Selecteer een pagina

Samenvatting

Armin Minderhout is een gelukkig man. Hij heeft een zoon Bo, en een lieve vriendin Ellen. Zij is niet de moeder van Bo, maar de beste vriendin van de moeder, Monika. Monika is tien jaar geleden overleden aan een bacteriële meningitis.
Armin en Ellen willen samen een kind. Omdat dit maar niet wil lukken, laten ze zich onderzoeken. Uit deze onderzoeken komt iets heel onwaarschijnlijks, Armin is onvruchtbaar!
Op dit punt begint het boek “de passievrucht”. De situatie waarin Armin te horen krijgt dat hij al heel zijn leven onvruchtbaar is. Armin besluit Bo dit niet te vertellen, hij wil eerst zelf de biologische vader van Bo vinden. Hij heeft verschillende verdachten, maar echt harde bewijzen zijn nog niet gevonden.
De vader van Armin sterft. Armin en Bo gaan een weekendje naar Ameland, waar Armin, in een dronken bui, aan zijn zoon verteld dat hij zijn vader niet is. Wanneer ze thuis komen gaat Armin naar het huis van zijn ouders, dat nu onbewoond is, om het op te ruimen. Daar vindt hij een briefje waarin Monika aan zijn vader verteld dat ze zwanger is. Dit is voor Armin het bewijs, dat zijn vader, de vader van zijn zoon is. Als hij thuiskomt ziet hij Bo en Ellen op de bank zitten met een brief die Monika voor haar dood aan Ellen had gegeven In de brief bekent ze dat de vader van Armin, ook de vader van Bo is. De zoektocht is ten einde. Na vier maanden van verwerking, besluit Bo dat ze door moeten gaan met leven. Om dit te bereiken strooien ze het as van de vader van Armin en Bo uit op het graf van Monika.

Drie opvallende karakter eigenschappen hoofdpersoon

– nieuwsgierigheid
– doordacht
– slim

Een karaktereigenschap van de hoofdpersoon die meteen in het oog springt, is zijn nieuwsgierigheid.
Armin komt erachter dat hij onvruchtbaar is, maar toch een kind heeft, een zoon van dertien. Al die dertien jaren geloofde hij dat het zijn kind was. Dat het kind verwekt was in een gele Renault en dat zijn vriendin hem altijd trouw was gebleven. Al die dingen geloofde hij, en geen van de dingen was waar. Zijn kind is zijn kind niet, zijn vriendin was niet trouw. Zijn verleden klopt niet meer…”Het is nog moeilijker te leven zonder verleden, dan te leven zonder toekomst.”
Het gevolg van de uitslag van de test, is dat Armin wil weten wie de echte vader van Bo is. Hij doet hier alles voor, en verdenkt ook iedereen. Zelfs de arts die meehielp toen Monika ziek was. Wat hij zou gaan doen met de informatie weet hij niet. Zou hij de vader vermoorden omdat hij Monika had aangezet tot overspel, vertellen dat hij de vader van Bo was, of zou hij niets vertellen. Door geen van deze dingen zou hij gelukkiger worden. Hij zou überhaupt niet gelukkiger worden als hij weet wie de vader van Bo is. Maar toch wint zijn nieuwsgierigheid het, en gaat hij op zoek naar de werkelijke vader van zijn kind.
Tegelijkertijd wordt hij eigenlijk slachtoffer van zijn eigen nieuwsgierigheid. Er komen tijdens zijn zoektocht allerlei dingen uit zijn verleden weer naar boven. Dingen die hij met Monika had gedaan, dingen die hem laten herrineren aan haar, dingen die hij vergeten was, maar die nu meer op komen. En dat haalt wonden open die juist aan het genezen waren… Ook komt hij op gebeurtenissen, waarvan hij eigenlijk wil dat ze echt waren gebeurt, maar die nu onwaar blijken. Hij komt er achter, na goed nadenken, dat zijn kind achtendertig weken en drie dagen na hun wonderbaarlijke nacht in de gele Renault geboren is. En Monika dus waarschijnlijk in dezelfde week seks heeft gehad met iemand anders dan hem. En dat doet pijn.
Het is heel logisch dat hij opzoek gaat naar de vader van zijn kind. Dat zou, denk ik, bijna iedereen doen. Maar het is de manier waarop Armin opzoek gaat. Hij gaat eerst op bezoek bij Robbert, een jeugdvriend van Monika, aan wie hij eigenlijk een gloeiende hekel heeft. Echt een grote hekel, maar toch gaat hij, want zijn nieuwsgierigheid overwint zijn afkeer. Als blijkt dat Robbert niet de vader is, gaat hij op bezoek bij de dokter die Monika hielp toen ze ziek was. Daar overheerst zijn nieuwsgierigheid zijn beleefdheidsgevoel. Hij is heel onbeleefd!
Hij behandelt de arts die hem eigenlijk heel aardig en beleefd heeft behandeld, heel onaardig. Hij vraagt of de arts de vader van Bo is, en wanneer de arts nee heeft gezegd, loopt hij meteen weg. De arts wil nog even wat vragen, maar Armin antwoordt heel kortaf en loopt weg:
“Ik sta al met de deurknop in mijn hand. Hij is opgestaan en staat weer naast zijn bureau, zijn hand naar mij uitgestrekt, alsof ik net ben binnengekomen. ‘Heeft u het aan uw zoon verteld?’
‘Nee. Was dat alles?’
‘Ja. Ja, neemt u mij niet kwalijk. Het is natuurlijk mijn zaak niet.’
Ik laat hem naast zijn bureau staan, met uitgestoken hand, en trek de deur achter mij dicht.” (blz 96.)
Na het bezoek aan de arts gaat hij op bezoek bij Nico, een collega van Monika. Maar Nico is niet thuis, en hij ontmoet zijn vrouw. Met een smoes komt hij een paar keer op bezoek. Op deze manier probeert hij er achter te komen of Nico de vader van Bo is. Hij liegt de vrouw van Nico voor, en lijdt haar om de tuin. Hij doet dus veel moeite om er achter te komen of Nico de vader is. Een moment lang, is hij ervan overtuigt dat dit zo is. Hij vind een foto van Monika in het fotoalbum en de zoon van Nico en zijn vrouw heet ook Bo. Als hij aan Ellen verteld wie hij denkt dat de vader van Bo is, krijgen ze ruzie. Armin is heel obsessed van zijn zoektocht en Ellen krijgt daar genoeg van. Dus een ruzie met zijn vriendin is ook nog een gevolg van zijn nieuwsgierigheid.
Hoe Armin uiteindelijk erachter komt wie de vader van Bo is, is door een ongelukkig toeval. De vader van Armin overlijdt, Armin gaat het ouderlijk huis opruimen, en komt een briefje van Monika tegen. Op het briefje staat: “Ik ben zwanger. M.”(blz 221). Hieruit blijkt dus dat de vader van Armin de vader van Bo is.
Vier maanden. Vier maanden na de ontdekking dat de vader van Bo, de vader van Armin is. Die vier maanden, waren de zwaarste maanden ooit voor Armin en Bo. Grote woede maar ook veel verdriet overheerste. Pas na vier hele maanden komt het idee van Bo om verder te gaan leven. Hij wilde om alles goed af te sluiten, het as van zijn vader over het graf van Monika strooien. Hierna zouden ze verder kunnen gaan leven. En kwam het besef pas dat ook al was alles verandert, toch was alles nog hetzelfde gebleven.
Is Armin de dupe geworden van zijn eigen nieuwsgierigheid? Ik weet het niet. Na zijn ontdekking heeft hij het een hele tijd heel moeilijk gehad, en ook tijdens zijn zoektocht heeft hij zichzelf veel pijn gedaan. Allerlei pijnlijke herinneringen kwamen weer boven drijven. Hij zou zichzelf een hoop verdriet hebben kunnen besparen als hij niet op zoek was gegaan. Maar zou hij dan ooit vrede met zijn eigen leven kunnen hebben? Er vrede mee kunnen hebben dat hij niet de vader van Bo is. En altijd de onzekerheid hebben niet te weten wie de werkelijke vader is. Nooit kunnen weten met wie Monika nog meer seks heeft gehad. Zou Armin met zo’n grote onbekendheid, zo’n grote onzekerheid kunnen leven? Zou de mens überhaupt kunnen leven met grote onzekerheden? Na de acceptering van het feit dat zijn eigen vader, de vader van Bo is, kon hij wel weer verder leven. Het kostte dan wel heel veel tijd om dit alles te accepteren, maar hij kon erna wel goed verder leven, zonder onzekerheden.
De eigenschap nieuwsgierigheid, heeft Armin uiteindelijk wel geholpen. Het heeft hem veel moeite en veel verdriet gekotst, maar het heeft hem wel geholpen om uiteindelijk verder te kunnen leven. Met vrede met alles wat er is gebeurt.
Ook een eigenschap van Armin is, dat hij heel doordacht is. Hij heeft veel ideeën en oplossingen om achter dingen te komen die hij wil weten. In combinatie met de eigenschap nieuwsgierigheid maakt dit hem tot een echte “spion”.
Een goed voorbeeld hiervoor, wat ik ook al eerder heb gebruikt bij nieuwsgierigheid, is het moment waarop Armin op bezoek gaat bij de vrouw van Nico. Hij wil erachter komen of Nico de vader van zijn kind is. Op het moment dat hij langskomt is alleen de vrouw van Nico thuis. Wanneer ze opendoet, komt hij met heel verhaal dat hij als kind in dat huis gewoond heeft. En dat hij daar, op zolder, een brief heeft verstopt. Hij wil nu dus kijken of die brief er nog is. Op dat moment is het avond, dus de vrouw wil hem niet binnenlaten om op zolder te gaan zoeken. Maar hij mag wel even binnenkomen, en dan gaat Armin allerlei vragen stellen over hun gezin. Hij komt er ook achter dat de zoon van Nico ook Bo heet. Als hij dan ook in het fotoalbum een foto van Monika vind, is hij ervan overtuigd dat Nico de vader van Bo is.
De volgende dag komt hij terug, om op zolder te gaan zoeken naar de brief. Hij vind de brief niet, wel spreken ze nog een keer af. Hij blijft liegen over alles in zijn leven, en probeert er op allerlei subtiele manieren, zinspelingen achter te komen of Nico echt te vader van zijn Bo is.
Toen Armin te horen kreeg dat iemand anders de vader van zijn kind was, wilde hij meteen weten wie de vader dan wel was. Hij moest met zijn gedachten terug in de tijd. Hij moest mensen bedenken met wie Monika veel contact had. Hij kwam op Nico, op Robbert ( een jeugdvriend van haar) en zelfs op de huisarts. Die had namelijk Monika een paar keer gesproken toen ze ziek was. Zelfs díe man verdacht hij, er ging echt door me heen toen ik dat las: “hoe kom je erbij!”. Als ik zo’n onderzoek zou moeten verrichten, zou echt de huisarts de laatste persoon aan wie ik zou denken. Maar Armin, zo doordacht dat hij is, vergeet die optie zelfs niet.
De laatste belangrijke eigenschap van Armin is, dat hij heel erg slim is. Zijn baan is dat hij artikelen voor wetenschappelijke tijdschriften moet corrigeren. Om dit werk te kunnen moet je natuurlijk al een wetenschappelijke achtergrond hebben. Anders snap je niets van al die moeilijke termen, zoals: “purification of an 86 kDa nuclear DNA- associated protein complex”(blz 27) In deze passage leest Armin een stuk voor aan Bo, omdat hij denkt: “En zoals je weet kun je met de hogere wetenschap niet vroeg genoeg beginnen”. Hij leest dingen voor, waarbij ik dacht: waar gáát dit over. Ik snapte er gewoonweg helemaal niets van. Dit is natuurlijk ook tamelijk logisch, aangezien ik nog maar een middelbare scholier ben.
In het boek zijn ook meerdere gesprekken tussen Dees, de beste vriend van Armin en Armin zelf verwerkt. Deze gesprekken gaan over wetenschappelijke onderwerpen, en over allerlei theorieën. Op blz. 144 bijvoorbeeld, voeren ze een gesprek. Het gesprek gaat over systemen en complexen. Ik snap er eerlijk gezegd helemaal niets van, in deze passage worden bijvoorbeeld deze woorden gebruikt: “Onreduceerbaar complexe systemen, nutteloze adaptatie, neodarwinistische kaartenhuis”. Dit soort passages, bewijzen wel dat Armin zeer slim is, of in ieder geval een hoge studie heeft gedaan. Eigenlijk dragen deze gesprekken niets toe aan het verhaal over de zoektocht van Armin, maar ze zijn wel interessant om te lezen. Ze zijn interessant omdat ze me dingen leren, op een onbewuste manier. Als dit soort termen in een schoolboek zouden staan, zou ik het allerliefst het boek verscheuren en niet in kijken. Nu ze in dit boek staan, lees ik het wel, onbewust. En vind ik het eigenlijk onbewust best interessant.
Armin heeft een aantal heel vervelende trekjes. Hij grijpt, als hij verdriet heeft, of zich laat meeslepen, naar de drank. Hij laat toe aan zijn eigen zwakte, in plaats van sterk in zijn schoenen te staan, geeft hij toe aan zijn zwakte. Dit is een eigenschap, een zwakte van Armin die ik echt niet fijn vind. Aan het einde van het boek, zorgt zijn “alcoholverslaving”ook voor problemen. In een dronken bui verteld Armin aan Bo dat hij zijn vader helemaal niet is! (blz. 214) “Nou, jongen, ik kan je geruststellen. Ik ben je vader helemaal niet! Hoor je dat? Hoor je dat? Ik ben je vader niet!””Het was gezegd. Het was eindelijk gezegd. En hoe.”
Hij moest natuurlijk aan zijn zoon vertellen, dat hij eigenlijk een andere vader had. Maar NIET op zo’n manier. Bo was die nacht waarschijnlijk ontmaagd door een meisje, dat meisje lag naast hem in bed, Armin komt binnen en kotst. En vertelt dan dit nieuws. Na het lezen van deze passage werd ik boos, boos op Armin. Meestal leef ik niet echt mee met de personages. Ik voel me meestal niet verdrietig als de personage verdrietig is. Maar toen ik dit las, werd ik echt boos, wat een rot actie van Armin. Het nieuws op zo’n manier aan Bo vertellen. Zo onrechtvaardig gemeen!
Armin is in het algemeen, tamelijk sociaal, slim en vriendelijk. Maar toch vind ik hem niet sympathiek. Hij komt op mij over als een geobsedeerde man, die zó wanhopig wil weten wie de vader van zijn kind is. Dat gegeven, en ook dat hij zo verslaafd aan alcohol is, dat maken hem voor mij een on-sympathiek figuur.

Mening

Nog nooit heb ik iemand horen zeggen: “Mijn opa is eigenlijk mijn vader. Nee dat is mijn vader niet, het is mijn halfbroer.” Het probleem dat in dit boek gaande is, is dus compleet nieuw voor mij. Ik heb wel gehoord, dat er heel veel mensen zijn met een vader, die eigenlijk hun vader niet is. Hierdoor ben ik natuurlijk niet ineens gaan denken dat mijn vader mijn vader misschien niet is. Maar het laat me wel beseffen, dat veel dingen niet altijd zo zijn, als je denkt dat ze zijn. Het leven stelt iedereen wel eens voor verrassingen, het is niet te voorspellen. Veel mensen zien hun leven als vanzelfsprekend. Mijn leven is zoals het is, het zal nooit veranderen.
Dit boek, de passievrucht, wil bewijzen dat het niet zo werkt. Armin, de hoofdpersoon, dacht dertien jaar lang dat hij de vader was van zijn zoon. Hij zou er nooit achter zijn gekomen dat dat niet zo was, als hij de vruchtbaarheidstest niet had gedaan. Dan zou zijn leven een normale levensloop hebben, maar na die test is zijn leven compleet veranderd. Hij blijkt opeens niet de vader van zijn kind te zijn, want dat is zijn eigen vader al. Dit boek benadrukt, dat alles anders kan zijn, dan dat je denkt dat het is. Niets is eigenlijk aan te nemen, tenzij het (wetenschappelijk) bewezen is. Zelfs als je dezelfde zeldzame afwijking aan je voeten hebt als je vader, zoals bij Armin en Bo het geval is. Zelfs dan, kan je niet aannemen dat het toch wel je vader moet zijn. Want je opa of een ander familielid zou ook je vader kunnen zijn. Er zullen altijd vreemde dingen gebeuren, of je zult altijd voor raadsels komen te staan op je levenspad.
“Elke dag zei Ellen tegen me: “Ik hou van je.”
En soms zei ik: “Ik ook van jou.”
En langzaam groeide het besef dat weliswaar alles was veranderd, maar dat alles tegelijkertijd hetzelfde was gebleven.” (blz. 236/237)
Deze passage, die bijna op het einde van het boek staat, is me nog lang bijgebleven. Zelfs als je achter iets “schokkends”komt, en er iets verandert wat eerst een standaard iets was. Zelfs dan blijven de dingen hetzelfde. Hij is dan wel niet de biologische vader van Bo, maar hij blijft toch echt de vader. Hij heeft Bo opgevoed en kent hem beter dan wie dan ook.
“De passievrucht” is een boek, waarbij je je aandacht goed bij moet blijven houden. Het houdt de lezer scherp omdat er zoveel tijdlijnen door elkaar lopen en het soms niet geheel duidelijk is waar je nu chronologisch bent in het verhaal. Het zijn gedeeltelijk ook de tijdslijnen die dit boek zo interessant maken. Het boek begint op het punt dat Armin dus te horen krijgt dat hij onvruchtbaar is, wat er met hem na de uitslag gebeurt, wordt steeds ondersteund met fragmenten uit het verleden. In zijn zoektocht naar de vader van Bo, moet hij graven in het verleden, naar personen die mogelijk de vader kunnen zijn.
Een bijzonder stuk vind ik hoofdstuk 15 (blz 81 t/m 84). In dit hoofdstuk wordt de ontmoeting tussen Armin en Monika beschreven. Eigenlijk staat dit hoofdstuk op een plek waar je het geheel niet zou verwachten, het heeft niets met het leven van Armin op dat moment te maken. Maar toch staat het er, door deze reden trok het al mijn aandacht. Maar vooral de laatste zin trof mij; “Zo was het begonnen. Even onverwacht als het was afgelopen.” Hiermee wordt dus bedoeld, dat hun liefde onverwacht was begonnen. Maar de afloop ook abrupt was, de dood van Monika. Tenminste is het wel de dood van Monika die bedoeld wordt? Of wordt ermee bedoeld, zijn liefde voor Monika…Die abrupt stopte nadat hij hoorde dat hij niet de vader van Bo was, en zij dus vreemd gegaan was. Dit soort “raadsels” maken voor mij het boek heel aantrekkelijk. Ik hou ervan om nadat ik het boek even heb weggelegd, nog na te kunnen denken over het boek.
Heel boeiend maken de gesprekken van Dees en Arwin het boek ook. Deze gesprekken gaan voornamelijk over wetenschappelijke onderwerpen, zoals de theorie van Darwin en het feit dat de aarde rond is, maar dat ook die theorie niet klopt. Deze gesprekken zijn heel interessant om te lezen. Eigenlijk dragen ze niets bij aan de zoektocht van Arwin, maar wel dragen ze bij aan de afwisseling van het boek.
Heel mooi aan het boek is, dat alles heel erg in detail beschreven wordt. Van de seks die Arwin heeft, tot de omgeving van de personen. Hoe mensen eruit zien, praten, lopen en doen, hoe de plaatsen waar Arwin komt eruit zien. Niets wordt overgeslagen, en door al deze informatie kan je zelf een mooi beeld schetsen van alles. Op deze manier is het dus niet moeilijk voor de lezer om zichzelf in te beelden in het verhaal.
Eigenlijk ben ik niet in alle details geïnteresseerd. Ik hoef bijvoorbeeld echt niet te weten hoe Arwin een triootje met Ellen en Monika had, of hoe hij dacht dat hij en Monika Bo verwekt hadden. Daar hoef ik me echt niet in in te kunnen beelden, misschien preuts, maar ik hoef het gewoon echt niet te weten! Aan de andere kant, seks hoort natuurlijk gewoon bij het leven, dus als je als lezer echt met Arwin mee wil voelen, hoort dit er ook bij. Voor mij hoeft het alleen niet.
Ik denk dat het boek zo populair maakt, dat alle gevoelens van Arwin overkomen, dat je alles mee beleeft. Het zal mensen aanspreken dat ze mee kunnen voelen met de hoofdpersoon. Als het voelt alsof er een muur zit tussen jou en de hoofdpersoon, dan voelt het niet fijn en leest het ook niet fijn. Het is te onpersoonlijk. Als je kunt meeleven met de hoofdpersoon en je dus op een of andere manier verbonden kunt voelen met de hoofdpersoon, maakt het lezen van het boek leuk. In Arwin zullen weinig mensen zich herkennen, omdat weinig tot geen mensen dit probleem hebben. Maar toch voelt de lezer met hem mee. Tenminste, ik voel met hem mee, en daarom vind ik dit zo’n fijn boek.
Op bladzijde 174 staat het volgende:
‘“Gecondoleerd.’
‘Dank u wel.’
‘Gecondoleerd’
‘U ook.’
‘Gecondoleerd’
‘Gecondoleerd’
Van alle klotewoorden uit de Nederlandse taal is er niet één zo klote als ‘gecondoleerd’. “
Toen ik dit las, kwam als eerste in me op: “Dit vind ik ook”. Als er één woord is waar ik een hekel aan heb, is het dat woord. Waarom? Dat weet ik niet. Wat me ook opvalt aan deze passage, is de scheldwoorden die erin gebruikt worden. Die maken dit boek ook tot een heerlijk boek. Nuchter, en recht uit het hart.
Spannend is dit boek niet. Meestal is het zo, dat ik een boek alleen blijf door lezen, als het spannend is, als ik de afloop perse wil weten. Maar dit boek kon ik niet zomaar wegleggen. Ik wilde zo graag weten wie de vader van Bo was. Omdat het grootste deel van het boek wordt ingenomen door de zoektocht van Armin, moest ik wel blijven lezen. De ontknoping kwam voor mij geheel onverwacht. Maar als ik terugkijk, bedenk ik me, dat ik wel had kunnen bedenken dat de vader van Armin de vader van Bo had kunnen zijn. Bo en Armin hadden beide dezelfde afwijking aan de voeten en leken ook op elkaar. Dan moet de vader van Bo toch eigenlijk wel iemand uit de familie van Armin zijn. Dit bleek dus ook het geval te zijn. Voor míj kwam de ontknoping dus onverwacht, maar ik weet niet of dit bij ieder mens zo zal zijn.
Waarom dit boek ook zo populair is, is om de reden dat het taalgebruik helemaal niet moeilijk is. In het boek staan nauwelijks moeilijke woorden, en ook de opbouw is niet moeilijk. Voor de overgang van jongerenboeken naar echte Nederlandse literatuur, vind ik dit een goed boek. Het is makkelijk leesbaar en leest fijn weg.