samen door naar de stad. 3. Als een soort hangplek voor jongeren. 4. Ze komen er om drinken te kopen, omdat het in de disco of kroeg veel duurder is dan in de benzinepomp. 5. Negatief, want ze zorgen ervoor dat hij een megaomzet krijgt, terwijl hij hen aankijkt alsof ze stom zijn. 6. Hij heeft vaak te maken met overlast, omdat de jongeren rumoerig en soms dronken zijn. Ze gooien het afval vaak niet in de vuilnisbak, maar gewoon op straat of laten het binnen op de tafels staan. 7. Het verpest zijn omzet, want het bier kost in de benzinepomp de helft van wat het in de discotheek kost. 8. De mensen die willen tanken zullen niet meer bij hem tanken. 9. Energydrinks, Maggi-Pastasnack, Pfanni-Bauernfrühstück, Sheba-Katzenfutter, pinkfarbenen Plüschschweinen. Dit zijn allemaal dingen die ook in de supermarkt te koop zijn. 10. Nee, de benzinepomp is relatief duur, vooral vergeleken met de supermarkt. 11. - Het is trendy om te kopen in een benzinepomp. - Het is makkelijk om even snel iets te kopen. - Je komt er veel bekenden tegen. 12. Live concerten. 198 1. b 7. b 13. a 2. c 8. d 14. d 3. a 9. a 15. b 4. a 10. c 16. c 5. c 11. d 17. c 6. b 12. a 18. a