Selecteer een pagina

1. Philippe Hackman, een jongen van rond de 18 jaar, wil stoppen met school en in het bedrijf van zijn vader gaan werken. Zijn vader vindt dit goed op voorwaarde dat hij Engelse bijles gaat volgen. Philippe doet dit met heel veel tegenzin. Zijn lerares is Hélène Duparcq, een vrouw van rond de 40 jaar. In het begin ziet hij echt tegen deze lessen op. Hij verwacht dat zijn lerares een oude, saaie vrouw is. Dit is niet het geval. Hij vindt haar elegant en vrouwelijk voor haar leeftijd. Na een tijdje begint hij dan ook verliefd te worden op haar. Hij gaat haar meer en meer bezoeken buiten de les. Uiteindelijk krijgen ze een relatie, die ze voor de buitenwereld verzwijgen. Hélène leidt Philippe binnen in het leven van de liefde. Als Philippe op een gegeven moment Hélène in de badkamer wil verrassen, slaat het noodlot toe. Hélène glijdt met de haardroger in haar handen uit en valt in bad. Ze wordt geëlektrocuteerd. Philippe is eerst beduusd, raakt daarna in paniek en vlucht weg.
Men komt er dan toch achter dat hij bij Hélène was en hij moet voor de rechter verschijnen. Daarom besluit hij om te vluchten en nooit meer terug te keren naar zijn stad.

2. Ik heb al heel wat boeken gelezen die over liefde en relaties gingen. Ik had me dan ook voorgenomen om dat thema even links te laten liggen. Maar in onze klas zit een meisje dat heel goed is in het overtuigen van mensen. Zij heeft me dan ook zover gekregen om toch dit boek te gaan lezen. “Het is echt het mooooiste boek dat er is”, “vind jij”, “nee dat ís zo”.
Toen ik het boek ging halen kon ik alleen een gebundelde versie vinden waarin zich nog vier andere werken van hem verscholen hielden. De voorkant is dan ook niet erg verhalend. Je ziet Jos Vanderloo met zijn grijze snor en that’s it. Gelukkig staat er op de achterkant wel wat informatie. Bij ieder verhaal staat een korte samenvatting. Bij de engelse les klopt er alleen iets niet. Er staat ‘de jongen gaat nog naar school…’, maar hij gaat níet meer naar school toe en dat is juist de reden waarom zijn vader hem naar de engelse les stuurt.
Het boek lijkt me heel mooi en ook moeilijk, een beetje zoals een taai stokbrood; heerlijk maar wel heel moeilijk door te bijten maar daardoor juist nog lekkerder. Dat komt door de ongelofelijk enthousiaste reactie van Milou. Toen ik de eerste bladzijde las dacht ik eerst ‘waar ben ik aan begonnen’. Jos Vanderloo schrijft namelijk heel mooi en tegelijk ook moeilijk, een beetje alsof het hele boek een gedicht is. Gelukkig wen je daar snel aan en zijn deze woordspelingen juist leuk.
Ik heb het boek net uit en ik ben helemaal in de war. Het einde is zo plotseling, zo onaangekondigd. Ik schrok me wezenloos om de abrupte dood van Hélène Duparc. Als ik een boek lees verander ik de personen altijd in de mensen in mijn eigen omgeving die er het meest op lijken. Ik moest dan ook huilen omdat ik mijn eigen vriendje op de grond zag liggen en er zelf naast ging liggen. Ik was aan het bedenken hoe ik zelf zou reageren en voor ik het wist was ik al een half uur aan het dagdromen over dingen waar ik eigenlijk helemaal niet aan wilde denken.
Ik had totaal niet verwacht dat de lerares dood zou gaan. Ik dacht dat ze misschien uit elkaar zouden groeien, om zo’n groot leeftijdsverschil kun je immers niet heen. Of een ander einde kon zijn dat de jongen haar betrapte op een relatie met iemand anders, maar geen levenseinde.
De moeilijkheid had ik goed ingeschat. Het was soms even flink kracht zetten om de zinnen in mijn hoofd om te zetten in Josje-taal, maar na een tijdje ging dat vanzelf (zo gaat dat eigenlijk altijd als je aan een boek begint van een nieuwe schrijver).

3. Welke muziek zou qua sfeer bij het verhaal passen? Beschrijf zo concreet mogelijk waarom je dat vindt. Zorg ervoor dat je docent (gedeelten van) die muziek kan beluisteren.

Het liedje dat ik het beste bij dit boek vind passen is nothing else matters van Appocaliptica (nummer 10 op de cd die ik hierbij zal voegen). Het is voor een deel heel subjectief, ik houd namelijk heel veel van cello’s en omdat ik dit een heel mooi en ontroerend boek vond is dat voor mij het instrument dat er het beste bij past. De muziek begint heel rustig, één cello waar op getokkeld wordt en daarna nog één erbij die heel rustig een melodie speelt. Dit leidt het verhaal in, de jongen die kritisch tegenover de maatschappij, zijn vader en zijn nieuwe lerares engels staat. Daarna voegen meerdere cello’s zich bij de eerste twee. Dit is de relatie die ontstaat tussen Philippe en Hélène. De muziek wordt daarna steeds heftiger, net zoals de relatie. In het begin is het nog een beetje moeilijk, kan dit wel of kan dit niet, maar later gaan ze ervoor (dat wil zeggen gaat Philippe ervoor). Het liedje is ene beetje aan de treurige kant, daarin zie je de twijfels die Hélène heeft over de relatie. De muziek bouwt een spanning op en op het moment dat hij het hevigst is (het moment dat de jongen zich realiseert dat hij echt verliefd is en nooit meer bij haar weg wil) hoor je één cello korte noten maken, daarna worden het er twee en uiteindelijk drie. Dit is net alsof Philippe naar de lerares toeloopt als zij haar haren aan het föhnen is. Dan zijn er geen lieve hoge tonen meer, dit is wanneer ze in het bad valt. Je hoort hier duidelijk de dramatiek, de schrik en de paniek in de muziek. Langzaam vloeit de drukte weg (je hoort hem de dode vrouw uit het bad tillen en zachtjes op de grond leggen). Dan hoor je een trieste melodie met op de achtergrond heel zielige hoge tonen. Dit is de jongen die langzaam weer opstaat, de kamer uitloopt, in een roes de bijkomstigheden van een moord meemaakt en uiteindelijk in de trein terecht komt die hem zijn toekomst in rijdt (je kunt zelfs het ritme van de trein horen in het getokkel).

4. In het boek staan eigenlijk twee dingen centraal: de relatie van de jongen met de lerares en de kijk van de jongen op de maatschappij. Hij heeft bijna overal wel iets op aan te merken, vooral op zijn vader.
Allereerst de liefdesrelatie. Het is leuk om deze ontwikkeling te zien. In het begin, als hij net op de bus stapt om naar zijn eerste les te hobbelen ziet de jongen zijn lerares voor zich als een kille kikker in een kale kamer, dat heeft hij het letterlijk gezegd. Een oude tante die verbitterd is door de saaie leerstof en de saaie jaren vol eenzaamheid. Ik zie meteen een lange dunne vrouw voor me, met wit haar in een strak knotje, een spitse neus en ver uitstekende jukbeenderen. Ze heeft een lange blauwe jurk aan die helemaal tot aan haar hals dicht is. Ik denk dat dit het beeld is van de gevoelens die de jongen bij haar verwacht. Wanneer hij haar voor het eerst ziet wordt dit beeld alleen maar bevestigd. Als ze nou een stevige vrouw was geweest met een vriendelijk bol gezicht zou ze meteen veel aardiger geleken hebben. Maar ze is afstandelijk, niet dik niet dun, eigenlijk perfect en zelfs mooi. Maar dat ziet hij niet omdat hij er voor het eerst is en nog met het beeld in zijn hoofd zit van een oude tante.
Het is heel leuk om te lezen (en te voelen) hoe hij steeds meer dingen aan haar leuk begint te vinden. Eerst heeft ze hetzelfde haar als zijn moeder (let op, bij jongens is de moeder een heel gevoelig punt, als iets in een vrouw op dat van zijn moeder lijkt is dat een goed teken). Daarna, als ze wat vrolijker doet, vindt hij haar er zelfs jonger en levendiger uitzien. Vanaf dit moment zijn ze aardiger tegen elkaar en ontstaat er zelfs een spanning. Ik weet precies hoe dit voelt, als je bij voorbaat al een negatief beeld van iemand hebt maar het later toch bij moet sturen en ontdekt dat diegene toch heel leuk is. Dat is in het hele boek trouwens. Er zijn altijd momenten die ik precies hetzelfde heb beleefd. Bijvoorbeeld de eerste keer dat je met iemand naar bed gaat waar je echt van houdt (maar dit is een beetje persoonlijk dus daar ga ik niet verder op in). Al bijna aan het einde van het boek ontdekt Philippe dat hij echt verliefd is op zijn lerares. Dat hij niet meer zonder haar wil leven en dat hij er alles voor wil geven. Ik genoot van dit moment, omdat het een heerlijk gevoel is zoveel van iemand te houden.
Aan het eind laat hij haar schrikken en ze valt per ongeluk in het bad met föhn en al. Dit zorgt ervoor dat heel het bad onder stroom staat en de jongen kan alleen maar toekijken. Later, als de laatste levenstekenen verdronken zijn, denk hij er pas aan om de stekker er uit te trekken. Hij tilt het lichaam uit het bad, legt haar op de grond en gaat naast haar liggen. Vanaf het begin tot het eind heb ik mijn adem ingehouden. Ik schrok zo van deze plotselinge wending, terwijl ik er eigenlijk vlak van tevoren voor gewaarschuwd werd. Dat deden de volgende zinnen: Het was allemaal heel gewoon, er was niets aan de hand. De demonen waren buiten de deur en kregen geen kans. Maar tussen lip en beker zweeft de hand van het noodlot. Dit is duidelijk een aankondiging dat er iets ergs gaat gebeuren, maar doordat het verpakt is in zulke mooie woorden lijkt het niets ernstigs te zijn. Zoals ik al eerder verteld heb maakte dit bij mij een aantal tranen los. Ik voel hoe de jongen zich voelt, hoe machteloos, hoe alleen, hoe hopeloos. Terwijl dit waarschijnlijk maar een fractie is van wat je voelt als zoiets in het echt gebeurt.
Ik denk dat als ik de jongen was, ik me precies hetzelfde zou voelen, en hetzelfde zou reageren (ik heb het nu over de relatie tussen hem en Hélène). Als je zo verliefd bent is niets je meer teveel. Dan kun je de hele wereld aan, en maakt het niets uit of andere mensen de relatie goed -of afkeuren. Van de andere kant snap ik de reactie van de vrouw ook heel goed. De jongen zit nog in het begin van zijn leven, hij is nog jong, hij mag nog domme dingen doen. Maar zij is al oud en verantwoordelijk en verstandig. Als het uitkomt dat zij iets hebben (of hadden) zal de beschuldigende vinger haar aanwijzen en niet de jongen, want zij zou beter moeten weten. Ook ziet zij het leeftijdsverschil. Ik vind het een heel vies idee, een oude vrouw met een jonge man of andersom. Als je jong bent maakt dat nog niet zoveel uit, maar zodra de jongen 35 is, zal de vrouw 65 zijn. Hij is dan nog jong van geest en wil nog uitbundig genieten van het leven. Maar voor haar wordt dat veel moeilijker. Je zou het kunnen vergelijken met een rode appel die net niet meer groen is maar nog wel zuur van binnen, en daarnaast een zachte, rimpelige appel die helemaal week is van binnen. Die laatste zou meteen in de prullenbak gegooid worden (wat overigens ook gebeurt met de ouwe appels en peren in onze maatschappij). Een relatie zoals die van hun is eigenlijk onmogelijk, zodra hij langer dan 10 jaar stand houdt.
De tweede verhaallijn is die van de jongen in de maatschappij. Hij is een typische jongere. Kritiek op alles, en hij zal het zelf wel even goed doen, als hij daar de kans voor krijgt van de maatschappij. Ik denk dat alle jongeren zo zijn. Ik weet van mezelf dat ik ook dingen zie en hoor waarvan ik denk, dat ga ik eens mooi anders doen als ik later groot ben. Maar dat dachten mijn ouders waarschijnlijk ook en hen is het niet gelukt. Wat zijn mijn kansen?
Philippe ergert zich in het bijzonder aan zijn vader. Deze man is ongelooflijk egoïstisch, zo erg zelfs dat hij het zelf niet in de gaten heeft “hoezo, je moeder hoort toch te werken voor mij? Ook als ze het druk heeft.” Net zoals de jongen kan ik me mateloos ergeren aan zulke mensen, dus ook aan zijn vader. Ik genoot van de momenten dat hij hem totaal uitlulde, zodat hij eigenlijk niets meer te zeggen had.

5. Eén ding is in mijn ogen totaal veranderd: de kijk op relaties van mensen waartussen een groot leeftijdsverschil zit. Ik vond het eerst vies en ongewoon, het zou verboden moeten worden. Heel naïef van mij, dat geef ik zelf toe. Ik stond er niet bij stil dat die mensen even verliefd kunnen zijn als ‘normale’ mensen. Zolang ze alle twee nog jong zijn, d.w.z. niet ouder dan 45, dan kan het. Maar een meisje van 16 met een vent van 60 wordt nog steeds niet geaccepteerd.
De jongen heeft met zijn kritieklozingen mijn ideeën alleen maar versterkt. Vooral in zijn gesprekken met Bill. Ze hadden het samen over het oud worden en daarmee dat je de mogelijkheid kunt laten lopen om van het leven te genieten. Ik ben een echte levensgenieter. Ik wil goed geleefd hebben, zoveel mogelijk gedaan hebben, en alle mooie momenten als mooi ervaren hebben voordat ik dood ga. Ik kan zonder problemen een half uur uit het zolderraam hangen om te kijken hoe de zon ondergaat. Dan voel ik van binnen een groot gevoel, een soort bel die eruit wil. Dan wil ik lachen, schreeuwen, gillen en heel hard rennen. Een heerlijk overweldigend gevoel is dat. Ik ben het helemaal met de twee mannen eens dat je niet moet streven naar een berg geld en een mooie auto (met vrouw). Als je dat doet kun je de mooie dingen missen die het leven juist de moeite waard maken, en uiteindelijk niets bereiken.
Op één punt was ik het helemaal oneens met Philippe. Hij zei dat je als jongere moest uitgaan, lol maken, niet in het gras liggen om je te verbazen over de schoonheid van een vlinder. Dat moest je maar doen als je oud en verlebberd bent. Je kunt, naar mijn mening, net zo goed s’middags, als er toch niets te doen is in de stad, in het gras gaan liggen. Dat is puur genieten, je kunt niet alleen maar genieten als je in de stad bent. Ook als je jong bent kun je naar vlinders kijken, met je blote voeten over het frisse groene gras lopen en voelen hoe die frisheid naar je hoofd stijgt. Dat mag je niet missen in je leven!

6. Ik vind het een heel verrassend en boeiend boek. Het heeft me aan het denken gezet. Al de gedachtespinsels van Philippe die via mijn ogen mijn hoofd binnenkropen waren het overdenken waard. Het leven zoals je dat zelf het liefste wilt stond centraal. Ik vond deze stukjes soms wel heel vermoeiend lezen. De moeilijke zinnen bleven, en als je dan ook nog hard moet nadenken over wat de schrijver bedoelt vergt dat extreem veel inspanning.
Er zaten een paar hele grappige stukjes in. Bij de eerste les moet Philippe een formulier invullen maar hij heeft geen pen meegenomen. De lerares maakt er een opmerking over, en zijn reactie is dan “ik kan ook wel engels leren zonder ballpoint”. Daar moest ik echt hardop om lachen. Zo’n leuke opmerking die meteen de spanning van de situatie wegneemt (voor de lezer, de lerares werd er alleen maar chagrijniger van). Ook vond ik het heel grappig hoe de vader reageerde wanneer zijn zoon ondervraagd wordt. De jongen wordt beschuldigd van diefstal en misschien zelfs van moord. Hij kan zelf natuurlijk niets zeggen over de relatie die hij met de vrouw had. Het voorwerp waar het om draait had zij aan hem gegeven. Nu was de opmerking van de politieagent: “de vrouw lag naakt in de kamer” (daar zit een duidelijke beschuldiging in) waarop de vader riep “als ik een bad neem ben ik ook naakt, en u toch zeker ook?!”. Dit vond ik zo’n leuke impulsieve reactie, daarmee maakt hij toch nog een deeltje van zijn slechter persoonlijkheid goed.
Wat me opviel was dat er in het eerste hoofdstuk wel van een hij-persoon wordt gesproken maar er vallen geen namen. Je komt er pas in het tweede hoofdstuk achter dat de hoofdpersoon Philippe heet. Het gebruik van de namen is sowieso heel apart. De lerares spreekt de jonge in het begin aan met u, terwijl de meeste leraren dat niet doen. Ook worden de namen vaak in hun volle lengte gebruikt, dus geen Hélène, maar Hélène Duparc. Dit leest wat vreemd, een beetje formeel, alsof ze elkaar na al die tijd nog niet kennen.
Eén stukje snapte ik heel even niet, maar dat bleek later een droom van Philippe te zijn. Hij zit in zijn huisje in Frankrijk (20 jaar later) en er komt een knap klein meisje met rode haren en een blauw jurkje binnen voor de engelse les. Dit meisje stond afgebeeld op een klein schilderijtje dat bij het geschenk van Hélène zat. De boodschap van deze droom is dus dat hij zelf denkt dat hij nooit over haar heen zal komen, en dat hij altijd aan haar engelse les gebonden zal zijn. Hij zegt ook “La leçon d’Anglais”, en daarna “L’hostoire se répète. Comme toujours”. Dit betekent in het Nederlands: De engelse les. De geschiedenis herhaalt zich, zoals altijd.
Zoals ik al eerder heb gezegd heb ik ontzettend genoten van de momenten waarop Philippe iets meemaakt waardoor hij zich gelukkig voelt. Ik kon dat dan vergelijken met mijn eigen ervaringen en daardoor voelde ik me ook gelukkig. Het sterkst had ik dat toen hij naar de kromming van de rug van de vrouw keek, en zich verwonderde over de schoonheid die daaromheen hing. Ik heb laatst precies hetzelfde gedaan, alleen stond mijn vriendje zijn haar te doen voor de spiegel zonder T-shirt aan, waardoor ik precies de beweging kon zien die zijn schouderbladen maakten.
Ik moest in het begin heel erg wennen aan de manier van schrijven. Alles klinkt zo poëtisch, en daardoor kost het extra inspanning om toch door te lezen en te begrijpen wat het plaatje is dat al die zinnen samen vormen.
Ik zit me nog steeds te verbazen over het einde. Het kwam zo plotseling. Ik had nooit gedacht dat zij dood zou gaan. Als je er over nadenkt, is het wel het beste. Het is een heel droevig maar ook heel mooi einde van een relatie die nooit lang voort had kunnen bestaan. Hoe graag ze het alle twee ook gewild hadden. Je moet aan iemand kunnen vertellen dat je zo’n geweldige partner hebt, je moet er met je ouders over kunnen praten, samen thee kunnen drinken, een bruiloft geven, omarmd over straat lopen, trots op de vrouw die naast je loopt. Het is onmogelijk om zoiets verborgen te houden. Ook hebben ze elkaar nu verloren met alle liefde die ze hadden, zonder psychisch pijnlijke momenten. Hij was waarschijnlijk bij haar weggegaan omdat zij te oud werd en hem niet meer genoeg te bieden zou hebben. De pijnlijke momenten die daardoor ontstaan zouden zijn, zijn hen in ieder geval bespaard gebleven.
Het is echt lang geleden dat een boek mij aan het huilen heeft gemaakt, dat is heel bijzonder. Ik kon me zo goed inleven in de hoofdpersoon dat ik het allemaal zelf meemaakte. Ik ben zo ontzettend blij als ik morgen in de armen van mijn vriendje kan springen, wetend dat hij van me houdt en niet dood zal gaan (ik zal hem in ieder geval niet laten schrikken als hij zijn haar aan het föhnen is).