Samenvatting
David Lurie is tweeënvijftig jaar oud en gescheiden. Hij leeft alleen en werkt als hoofdmedewerker Communicatieleer bij de Kaapse Technische Hogeschool (voorheen Universiteit van Kaapstad). Hij heeft drie boeken gepubliceerd in de loop van zijn carrière, de eerste over een opera, de tweede over Eros (de Griekse God van de liefde) en de derde over de engelse dichter Wordsworth. Lurie speelde de afgelopen jaren ook met het idee om een boek te schrijven over Byron, maar dat idee heeft hij laten varen. Hij wil nu een kameropera gaan schrijven over Byron.
Elke donderdag bezoekt hij het kleine flatje van Soraya, een prostituee. Op een dag komt hij haar tegen in een winkelstraat met haar zoontjes. Hun blikken kruisen en Soraya verdwijnt uit zijn leven. Ze vertelden elkaar nooit iets over hun privé leven, en deze ontmoeting heeft een inbreuk op de afstand tussen hen gemaakt. De ongeschreven regel tussen hen is verbroken en van de ene op de andere dag staat het flatje van Soraya leeg. Hij weet zichzelf geen raad meer op donderdag, en gaat onbewust op zoek naar iets anders.
Dan komt hij Melanie tegen, een 20-jarige studente die zijn college Dichters uit de Romantiek volgt. Hij nodigt haar uit voor een drankje, ze eten wat en op het einde van de avond omhelst hij haar. Daar had het bij moeten blijven, maar ze krijgen een affaire. Hij zoekt haar op, belt haar, stuurt haar rozen, en zij laat alles over zich heen komen. Ook als ze met elkaar naar bed gaan is ze opmerkelijk passief, alsof ze het eigenlijk niet wil. Op een dag komt ze hem opzoeken, om te vertellen dat ze geen examen kan doen, met haar vriendje bij zich. Vanaf nu weet hij dat het voorbij is. Melanie schrijft zich uit bij de Universiteit, en er komt een officiële klacht tegen Lurie. Lurie is ervan overtuigd dat ze gemanipuleerd is door haar vader en haar vriendje, dat ze te naïef is om zulke stappen te ondernemen. Hij wordt verzocht ontslag te nemen.
Na de hoorzitting besluit hij om weg te gaan naar Salem, het dorpje waar zijn dochter Lucy in haar boerderij woont. Hij ontmoet de hulp van Lucy, Petrus, de tuinman en de ‘hondenman’. Langzaam aan went Lurie aan de levenswijze op de boerderij en begint hij ook mee te helpen. Hij gaat mee naar de markt om daar hun aardappelen, uien etc te verkopen. Ook ontmoet hij Bev Shaw, de vrouw met het dierenasiel. Hij walgt een beetje van haar, vanwege haar onverzorgde uiterlijk en de geur van dieren om haar heen. Maar toch kan Lucy hem overhalen om in het dierenasiel te gaan helpen. Hij komt er al snel achter dat de taak van Bev Shaw bestaat uit het steriliseren en afmaken van de lokale dieren.
Op een dag zijn Lucy en David buiten aan het werk, als er drie mannen op hen af komen. Ze vertellen en smoesje over een zwangere zus en vragen of ze mogen bellen. Lurie heeft al snel door dat er iets niet in de haak is en snelt het huis binnen. Hij krijgt een klap en wordt even later overgoten met spiritus. Iemand gooit een brandende lucifer tegen hem aan en hij vat vlam. Hij kan zichzelf gelukkig blussen, maar er is grote schade. Lucy is verkracht, hij heeft zware brandwonden en zijn auto en nog wat kostbaarheden zijn gestolen. Ook de honden hebben ze vermoord. Lucy wil wel aangifte doen van de overval maar rept geen woord over de verkrachting. Het is net of ze wil vergeten dat het ooit gebeurd is. David geeft zichzelf de schuld, hij had haar moeten redden, het moeten voorkomen. Maar Lucy zwijgt als het graf en zakt weg in een diepe depressie.
Lurie denkt dat Petrus er iets mee te maken heeft, hij denkt dat hij Lucy’s boerderij over wil nemen, en haar op deze manier weg kan jagen. Een tijdje na het ongeval draagt Lucy een stuk van haar land over aan Petrus en ter ere van dat wordt er een feest gegeven. Op dat feest komen ze één van de verkrachters van Lucy tegen. Het blijkt dat hij familie is van Petrus, zijn neefje. David wordt nu wel heel achterdochtig tegenover Petrus, en hij en Lucy krijgen er ruzie om.
Ze ontwijken elkaar en hij vlucht vaak naar de kliniek, om Bev Shaw te helpen. Hij helpt haar nu ook om de dieren af te maken die niemand wil, en hij is erover verbaast hoe erg hem dit aangrijpt. Waarschijnlijk heeft het ongeluk toch iets in hem veranderd. Op een dag na het laten inslapen van de honden, gaan Bev Shaw en Lurie met elkaar naar bed. Hij ziet dit als een plicht, zodat Bev Shaw uiterlijk tevreden over zichzelf kan zijn. Ze krijgen een tijdje een verhouding, totdat Lurie weer terug gaat naar Kaapstad. Hij en Lucy hebben het meningsverschil over de verkrachting niet opgelost. David vindt nog steeds dat ze aangifte van de verkrachting moet doen.
Als hij teruggaat naar huis, gaat hij eerst even langs bij de familie Isaacs, de familie van Melanie. Hij wil graag weten hoe het met Melanie gaat, en hij biedt ook zijn verontschuldigingen aan haar vader en moeder.
Als hij thuiskomt, ziet hij dat zijn huis compleet geplunderd is. Hij zoekt een andere kamer en begint meteen aan zijn opera, want hij heeft besloten die eindelijk te gaan schrijven. Met een kleine banjo die vroeger van Lucy geweest is, schrijft hij de muziek voor de opera over de engelse dichter Byron. Hij raakt nogal in verval door zijn intensieve werk, hij eet niet goed en slaapt te weinig.
Dan hoort hij van een opvoering van een toneelstuk waarin Melanie meespeelt. Hij gaat kijken, omdat hij de gedachte aan haar maar niet los kan laten. Hij spreekt haar echter niet aan, omdat haar vriendje hem weer bedreigt.
Dan hoort hij van Lucy dat ze zwanger is, dat heeft ze overgehouden aan de verkrachting. Ze wil het kindje houden, en Petrus wil met haar trouwen, omdat het volgens hem te gevaarlijk is, een vrouw met kind zonder man. Lurie is woedend, hij weet dat het Petrus alleen te doen is om de boerderij, maar Lucy stemt in met het voorstel. Ze noemt het een overeenkomst. Hij beschermt haar en wordt eigenaar van al het land, als hij belooft haar en het kind te beschermen. De boerderij blijft echter wel van Lucy. Ze krijgen weer ruzie, maar dit keer gaat David niet terug naar Kaapstad. Hij neemt een kamertje in de buurt en blijft Bev Shaw helpen met de honden. Hij zoekt weer toenadering tot Lucy, en ze maken een nieuw begin in hun relatie.
http://www.scholieren.com/boekverslagen/15313
Motivatie
Het boek is me aangeraden door meneer Mous. Wat me erg trok in zijn beschrijving van het boek, was dat het over apartheid gaat. Apartheid is iets waar ik niet veel van weet, maar wat toch de wereld heeft gemaakt tot wat het nu is, het heeft een erg grote invloed gehad. Ik heb ooit een stuk uit de ‘memoires’ van Nelson Mandela gelezen en ik vond het erg interessant. Vandaar dat dit boek me ook erg trok.
Vertel hoe Coetzee de verkrachting van Lucy beschrijft, hij doet dat heel indirect en afstandelijk en toch ( daarom?) heel indringend. Gebruik voorbeelden uit het boek.
De verkrachting op zich wordt maar erg kort beschreven, de invloed die het heeft op hun leven juist uitgebreid. De ‘inleiding’ begint met de drie mannen die Lucy en David op straat tegenkomen en waarover David al meteen een slecht gevoel heeft. ‘Ze maakt het derde hok open en laat de twee dobermanns erin los. Een moedig gebaar, denkt hij bij zichzelf; maar is het verstandig?’ ( p 107) David voelt al aan dat het mis is, maar Lucy wil de mannen wel vertrouwen; zij gelooft dat er in ieder mens wel iets goeds is. Op het moment dat twee van de drie mannen het huis binnen gaan terwijl Lucy er is, weet David dat het mis is. ‘Na een ogenblik dringt de tweede man langs hen heen en gaat ook het huis in. Er gaat iets fout, hij voelt het meteen.’ ( p 108) Als David ook het huis in gaat, wordt hij bewusteloos geslagen en in de wc opgesloten terwijl de mannen het hele huis overhoop halen en Lucy verkrachten. ‘Zijn kind is in handen van vreemdelingen. Over een minuut, over een uur is het te laat, zal alles wat er met haar gebeurt is versteend zijn, tot het verleden behoren.’ ( p 109) Er wordt eigenlijk nooit met erg veel woorden gezegd dat Lucy verkracht is, de suggestie wordt echter wel steeds gewekt. Het is alleen iets waar niet over gesproken wordt, het is een beschaming terwijl Lucy juist sterk wil blijven, en vooral sterk over wil komen. Lucy wil er ook niet met David over praten omdat het iets is wat hij nooit zal begrijpen. David vindt het een verschrikkelijke misdaad, een schending van de rechten van de vrouw.’Waar is hij volgens Bev Shaw, volgens Lucy, niet bij geweest? In de kamer waarin de indringers hun schanddaden pleegden? Denken ze soms dat hij niet weet wat verkrachting is? Denken ze soms dat hij niet om zijn dochter geleden heeft? Van wat had hij meer getuige kunnen zijn geweest dan de voorstelling die hij er zich van kan maken?’ (p 162)
Lucy daarentegen is bereid het te accepteren, het voor lief te nemen omdat dat de prijs is die zij moet betalen om als blanke vrouw in een donkere gemeenschap te leven.
Coetzee stelt dat vrouwen dienen als een ding, een bezit. In Zuid-Afrika is de bevolking erg arm; er zijn te veel mensen en te weinig spullen. Om toch iedereen te voorzien van spullen is er een ‘roulatiesysteem’, dit gebeurt met schoenen, auto’s, sigaretten en dus ook met vrouwen. ´Het is gevaarlijk om iets te bezitten: een auto, een paar schoenen, een pakje sigaretten. Wat er is moet in de roulatie worden gebracht, zodat iedereen een kans heeft om een dag gelukkig te zijn. (…) Geen menselijk kwaad, slechts een omvangrijk roulatiesysteem, op het functioneren waarvan mededogen en doodsangst geen invloed hebben.(…) Auto’s, schoenen; vrouwen ook. Er moet in dit systeem ergens een aparte plaats zijn voor vrouwen en wat er met hen gebeurt.’ ( p 114)
Het is voor sommigen gewoon hun werk, hun taak; zij zien er dan zelf ook geen kwaad in, het is absoluut niets persoonlijks. Het moet gedaan worden, en toevallig zijn zij degenen die het moeten doen. ‘ Voor hem is het gewoon werk wat hij doet; iemand ertoe brengen iets af te staan.’( p 110)
Eigenlijk stelt Coetzee hiermee dat verkrachting geaccepteerd wordt, het wordt toegelaten, het is een onderdeel van de maatschappij omdat de vrouwen alleen maar als bezit worden gezien.
Welke gevolgen heeft het incident voor de verhouding tussen David en Lucy?
Voor David zelf was het erg moeilijk om het incident mee te maken; te weten dat de mannen zijn dochter kwaad deden en tegelijkertijd te weten dat hij er niets aan kan doen. Zijn vaderinstinct, wat niet altijd even sterk is geweest, komt nu naar buiten. De taak van een vader, is het beschermen van zijn kinderen. ‘Dus hij is aangebroken, de dag van de grote proef. Zonder waarschuwing, zonder trompetgeschal is hij er, en hij zit er midden in. Zijn hart bonkt zo hard in zijn borst dat het er zich, op zijn eigen stomme manier, ook van bewust moet zijn. Hoe zullen ze de proef doorstaan, hij en zijn hart?’( p 109)
De band tussen Lucy en David is nooit erg sterk geweest, David heeft zich nooit echt als vader gedragen. Lucy heeft een tijd bij haar moeder in Nederland gewoond, maar heeft er later voor gekozen om terug te keren naar Zuid-Afrika.
David is erg sceptisch over Lucy’s manier van leven, hij kan het niet begrijpen dat zij kiest voor het leven op het platteland en het leven samen met een vrouw. ‘Hij heeft nooit kunnen begrijpen wat Lucy in haar ziet; heimelijk hoopt hij dat Lucy tegen een beter iemand aanloopt, of een beter iemand tegen haar.’( p 71) Hun band wordt wat beter als David een tijdje bij haar woont, hij leert meer over haar en haar leefwijze en berust zich met het feit dat dit haar keuze is; ze komen nader tot elkaar.
Maar van wat ze opgebouwd hebben is na het incident niets meer over. Er is onbegrip over en weer en ze zijn verder van elkaar verwijderd dan ooit. David wil Lucy er van overtuigen aangifte te doen en wil dat ze er over praat. Lucy daarentegen wil er niet over praten en wil het zo snel mogelijk vergeten. ‘Hij wil reageren, maar ze kapt hem af. ‘David, wat hebben we afgesproken, Ik wil dit gesprek niet meer voortzetten.’Nog nooit hebben ze zo schrijnend en zo ver van elkaar afgestaan. Hij is er kapot van.’ ( p 130) ‘ Nee: dat is Lucy’s laatste woord tegen hem. Ze verdwijnt naar haar kamer, doet de deur dicht, sluit hem buiten. Stap voor stap, even onontkoombaar alsof ze man en vrouw waren, worden ze uit elkaar gedreven en hij kan er niets aan veranderen. Zelfs hun ruzies lijken inmiddels op het gekibbel van een getrouwd stel dat met elkaar opgescheept zit en geen kant op kan. Wat moet ze de dag berouwen dat hij bij haar is komen wonen! Ze moet hem liever kwijt dan rijk zijn, hoe eerder hoe beter.’ ( p 154/155)
Buiten het feit dat ze elkaar niet meer begrijpen voelt David zich erg buitengesloten door Lucy en Bev Shaw. Er wordt nergens met hem over gesproken en als hij een poging doet om erover te praten, wordt het meteen afgekapt. Hij is immers een man en zou het nooit kunnen begrijpen. Mannen begrijpen niet hoe een vrouw zich dan voelt, en kunnen het ook niet begrijpen. ‘ ‘Hoe is het met haar?’ vraagt hij als ze terugkomt. Bev Shaw antwoordt slechts met een kort hoofdschudden. Gaat je niet aan, lijkt ze te zeggen. Menstruatie, bevalling, aanranding en de nasleep ervan: bloedzaken, de last van een vrouw, het domein van een vrouw.’( p 121)
David is er nooit echt voor Lucy geweest als vader maar wil haar, nu hij haar niet heeft kunnen beschermen, behoeden voor meer fouten. Hij wil dat zij de boerderij verlaat en ergens anders, op een veiligere plek een nieuw leven start. Maar zij wil niet weg, ze wil niet toegeven; ze wil de mannen niet laten winnen. ‘Als ik nu wegga, kom ik niet terug, David. Bedankt voor het aanbod, maar het lost niets op. Alles wat jij kunt bedenken, heb ik zelf al honderd keer bedacht.’ ( p 182)
Hij wil zijn fout goed maken, hij wil als het ware een pleister op de wond plakken door haar nu te beschermen omdat hij daar eerst in faalde. Lucy heeft hem echter niet nodig om de weg te wijzen, hij begrijpt haar niet en zal haar ook nooit begrijpen. David is egoïstisch en denkt individualistisch terwijl Lucy denkt vanuit het grotere geheel, ook vanuit de geschiedenis. Zij houdt van haar land en is bereid er offers voor te doen; ze maakt haar keuze op basis van de omstandigheden.
’Ik kan niet eeuwig een kind blijven. Jij kunt niet eeuwig een vader blijven. Ik weet dat je het goed bedoelt, maar jij bent nu niet de aangewezen persoon om mij de weg te wijzen, niet nu.’ ( p 186)
Na een tijd beseft David ook dat hij niet degene is die Lucy moet vertellen wat ze moet doen, hij heeft zelf immers ook geen voorbeeldig leven geleid. Bovendien is hij een man en zal nooit begrijpen hoe het voor een vrouw is als zij verkracht wordt. Het incident met Melanie maakt dit duidelijk. David kon zijn verlangen naar haar niet weerstaan, en maakte er gebruik van zonder rekening te houden met haar gevoelens. Melanie ondergaat zijn liefkozingen meer dan dat ze er actief aan deelneemt. ‘Laat ik volstaan met te zeggen dat Eros op het toneel verscheen. Daarna was ik niet meer dezelde. (…) Ik was niet langer een loslopende gescheiden man van in de vijftig. Ik werd een dienaar van Eros.(…) Het is geen verweer. U wilt een biecht, ik geef u een biecht. Wat die drang aangaat, die was allesbehalve onbedwingbaar.’ ( p 62) ‘Misbruik: hij zat op het woord te wachten.(…) Of heeft ze een ander beeld: van een groot, grof mannetjesdier dat zich op een klein meisje stort, een enorme hand die haar kreten smoort? Absurd gewoon! Dan schiet hem te binnen: toen ze gisteren hier in deze zelfde ruimte bijeen waren, stond zij voor hem, Melanie, die nauwelijks tot zijn schouders komt. Ongelijk: hoe kan hij dat ontkennen?’( p 63)
David geeft uiteindelijk toch toe en berust zich in de situatie dat Lucy op de boerderij wil blijven. Dat is ook wel iets wat steeds terugkomt in het boek; berusting. Lucy die haar situatie accepteert en de verkrachting als een onderdeel van het grote geheel ziet. David die ziet dat hij niet langer een jonge man is, die kan doen en laten wat hij wil. Maar ook David die ziet dat hij niet alles naar zijn hand kan zetten en alleen maar mensen kan helpen en begeleiden. Dit komt duidelijk naar voren in de slotregels. Er was een hond waar David erg aan gehecht was, die hem kwam vergezellen als hij op zijn banjo speelde. De hond moest echter afgemaakt worden, het was onvermijdelijk. Het enige wat hij nog voor de hond kan doen is hem bijstaan, hem begeleiden. Hij berust zich dus met het feit dat hij niets anders meer kan doen. ‘Hij opent het hok. ‘Kom,’ zegt hij, bukt zich, spreidt zijn armen. De hond kwispelt met zijn kreupele achterlijf, besnuffelt zijn gezicht, lijkt zijn wangen, zijn lippen, zijn oren. Hij doet niets om hem tegen te houden. ‘Kom.’ Hij loopt, met hem als een lam in zijn armen, weer de behandelkamer in. ‘Ik dacht dat je hem nog een week wilde sparen,’ zegt Bev Shaw. ‘Laat je hem gaan?’ ‘ Ja, ik laat hem gaan.’ ( p 253)
Ook voor Lucy geldt dit; David beseft dat hij haar niet kan en niet mag veranderen. Hij kan haar alleen maar begeleiden en er voor haar zijn. De rust in hun onderlinge relatie keert dan ook weer terug.
Welk standpunt draagt het verhaal uit ten aanzien van de apartheid in Zuid-Afrika? Licht je antwoord uitvoerig toe.
Apartheid was het officiële systeem van rassensegregatie – wettelijk vastgelegde discriminatie op basis van ras, waarbij de verschillende rassen van elkaar gescheiden worden – dat tussen 1948 en 1990 in Zuid-Afrika en het huidige Namibië in werking was. ( Wikipedia.nl) De apartheid zorgde ervoor dat de rechten van de zwarten, kleurlingen en Indiërs, zo’n negentig procent van de bevolking, gescheiden werden van die van de blanken. De zwarten, kleurlingen en Indiërs werden op deze manier tot tweede en derderangs burgers gedegradeerd.
De blanken hebben de kleurlingen jarenlang onrecht aangedaan, er is een grote kloof ontstaan tussen de rijke blanken en de arme kleurlingen. Er is geen basis van vertrouwen meer. Coetzee is een openlijke tegenstander van de apartheid, hij wil met In ongenade laten zien hoe de situatie in Zuid-Afrika nu is, hij wil laten zien wat voor diepe sporen het bij zowel de zwarten, kleurlingen en Indiërs als bij de blanken heeft achter gelaten. Maar het boek laat ook zien dat het de goede kant op gaat, dat er ruimte komt voor onderling begrip. Dit betekent echter niet dat ze er al zijn, er is nog een erg lange weg te gaan.
David is meer het voorbeeld van een echte blanke, met vooroordelen ten opzichte van kleurlingen. Dit wordt duidelijk uit zijn manier waarop hij tegen Petrus aankijkt. Petrus is slechts de hondenman, en is alleen maar uit op het land van Lucy. Het zou nooit kunnen dat hij daadwerkelijk goede bedoelingen heeft om Lucy en haar ongeboren kind te beschermen; het is hem alleen maar om het land te doen. ‘Op hem bouwen? Omdat Petrus een baard draagt, een pijp rookt en een stok bij zich heeft, denk jij dat Petrus een ouderwetse kaffer is. Maar zo is het helemaal niet. Petrus is geen ouderwetse kaffer, en nog minder een goede kerel. Volgens mij zit Petrus erop te vlassen dat Lucy haar biezen pakt. Als je daar bewijs van wilt, kijk dan alleen maar naar wat Lucy en mij is overkomen. Het komt misschien niet allemaal uit Petrus’ koker, maar hij heeft beslist een oogje dichtgeknepen, ons beslist niet gewaarschuwd, hij heeft alle moeite gedaan om niet in de buurt te zijn.’ ( p 162)
Lucy daarentegen is het voorbeeld van iemand die er tussenin zit, ze hoort bij de blanken maar houdt meer rekening met de kleurlingen en met de achtergrond. Haar ongeboren kind zal straks helemaal nergens bij horen, niet bij de blanken en niet bij de zwarten.
Lucy heeft het idee dat zij, als blanke, een schuld in moet lossen bij de kleurlingen. Zij moet boete doen voor de fouten van haar voorouders. ‘Maar kun je dat ook niet op een andere manier bekijken, David? Stel dat… stel dat dat de prijs is die je moet betalen om te blijven? Misschien bekijken zij het zo; misschien zou ik het ook zo moeten bekijken. Ze zien mij als iemand die iets schuldig is. Ze zien zichzelf als schuldinners, belastinginners. Waarom zou ik hier mogen wonen zonder te betalen? Misschien denken ze er zo over.’ ( p 183) Het is de prijs die zij moet betalen om in Zuid-Afrika als blanke te wonen, ze moet boete doen.
Coetzee wil laten zien hoe een deel van de blanke Zuid-Afrikanen denkt over de situatie, zij voelen zich schuldig. Dit zie je ook aan het gedrag van Lucy, getuigende de passage hierboven. Het belangrijkste voor het land is dat het weer een geheel wordt, in plaats van twee gescheiden werelden. Er is nu nog sprake van wantrouwen onderling, jaren nadat de apartheid is afgeschaft.
Coetzee illustreert de lange weg die het land nog te gaan heeft. Er wordt in de politiek wel gesproken over één land, één volk; het probleem van de apartheid is opgelost. De apartheid heeft zijn sporen achter gelaten en dit zit nog diep in de mensen. David die nog steeds zijn afkeer heeft tegenover de zwarten, Lucy die zich schuldig voelt en haar prijs betaald heeft om te mogen blijven en Petrus die de macht overneemt; haast symbolisch. David wordt van professor met aanzien, de hondenman. Petrus wordt van de hondenman, een landeigenaar met aanzien; het stokje wordt doorgegeven.
Geef een plausibele verklaring voor de titel.
Ongenade; uit de gunst raken/ de ongunst, de felheid. De titel kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Allereerst misschien de meest voor de hand liggende verklaring; David die in ongenade valt, dus uit de gunst raakt, door zijn affaire met Melanie, zijn studente. Het hoort niet wat hij doet en bovendien is hij niet bereid om zich te verontschuldigen. Veel mensen vallen over zijn koppigheid, hij is namelijk in de veronderstelling dat hij niets fout heeft gedaan. ‘ Hij is niet zenuwachtig. In tegendeel, hij is tamelijk zeker van zichzelf. Zijn hart klopt regelmatig, hij heeft goed geslapen. IJdelheid denkt hij, de gevaarlijke ijdelheid van de gokker; ijdelheid en eigendunk. Hij begint met de verkeerde instelling. Maar het kan hem niets schelen.’( p 56) Het voorval komt ook uitgebreid in het nieuws en de maatschappij is onverbiddelijk; wat hij gedaan heeft is fout, klaar. Hij moet berouw tonen, maar als hij dat niet doet wordt hij ontslagen. De commissie probeert in eerste instantie nog zijn goede naam te redden, maar geven hem daarna op en hij wordt ontslagen.
Ook Lucy is bang om na het incident in ongenade te vallen. Juist daarom wil zij geen aangifte doen van de verkrachting maar slechts van de gestolen spullen. In Zuid-Afrika zijn verkrachtingen een veel voorkomende gebeurtenis, een bijna geaccepteerde gebeurtenis, maar het wordt niet geaccepteerd wanneer een vrouw aangifte doet. Ze roept dan de problemen alleen maar over zichzelf af. Juist daarom besluit Lucy geen aangifte te doen, zij wil niet in ongenade vallen. Lucy weet dat ze haar plaats moet verdienen in de maatschappij.
Vanuit de originele titel Disgrace, wat ook wel schande betekent is er nog een verklaring mogelijk. David vindt het een schande dat hij, als vader, zijn kind niet heeft kunnen beschermen. Lucy had hem nodig, maar hij kon niets anders doen dan wachten tot het voorbij zou zijn en daarna de schade opnemen. Hij heeft haar niet kunnen beschermen en nu kan hij er niets aan doen om haar weer haar levensvreugde terug te geven.