Kofi is de zoon van een Ashanti-stamhoofd.
Met zijn vader oudere broers en een groot aantal andere familieleden gaan ze naar een plechtigheid in Kumasi. Tijdens de plechtigheid in Kumasi ter ere van de koning van het Ashanti-koninkrijk komt Oppong de slaaf van Kwame hen halen om hen weg te brengen naar een veiliger plek omdat hij van de andere stamhoofden heeft gehoord dat er gevaar dreigt. Maar als Kofi en zijn vader en broers net uit Kumasi zijn worden ze overvallen door slavenhandelaren en ze vermoorden Kofi ’s vader en zijn oudste broer Manu. Oppong heeft hen verraden aan de slavenhandelaren in ruil voor zijn eigen vrijheid en een buidel met goudstukken. Kofi en zijn broer Kwesi worden weggevoerd, en verkocht aan een korte blanke man Apo. Apo verhuurt Kwesi als landarbeider aan een rijke boer en hij geeft Kofi mee aan een goede vriend van hem Atta waar hij voorlopig als gast bij zijn familie mag blijven. Als Kofi ’s avonds op de fluit speelt die hij van zijn vader heeft gekregen, en erg bewonderd wordt, wordt de oudste zoon van Atta, Kwaku jaloers en verkoopt de fluit aan de rijke handelaar Sharif. Kofi gaat op zoek naar Sharif maar die wil hem de fluit niet zomaar teruggeven, dus moet Kofi voor hem werken. Ama zij is de slaaf van Sharif vertelt Kofi dat ook zij Ashanti is en samen proberen ze ’s avonds te ontsnappen mét de fluit, terug naar het Ashanti-rijk maar Sharif weet hen weer te vinden. Hij verkoopt Kofi aan een andere slavenhandelaar die Kofi met nog honderden andere slaven op een slavenschip naar Boston voert. Op het schip leert hij Joseph en Tim kennen en verzonnen toen een plan om te gaan ontsnappen. Een paar minuten later zagen ze land en gingen erheen maar de kapitein had het niet snel genoeg in de gaten en ging ze zoeken. Toen ze daar waren hadden ze honger maar geen geld om het eten te kopen. Toen gingen ze maar stelen maar de winkelier had het in de gaten en riep hou die drie jongens tegen. Een zeeman wou ze pakken maar ze waren hem te snel af. Toen ze politie zagen werden ze gepakt en in de gevangenis gegooid.
En een paar dagen moesten ze naar de rechtbank toe om te horen wat ze voor straf kregen. Maar kapitein Cuffe betaalde hun borg en mochten met hem mee. Toen bracht kapitein Cuffe ze terug naar hun eigen dorp terug en werd rijkelijk beloond. Een paar dagen later gingen Kofi en Ama trouwen en gaven een groot feest.