[b]Skadi[/b]
Hoewel in 1926 te Rotterdam een studentenroeivereniging werd opgericht, kreeg deze pas twee jaar later een naam, te weten “Skadi”; over het wie en waarom van deze naam een kleine toelichting.
In 1928 bestonden er 6 (corporale) studentenroeiverenigingen, allen met een naam afgeleid uit ofwel de Griekse (Argo, Nereus, Triton) ofwel de Noorse (Aegir, Laga, Njord) mythologie. Waarschijnlijk werd er daarom besloten de nieuwe vereniging nog een naam uit de mythologie te geven. De reden om juist “Skadi” te kiezen ligt in het feit, dat deze in de Rotterdamse kleuren groen / wit wordt afgebeeld met als (jacht) attributen een blinkende speer en scherp gepunte pijlen. Bovendien ligt “Skadi” makkelijk in de mond, vond men destijds.
Skadi is een Godin afkomstig uit de Noorse mythologie. Als Godin komt Skadi verschillende keren voor in de goden sage’s, doch is ze vooral bekend door de gewelddadige dood van haar vader Thjadzi en haar huwelijk met Njord. De vader van Skadi, Thjadzi, een reus, werd vermoord door de Lokieender Azen (goden).Skadi wilde de dood van haar vader wreken, greep haar wapens en ging naar de Aasgaard, te Azenburcht.
De Azen bevreesd voor de woede van de reuzen (Thjadzi was een zeer rijk en machtig man geweest) en zich ook schuldig voelend, boden haar een zoenoffer aan, welk eruit bestond dat ze zich een eega uit bun midden mocht zoeken. Maar Skadi mocht alleen de voeten van de mannen zien en moest daaruit haar keuze bepalen. Ze zag een paar fraai gevormde voeten, welke aan Balder, de man op wie ze verliefd was, moesten toebehoren en koos deze. Ze waren echter niet van Balder, de lieveling der goden, maar van Njord.
Njord en Skadi konden het niet goed met elkaar vinden. Skadi wilde in haar oude huis in Trymheim wonen, maar Njord hield niet van de bergen en hield meer van de zee. Ze besloten toen afwisselend op Trymheim en Noatun te verblijven. Maar als Njord negen dagen in Trymheim was geweest, had hij meer dan genoeg van de bergen: ik walg van de Bergen, blijf er niet lang.’slechts negen nachten.
Verfoeilijk vind ik het wolvengehuil vergeleken met het zwanengezang. Skadi verging het net zo. Als ze negen nachten op Noatun had gewoond, klaagde ze over slapeloosheid: Ik kon geen slaap vatten bij de zeekaap door het gekrijs der vogel’. Vanaf het water ontrukten de meeuwen me elke morgen van mijn slaap. Zodoende zijn ze gescheiden.Skadi keerde terug naar Trymheim, waar ze kon skiĆ«n en op jacht gaan.
[b]Geschiedenis[/b]
In 1928 (op 28 oktober) was het zover: de oprichting van een roeivereniging in Rotterdam, de R.S.R.V. “Skadi”. Na eerst bij de roeivereniging “De Maas” ingewoond te hebben, werd in 1949 een eigen loods betrokken, opdat er toen een geheel zelfstandig beleid kon worden gevoerd.
Een zelfde ontwikkeling zien we ook bij de (R. V. S. V.) dames -roeivereniging R.V.S.V. Phecda, welke, hoewel feitelijk pas omstreeks 1940 begonnen, pas in 1967 officieel werd opgericht. Na enige jaren van bloei is ze echter stilzwijgend in Skadi opgegaan. Ondertussen was er in 1961 de A.R.S.R. & Z.Hades opgericht, een studentenroeivereniging, die zijn bestaansrecht ontleende aan het feit dat bij Skadi niet-corporale leden niet mochten deelnemen aan wedstrijderoeien. Hades logeerde bij logeervereniging “Nautilus”, doch daar had daar al spoedig te kampen met gebrek aan ruimte.
Ook Skadi had problemen met de huisvesting, daar zij door de aanleg van het kleinpolderplein moest verhuizen. Dit leidde in 1968 tot de bouw van de loods aan de Noorderkanaalweg, alwaar in de ene vleugel Skadi / Phecda werden gevestigd, en in de andere Hades. In dat jaar kwam tevens bootsman Dhr. Lievense, die jarenlang de vloot heeft onderhouden. (In 1947 werd de eerste boot gedoopt). Ondanks de oorspronkelijke grote rivaliteit bleek dat ook hier ” eendracht maakt macht “gold , zodat in 1976 beide verenigingen fuseerden tot de Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging Skadi.
Bron: www.skadi.nl