Selecteer een pagina

Het gouden ei
Titel: Het gouden ei
auteur: Tim Krabbé
Uitgeverij: Bert Bakker
Eerste druk: 1984
Bladzijden: 156
Verwachtingen en eerste reactie
Ik heb dit boek gekozen omdat het geschreven was door Tim Krabbé, ik wilde wel eens een boek van een bekende schrijver lezen. Het eerste boek waar mijn oog op viel was het gouden ei van Tim Krabbé, die heb ik dan genomen. Het was een boek van een bekende schrijver, daarom moest het wel goed zijn; en dat was het dan ook. Allereest vond ik het boek niet zo interessant, want het ging over een stomme rit naar de vakantiebestemming; dat was best wel saai en nam ongeveer twee van de vijf hoofdstukken in beslag.

Beknopte samenvatting en analyse
Rex Hofman en Saskia Ehlvest, rijden op 1 augustus richting Frankrijk om daar bij de Middellandse zee hun vakantie van hun leven te hebben, Rex plaagt Saskia wat en ze stoppen bij een (TOTAL) Benzinestation om te tanken. Drie jaar geleden, tijdens hun eerste vakantie, was hun benzine op geweest en had Saskia drie uur lang in de auto moeten blijven. De beklemming in het kleine zwarte hok van de auto had haar helemaal overstuur gemaakt; het herinnerde haar aan de nachtmerrie van het Gouden Ei.

Wanneer Saskia naar binnengaat om een blikje cola en pils te halen blijft ze lang weg. Rex wordt ongerust en gaat kijken waar ze blijft, hij komt tot de ontdekking dat ze verdwenen is en een zoektocht brengt geen oplossing.

Ramond Lemorne was altijd al een vreemde jongen. Als jongen was hij ervan overtuigd dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield en dat een daad onvermijdelijk is, eens je er aan gedacht hebt. Als man van middelbare leeftijd, gelukkig getrouwd met twee kinderen , heeft hij plotseling de gedachte of hij in staat zou zijn een misdaad te plegen. Hij kwam op die gedachte op het moment dat hij een kind van de verdrinkingsdood redde en bij zichzelf dacht: zou ik ook een misdaad, een moord, kunnen plegen? Hij verbouwt zijn vakantiehuisje en hij gaat experimenteren en repeteren. Elk onderdeel van de moord op een voor hem nog onbekende slachtoffer, elk detail van zijn idee, werk hij precies uit. Hij probeerde op een autoroute bij een tankstation met een mitella een vrouw naar zijn auto te lokken en bewusteloos te maken door een middel van een chloroform zakdoek (chemisch middel waar men bewusteloos van raakt). Als hij klaar is met het repeteren, hetgeen maanden tijd kostte, ontmoet hij Saskia. Helaas zien twee kampeerders dat hij Saskia heeft. Hij schiet ze koelbloedig dood: “Lemorne pakte het pistool uit het dashboardkastje en stapte uit. Hij koos een van de jongens als eerste en schoot hem dood.
Hij had de ander ook onmiddellijk dood willen schieten, maar de langzame manier waarop de onderlip van die jongen van zijn snorretje vandaan zakte sloeg hem met stomheid en het duurde een paar seconden voor hij weer schoot.” Daarna laadde hij de twee lichamen in de auto en dumpte ze in een meer.

Acht jaar later tijdens een vakantie in Marina di Camerota in Italië vraagt Rex Lieneke, zijn nieuwe vriendin, ten huwelijk. Dat werd beslist door een spelletje badminton tegen 2 Fransen. Rex had besloten dat als ze zouden winnen, hij Lieneke ten huwelijk zou vragen. Later op de avond heeft Rex het met Lieneke over Saskia. Rex zegt dat als Saskia er nu bij was, hij bij Lieneke zou blijven, maar als hij terugkon naar de tijd van het benzinestation, zou hij dat doen. ’s s’Nachts merkte Lieneke dat Rex een nachtmerrie had over het gouden ei. Dit alles is erg moeilijk voor haar. Saskia staat nog steeds tussen Rex en haar in.
Na die vakantie houd Rex nogmaals een advertentiecampagne in de Franse kranten. Lemorne komt er op af, hij doet Rex het voorstel om het mysterie op te lossen door hem hetzelfde te laten ondergaan, zijn eigen dood als gevolg. Rex stemt toe en na het drinken van een slaapmiddel bij het bewuste benzinestation, wordt hij wakker, opgesloten in een doodskist, hij is levend begraven. Lieneke heeft nog naar Rex gezocht maar hij was weg en werd nooit meer gevonden.
Analyse

Motieven
Het verhaal gaat vooral over de angst voor onwetendheid. De hoofdpersoon kan het niet verdragen dat hij niet weet wat er met zijn vriendin gebeurd is.
Dit is het best te merken in hoofdstuk vier, wanneer hij bereid is te sterven in ruil voor de informatie.

Personages
Rex Hofman: Rex is een rustige man. Hij vindt het erg leuk om spelletjes te spelen. Vooral gedachten- en woordspelletjes vindt hij erg leuk. “ Ook vindt hij het erg leuk om Saskia, zijn vriendin, te plagen. Sommige dingen van Saskia ergert hij zich geweldig aan, en niet altijd kan hij zich beheersen.
Later heeft hij daar altijd spijt van, en neemt hij zich voor om niet weer zo’n arrogante opmerking te maken. Hij beseft dat hij een hele leuke vriendin heeft. “Wat hou ik toch van haar,’ dacht hij terwijl ze met haar rieten mand door de deuren in de servicewinkel verdween. Er kwam een glimlach op zijn gezicht die hij vlug in de achteruitkijkspiegel bekeek, alsof het een cadeautje van haar was. Hij kon het naar vier jaar nog altijd niet geloven dat hij haar echt had.” Hij heeft het er dan ook erg moeilijk mee dat Saskia opeens verdwenen is. Zelfs als hij een nieuwe vriendin heeft denkt hij nog bijna elke dag aan Saskia. Op het eind van het boek gaat hij in op het krankzinnige voorstel van Lemorne, alleen maar om te weten te komen wat er met Saskia gebeurd is. “Wat is er met haar gebeurd?’ ‘Ik ben hier gekomen om u dat te vertellen. Maar er is maar een manie waarop ik dat kan doen. Door u hetzelfde te laten ondergaan.’ (…) ‘Dan ga ik dood,’ zei Rex. ‘Ja.’ ‘U bent gek.’ ‘Dat is niet relevant,’ zei Lemorne.” Rex verandert niet zoveel in het verhaal. Hij wordt hoogstens wat serieuzer. Wat uiterlijk betreft weten wij eigenlijk niets. We weten wel dat Rex negen jaar ouder was dan zijn vriendin Saskia.

Saskia Ehlvest: Saskia is negen jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie, houd niet van autorijden en droomde als kind al dat ze gevangen zat in een Gouden Ei. Daar kon ze alleen uitkomen, door tegen een ander Ei te botsen. Ook is bekend dat ze ‘roodgespoeld wriemelhaar’ heeft en dat ze ‘ongegeneerd ijdel’ is. Ook zij is een flat character omdat zij niet veranderd.

Lemorne : Raymond is een Franse scheikundeleraar. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Aan het eind van het verhaal is hij 49 jaar. Hij heeft zeer vreemde ideeën over het leven: zo vraagt hij zich af, hoe het is om van een flat af te springen. Hij redt een kind van de verdrinkingsdood en vraagt zich daarna af, hoe het is om iemand te doden. Hij doet dit dan ook zonder enig schuldgevoel. Hij houdt van het uitdenken van methoden en van experimenteren. Hij is een karakter, want hij blijft het hele verhaal hetzelfde .

Lieneke: Lieneke is de vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar naar Rex nachtmerrie over het Gouden Ei blijkt wel dat Saskia altijd tussen hen zal staan. Lieneke is eigenlijk alleen belangrijk omdat ze een relatie heeft met Rex, verder speelt ze geen grote rol in het verhaal. Ze is ook een karakter, want ze verandert niet in het verhaal.

Ruimte
Het verhaal speelt zich op drie verschillende plaatsen af: Het boek begint bij het benzinestation Total in Frankrijk. Het is een benzinestation met een veldje in de buurt waar Rex en Saskia uitrusten. Verder wordt er weinig over geschreven.
Een andere plaats die in het boek genoemd wordt is het meertje Marina di Camerota in Italië waar Rex en Lieneke op vakantie zijn. Ze beschouwen het strandje van het eilandje dat in het meer ligt als hun strand.
Bij de beschrijving van de geschiedenis van Raymond worden een aantal plaatsen in Frankrijk genoemd waarover niets verder verteld wordt. Wel wordt het tweede huisje van Raymond beschreven, wat hij helemaal opknapt: “Het huisje, afkomstig uit een tegenvallende erfenis van zijn vrouw, lag zesentwintig kilometer van Autun aan de rand van een gehucht dat Effours heette en direct aan de departementale weg, maar toch verscholen en alleen. Het bevatte drie kamers en een keuken en voor de deur bevond zich de trots: een oneffen grasveld ter grootte van een half voetbalveld, met aan de rand een akelig gat dat ooit had moeten veranderen in een zwembad.”
Tot slot wordt ook nog Rex’ huis kort beschreven; “Hij woonde in een flatgebouw aan de rand van Buitenveldert, even aan de overkant van een kanaal dat bij zijn geboorte nog de grens van Amsterdam was geweest.”
De ruimten zijn niet echt belangrijk voor het verhaal, omdat het thema van het boek weinig te maken heeft met die ruimten. Als je de kist en het gouden ei ook zou opvatten als ruimten in het verhaal, dan zijn die zeker wel belangrijk, omdat die zorgen voor het gevoel van opgesloten zitten, wat een belangrijk punt uit het boek is.
Het benzinestation, het meertje in Italië, het huisje van Raymond, de flat van Rex en de kist zijn beleefde ruimten, maar het gouden ei is een symbolische ruimte uit de droom van Saskia en Rex die de angst weergeeft voor het opgesloten zitten in kleine ruimten (claustrofobie).

Stijl
De taal in Het gouden ei is eenvoudig en simpel. Er wordt niet veel gebruik gemaakt van bijvoeglijk naamwoorden en er zitten ook geen ingewikkelde woorden in het verhaal. Dat blijkt ook uit het volgende citaat: “Een angst die de laatste jaren kwellender was geworden viel van Rex af: de angst dat de moordenaar zelf dood was, het raadsel voorgoed onoplosbaar.”

Thema
Het belangrijkste probleem in het boek is de verdwijning van Saskia en de invloed daarvan op het leven van Rex. Onzekerheid en eenzaamheid zijn twee belangrijke gevoelens. Ook het gevoel van opgesloten zitten en ergens nooit meer uit kunnen is een thema van het boek. Ik denk dat dit de belangrijkste thema’s zijn omdat de titel daar ook mee samenhangt en die gevoelens veel aan de orde worden gesteld in het boek. Het volgende citaat uit het einde van het boek geeft dit goed weer; ” Hij lag in een kist, levend begraven. Dat dit Saskia was aangedaan! Dat zij hier zo had gelegen, smekend dat hij haar zou komen redden, tegelijk zeker wetend dat hij niet kòn komen… De eenzaamheid hiervan! Kalm blijven, dacht hij, en een tomeloze paniek plantte zich voort in zijn bloedvaten, sneller dan zijn bloed. Kalm blijven, iets doen om te bedaren. Maar de gedachte dat wat kalm zou zijn hier jammerlijk opgesloten zou zitten maakte hem gek van angst. De wanden klemde hem vast, zonder hoop.”

Tijd
Het ‘heden’ van het verhaal is ongeveer 1984. De tijd die het verhaal zich afspeelt is vanaf het jaar waarin Raymond 16 is (1950) tot aan het moment dat Rex in de doodskist ligt (1984), dit is dus 34 jaar. Het verhaal wordt niet in chronologische volgorde verteld. Eerst vertelt het verhaal het moment waarop Rex en Saskia op vakantie gaan en Saskia vermist wordt. Het is voor de lezer dan nog niet duidelijk wat er met Saskia is gebeurd. Dan gaat het verhaal 8 jaar later verder bij Rex en Lieneke en besluit Rex om opnieuw naar Saskia te gaan zoeken. Vervolgens wordt de geschiedenis van Raymond verteld tot aan het moment dat hij Saskia in de auto bewusteloos maakt. In het volgende hoofdstuk gaat Raymond naar Rex toe en maakt hem duidelijk wat er met Saskia is gebeurd door met hem hetzelfde te doen. Nadat Rex door het slaapmiddel in slaap is gevallen wordt zijn droom beschreven en het volgende moment wordt hij wakker in de kist. Het laatste hoofdstuk gaat over de reacties van de omgeving op Rex’ verdwijning.

Deze volgorde is aangehouden om de lezer tot aan het einde van het boek in het ongewisse te laten over wat er is gebeurd met Saskia. Pas aan het einde van het derde hoofdstuk lopen de twee verhaallijnen, de verdwijning van Saskia en de geschiedenis van Raymond, in elkaar. En dan nog weet je niet wat Raymond dan precies van plan is met Saskia. Door de verschillende delen van het verhaal niet in chronologische volgorde te zetten is de schok des te groter als de lezer er achter komt wat er werkelijk gebeurd is.
van angst.

Titelverklaring
De titel “Het gouden ei” slaat op een droom die Saskia, de vriendin van Rex, ooit had. De droom beschrijft een ruimteschip, in de vorm van een gouden ei, dat doelloos door de ruimte zweeft. Je kan niet dood gaan. De enige manier om uit het ei te komen is door met het andere gouden ei te botsen. Dit andere gouden ei zweeft zelf ook ergens doelloos door de ruimte. Ontsnappen uit het gouden ei is dus eigenlijk onmogelijk. Dat blijkt ook uit het volgende citaat: “Toen ze klein was had ze wel eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een Gouden Ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar een hoop. Er vloog nog zo’n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!”.

Perspectief en verteller
De verteller is de auteur. Er wordt verteld over de verschillende personen, zonder dat er sprake is van een ik-figuur. Je ziet de gebeurtenissen wel als het ware vanuit Rex Hofman in de eerste 2 hoofdstukken. In het derde hoofdstuk wordt het verhaal vanuit het perspectief van Raymond Lemorne verteld, in het vierde hoofdstuk ligt het perspectief weer bij Rex en in het laatste hoofdstuk kun je de situatie lezen door de ogen van de mensen bij Rex in de buurt en de politie die niets afweten van wat er gebeurd is.

Eindoordeel en evaluatie
Het is een leuk boek om te lezen en het is ook niet een al te lang verhaal. Het was wel geinig om te lezen hoe Raymond de hele moord had voorbereid, en hoe hij Rex liet zien wat hij met Saskia had gedaan. Het boek is me altijd nog wel een beetje nagebleven.
Ik vond het een leuk boek om te lezen, want het had van alles : liefde, dood, wanhoop, enzovoort. Het maken van een boekverslag vond ik wel minder leuk, want het neemt zoveel tijd in die je veel leuker en beter kan besteden dan aan zo’n saai boekverslag.

Bronvermelding
anoniem 2006 ‘Boekverslag Tim KrabbeHet gouden ei’ http://www.scholieren.com/boekverslagen/3745
(28 november)
Website
Krabbé, Tim 1984’het gouden ei’ boek

Dit boekverslag werd geplaatst op 16-01-2008 door Dennis.