Selecteer een pagina

Economie in Balans Hoofdstuk 1 Méér, sneller, verder?

§ 1.3 Schaarste en welvaart

Schaarste: de spanning tussen de behoeften en de middelen om in de behoeften te voorzien
– Goederen zijn schaars als de mens middelen, zoals arbeid of grond heeft opgeofferd om die goederen te verkrijgen.

Sommige midddelen zijn niet alleen beperkt beschikbaar maar kunnen ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Met een bepaalde grondstof kun je bijvoorbeeld product A en product B maken. Als er meer van product A geproduceerd worden zullen er automatisch minder producten B zijn.

Goederen waarover iedereen moeiteloos kan beschikken hebben geen prijs. Dit zijn vrije of niet-economische goederen zoals zonlicht en zuurstof.

Welvaart: welvaart geeft aan in welke mate in behoeften van de mensen wordt voorzien door gebruik te maken van schaarse middelen.
– Welvaart neemt toe als de productiemiddelen zodanig worden gebruikt dat meer in de behoeften van de mensen wordt voorzien.

Welzijn: het persoonlijk welbevinden zonder dat het gebruik van productiemiddelen daarbij een rol speelt. Bijvoorbeeld de sfeer in huis en contacten en met vrienden.

Economisch proces: het geheel van productie, verdeling en consumptie van schaarse goederen en dienste

§ 1.4 Bestedingen

nettoloon = brutoloon – sociale premies – loonheffingen

Consumptie: de bestedingen van gezinnen
Investeringen: de bestedingen van bedrijven (meestal kapitaalgoederen)
Kapitaalgoederen: goederen die zich bevinden binnen het bedrijf

§ 1.5 Geldstromen

§ 1.6 Rekenen

Absolute verandering: de toe- of afname van iets
Relatieve verandering: de verandering ten opzichte van de oorspronkelijke waarde