Titelverklaring:
Ik heb het op Internet gezocht en het titel van het boek: ’’Het dolhuis’’ staat voor het gekkenhuis waar Winkler Brockhaus enige tijd verblijft.
Persoonlijke reactie:
Ik had dit boek gekozen omdat ik de titel interessant vond en ik heb nog nooit eerder een boek van deze auteur gelezen dus ik dacht laat ik het maar gaan proberen en ik kreeg zeker geen spijt van.
Dit is een van de mooiste boeken die ik tot nu toe heb gelezen en ik raad het aan iedereen aan.
Samenvatting:
Winkler wordt als kleine jongen seksueel misbruikt door zijn vader, hij heeft echter niet in de gaten dat dit ‘fout’ is. Om te voorkomen dat zijn vader hem nog meer misbruikt, stuurden zijn moeder, de politie en de dokters hem naar een gekkenhuis. Hier wordt hij net als alle andere “patientjes”, geslagen en geestelijk misbruikt. Winkler heeft geen idee waarom hij in de inrichting zit. Hij snapt niet dat mensen denken dat hij gek is. Ook niet wanneer hij uit Huize Kindervrede komt.
Op latere leeftijd heeft nog altijd een diep litteken over van het dolhuis. Hij wil graag dood en heeft dit ook al meerder malen geprobeerd.
Jaren loopt hij met de vraag wat er tussen hem en zijn vader was, waar zelfs zijn moeder hem eerst niets over wil vertellen.
Uiteindelijk krijgt hij antwoord op deze vraag van zijn moeder en mevrouw Sprong.
Personages:
Winkler Brockhaus:
Winkler is vóór zijn opname een rustige, onbezorgde jongen. Hij begrijpt niet waarom hij naar Huize Kindervrede moet. Als hij terugkomt is het contact met zijn vader voorgoed verstoord. Winkler blijft informeren naar de reden van zijn verblijf in Brabant en uiteindelijk verneemt hij de waarheid. Winkler is een rond karakter.
Vader Brockhaus:
Vader Brockhaus is een eigenaardige man. Winkler en heeft een verhouding met de veel oudere mevrouw Sprong. Hij kan pas gelukkig zijn als andere mensen ongelukkig zijn. Hij vindt het leuk om andere mensen te kwetsen. Vader Brockhaus is een rond karakter.
Moeder Brockhaus:
Moeder Brockhaus is ongelukkig getrouwd, maar wil niet van haar man scheiden. Ze heeft op jeugdige leeftijd in de prostitutie gewerkt en haar huidige man heeft haar uit ‘het leven’ gehaald. Ze weet van zijn seksuele escapades met mevrouw Sprong en Winkler. Pas na lang aandringen durft ze de waarheid over vader Brockhaus te vertellen. Moeder Brockhaus is een rond karakter.
Mevrouw Sprong:
Mevrouw Sprong komt als huishoudster inwonen bij de familie Brockhaus. Al snel blijkt dat ze al een jarenlange verhouding heeft met vader Brockhaus. Ze weet waarom Winkler uit huis geplaatst wordt en begeleidt hem naar Brabant. Later vertelt ze hem over haar verleden. Mevrouw Sprong is een rond karakter.
De vriendinnen en vrienden van Winkler zijn vlakke karakters. Ze worden niet uitvoerig beschreven en spelen een beperkte rol in het boek. Ook de ‘patiënten’, verpleegsters en psychiaters uit het gekkenhuis zijn vlakke karakters.
Plaats en ruimte:
De belevenissen van Winkler spelen zich hoofdzakelijk af in de slaapzaal van Huize Kindervrede. Het gekkenhuis is gevestigd in Brabant. Daarnaast spelen de bezoekjes van Winkler en zijn vader aan de Zonnehoekbeek (Zuid-Holland) een grote rol.
Tijd:
Het dolhuis speelt zich af in de jaren ’50.
Ik vind dat het verhaal word behandelt uit twee verschillende oogpunten,, namelijk uit:
– het kind oogpunt.
– het volwassenen oogpunt.
Hoofdthema:
De vader-zoonrelatie, die er de reden van is dat Winkler naar Huize Kindervrede moet. Daarnaast is het thema dood van groot belang in Het dolhuis. Winkler is getuige van Tommies dood en ook het overlijden van zijn vader maakt grote indruk op hem.
Taalgebruik:
De schrijver heeft korte moderne Nederlandse zinnen gebruikt.
Winklers emoties werden duidelijk beschreven waardoor ik een goed beeld kreeg van zijn karakter.
Het boek is gemakkelijk om te lezen omdat er geen moeilijke woorden zijn gebruikt.
Het verhaal bevat weinig beschrijvingen.
Perspectief:
Ik denk dat het een hij – perspectief is.
Verhaalopbouw:
Het boek is opgedeeld in twee delen. De ongenummerde hoofdstukken beschrijven afwisselend het verblijf van Winkler in het gekkenhuis en de volwassen Winkler. De hoofdstukken over Winklers jeugd zijn geschreven in chronologische volgorde en in de verleden tijd. De gebeurtenissen van de volwassen Winkler worden niet-chronologisch beschreven. Deel 1 bevat 23 hoofdstukken en deel 2 bevat 14 hoofdstukken, die gescheiden worden door een sterretje.
Wat mij opgevallen is dat het eerste deel begint met de tekst ‘Winkler Brockhaus en de dag’ en het tweede deel eindigt met ‘Winkler Brockhaus en de nacht’.
Er is geen ingewikkelde opbouw van het verhaal,
Het verhaal is spannend opgebouwd.
Er zitten weinig flashbacks.
Er zijn verhaallijnen en die zijn goed met elkaar verbonden
verhaal heeft een goed slot en dat past bij het de beschreven gebeurtenissen.
Gebeurtenissen:
Het verhaal bevat genoeg gebeurtenissen om me te laten boeien.
De gebeurtenissen zijn waarschijnlijk, geloofwaardig en spannend.
De gebeurtenissen zijn verrassend.
Er zit ook genoeg tempo in het verhaal.
Er staan in het verhaal gebeurtenissen dat ik niet zou willen meemaken.
In het verhaal kun je helemaal meeleven met de hoofdpersoon.
Het verhaal is niet herkenbaar
Leeservaringen beschrijven:
Het onderwerp vond ik wel interessant want zulke boeken heb ik nog nooit eerder gelezen.
Het onderwerp van het verhaal spreekt me wel aan want ik kan me wel voorstellen hoe Winkler leeft, hij moest naar gekkenhuis terwijl hij niet eens ziek was,, hij werd seksueel misbruikt door zijn eigen vader.
Het onderwerp was goed en grondig uitgewerkt.
Uit het verhaal blijkt geen bepaalde meningen over het verhaal.
Het verhaal heeft geen nieuwe kanten van het onderwerp laten zien.
Ik ben wel door het verhaal aan het denken gezet.
De auteur:
Boudewijn Maria Ignatius Büch wordt op 14 december 1948 geboren in geboren in Den Haag en groeit met zijn ouders en vijf broers op in Wassenaar. Op elfjarige leeftijd wordt de onhandelbare Boudewijn naar een psychiatrische inrichting in Brabant gestuurd. Hij ondervindt veel problemen van het slechte huwelijk van zijn ouders. Zijn vader heeft grote trauma’s overgehouden aan de oorlog. Als hij in 1960 weer thuiskomt, zijn zij gescheiden. Vader Büch pleegt na enkele mislukte pogingen uiteindelijk zelfmoord. Na een onafgeronde gymnasiumopleiding studeert Boudewijn Duitse en Nederlandse Letteren in Leiden. Hij schrijft poëzie, romans, reisverslagen en essays.
In 1976 debuteert hij met de gedichtenbundel Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. Zijn prozadebuut maakt hij in 1981 met De blauwe salon. Hij krijgt landelijke bekendheid met zijn reisverslagen. Daarnaast is hij een bekend criticus, schrijft hij columns en presenteert hij zijn eigen televisieprogramma. Bekende motieven in zijn werk zijn de vroege dood van zijn zoontje, homoseksualiteit en psychiatrie. Ook is hij een grote fan van Mick Jagger. Zijn werk De kleine blonde dood (1985) wordt in 1993 succesvol verfilmd, met Antonie Kamerling in de hoofdrol.
Ander werk van Büch is onder andere Dood kind (1982), Literaire omreizen: een idioticon (1983), Weerzien, een verhaal (1984), Blauw: een reisverhaal (1987), Brieven aan Mick Jagger (1988, in 1998 uitgegeven onder de titel Voorgoed verliefd) en De hel (1994).
Dit boekverslag werd geplaatst op 24-06-2007 door Miisz_maniiaq.