Selecteer een pagina

Mariëlle voelt zich niet lekker op school dus brengt Christa haar naar huis. Mariëlle zegt dat ze morgen wel weer beter is, maar de volgende dag is de plek naast Christa toch nog leeg. Ze gaat die middag naar Mariëlle toe. Hoe de moeder van Mariëlle praat daar zou Christa nou doodziek van worden, zo paniekerig praatte ze.
De volgende dag komt de dokter bij Mariëlle. Na wat onderzoeken zegt hij dat Mariëlle misschien maar moet worden opgenomen in het ziekenhuis. De volgende dag rijden ze naar het ziekenhuis. Daar wordt ze naar kamer 413 gebracht. Ze ligt met nog 3 andere mensen op de kamer namelijk Toos, Hetty en Nora, het zijn allemaal volwassenen. Als er weer een dag voorbij is, komt Christa ‘s avonds net voor het bezoekuur naar Mariëlle.
Mariëlle krijgt een EEG-onderzoek, een hersenonderzoek. Dan mag Christa opeens niet meer bij Mariëlle op bezoek omdat Mariëlles moeder zegt dat ze een verkeerde invloed heeft op haar dochter. Tegen Mariëlle zegt haar moeder dat Christa een griepje heeft. Na nog zo’n 6 dagen waarin van alles gebeurt moet ze naar het Academisch Ziekenhuis voor een onderzoek. Als ze weer terug is valt ze meteen in slaap.
De volgende dag hoort ze dat ze nog een keer naar het Academisch Ziekenhuis moet. Als Christa op bezoek komt, is Mariëlle aan het inpakken. Christa vraagt of ze naar huis mag, maar Mariëlle zegt, dat ze dat niet weet maar dat ze gewoon naar huis gaat. Ze heeft genoeg van dat vervelende ziekenhuis en dat haar ouders Flexie (haar poes) weg willen doen omdat ze er allergisch voor kan zijn. Ze heeft er genoeg van, even zijn de rollen omgekeerd, nu is het Mariëlle die graag naar huis wou en Christa die niet wist of ze dat wel moest doen als ze nog ziek was. Maar ze gingen toch, ze belden een taxi en reden naar huis. Mariëlle viel uit tegen haar ouders over Christa, Flexie, medicijnen en alles. De volgend ochtend ging ze gewoon weer naar school en ‘s middags ging ze op bezoek bij Toos en Hetty.

Mariëlle voelt zich niet lekker onder de les dus vindt Christa dat Mariëlle maar naar huis moet gaan. Christa brengt haar naar huis, Mariëlle’s moeder is er al, die belt meteen de dokter op want ze is bang dat er iets ergs is. De dokter zegt dat het gewoon een griepje is en dat ze drie dagen moet blijven liggen, wat aspirientjes moet slikken en dat het dan weer over is. Maar Christa maakt zich zorgen over haar vriendin. Kan een dokter wel over de telefoon constateren dat het alleen maar een griepje is? Mariëlle’s moeder gaat chocolademelk maken maar Christa moet weer naar school. Marriëlle zegt tegen Christa:” Morgen ben ik beter”.
Maar de volgende dag zit er niemand naast Christa, want Mariëlle is nog ziek.

Dit stukje heb ik gekozen omdat het zo vol zelfvertrouwen zit. Mariëlle weet helemaal niet wat haar nog te wachten staat anders zou ze dat ook niet zeggen, maar toch klinkt het alsof ze er alles van af weet. De volgende dag is ze nog gewoon ziek. Ze denkt dat het gewoon een eendaags ziekte is. Het lijkt alsof ze het zegt uit ervaring. Christa is erg bezorgd over haar vriendin en dat vind ik goed. Ze vindt dat dokter niet over de telefoon kan vaststellen dat Mariëlle een griepje heeft. Daar ben ik het mee eens. Maar Mariëlle ziet dat niet en die vertrouwt erop dat de dokter gelijk heeft maar toch heeft hij ook weer niet gelijk want ze zegt dat ze morgen weer beter is en een griepje duurt minstens drie dagen. Vol vertrouwen komen die woorden uit haar mond. Zonder eraan te denken wat de dokter zei over dat ze minstens drie dagen in bed moest blijven zegt ze toch dat ze morgen beter is. Dat vind ik het mooiste aan dat stukje, die zin, een zin vol vertrouwen.

Mariëlle is 16 jaar en zit in de vierde klas. Ze wordt ziek en ligt dan in het ziekenhuis. In het begin doet ze alles wat de dokters haar zeggen en ook wat haar ouders zeggen. Maar Christa, haar allerbeste vriendin zegt dat zij moet doen wat ze zelf wil en als ze weg wil, moet ze weg gaan. Maar dat durft ze eigenlijk niet. Totdat ze er wel genoeg van heeft. Ze wordt volgepropt met medicijnen, ze wordt onderzocht en ligt al 10 dagen in het ziekenhuis en weet nog steeds niet wat ze nou precies heeft. Dus ze gaat weer naar huis, trekt zich van niemand iets aan, maar gaat gewoon.

Dat vind ik goed aan haar: vol vertrouwen zeggen dat je morgen beter bent hoewel je daar geen reden voor hebt. Maar daarna wordt ze wel weer slapper en doet alles wat haar gevraagd wordt, maar uiteindelijk krabbelt ze toch weer terug op haar eigen benen en doet waar ze zin in heeft. Weer vol vertrouwen dat ze het kan. Ze heeft er niet altijd moeite mee dat ze ziek is. Haar ouders en Christa lijken bezorgder over haar dan zij is over zichzelf. Ze zegt de hele tijd: ”morgen ben ik beter“ of “volgende week ben ik weer gewoon op school.” Toch nog vol vertrouwen ook al weet ze niet wat ze heeft en of ze nog ooit beter wordt. Ondanks dat Mariëlle ziek is en in het ziekenhuis ligt, zou ik toch op haar willen lijken. Zo vol vertrouwen zou ik daar ook wel willen liggen.

Christa is ook 16 jaar en zit naast Mariëlle in de klas. Als Mariëlle ziek wordt, maakt Christa zich ernstig zorgen. Over of de dokter wel gelijk heeft en of het voor Mariëlle wel goed is om in het ziekenhuis te liggen en onderzocht te worden of dat ze niet veel beter thuis zou kunnen zijn. Ze piekert er elke dag over. Als ze dan niet meer bij haar beste vriendin mag komen omdat ze gezegd heeft dat Mariëlle veel beter thuis zou kunnen liggen, wordt ze kwaad maar blijft bezorgd. Ze heeft die moeder van Mariëlle nooit echt aardig gevonden, al helemaal niet vanwege de manier waarop ze praat, zo paniekerig, vreselijk vindt ze dat. Ze gaat toch naar Mariëlle toe en legt alles uit. Mariëlle wordt vreselijk kwaad op haar moeder en zegt dat ze zelf wel kan beslissen of Christa mag komen of niet. Christa maakt zich nog steeds zorgen over haar vriendin. Het wil haar maar niet los laten.

Ik zou absoluut niet op Christa willen lijken. Het lijkt me vreselijk om met dat gevoel rond te lopen, je zo erg zorgen te maken. En dan ook niet meer op bezoek te mogen komen. Dan zou het me toch echt te erg worden. Al helemaal als je er dan ook nog achterkomt dat je vriendin dat helemaal niet wist. Ook al zit Christa wel vol met vertrouwen in Mariëlle, maar niet vol vertrouwen in de dokters, zou ik toch niet op haar willen lijken. Ze is dan wel dapper, aardig, bezorgd maar toch niet. Want het lijkt me heel erg om zo bezorgd te zijn en dan niet eens op bezoek mogen komen.

Het is een fantastisch mooi boek, en het boek heeft me wel aan het denken gezet. Vooral over ziekte en medicijnen. Dokters geven dus niet altijd de medicijnen die goed voor je zijn, maar soms dus ook waar je rustig van wordt. Maar die beter niet kunnen worden gebruikt. En dat ziektes soms niet zo erg zijn, maar omdat iedereen zegt dat het erg is en dat je allemaal onderzoeken moet ondergaan. Kan het soms erger lijken dan het is. Het is zo levendig geschreven dat als ze zouden zeggen dat dit echt gebeurd was, zou ik het zo hebben geloofd zonder ook maar enige twijfel te hebben gehad.