Selecteer een pagina

Geef een beknopte samenvatting (max 500 w.) waarin je de plot, de hoofdpersonen, de plaats en tijd beschrijft. Hiermee zet je voor jezelf en de lezer de inhoud helder op een rijtje om je later te kunnen voorbereiden voor je literatuurexamen. Voor deze samenvatting krijg je geen cijfer.

De hoofdpersonen van deze roman zijn Lisa, Talm, Sophie en Sebastiaan. Sophie werd al op 17-jarige leeftijd moeder van een meisje: Lisa. Zij leefde toen nog in het huis van Albert. Maar Albert was niet bepaald een trouwe vriend en als haar vervelende schoonvader dan ook nog het toneel beklimt, wordt het voor Sophie te veel en gaat samen met Lisa weg. Een paar korte mislukte relaties volgen.
In koffiehuis ‘Samos’, waar Sophie werkt leert ze op een dag Sebastiaan kennen. Lisa is inmiddels 8 jaar. Met Sebastiaan klikt het erg goed en de drie hebben een goede relatie. De relatie met Sophie betekent voor Sebastiaan het einde van zijn seksverslaving (hij ging lange tijd met jonge prostituees naar bed) .
Wanneer Sophie in het ziekenhuis komt te liggen vanwege een misgelopen verwijdering vaan haar baarmoeder en een eierstok verandert de relatie die de drie hadden. Lisa en Sebastiaan trekken steeds meer naar elkaar toe en Lisa komt steeds verder van Sophie af te staan.
Lisa leert op 17-jarige leeftijd een jongen kennen die zichzelf Talm noemt. De twee worden verliefd, ze praten veel met elkaar, maar Talm kan Lisa niet altijd bereiken. Haar stemmingen wisselen heel sterk, de ene keer is ze heel erg in zichzelf getrokken, de andere keer is ze juist heel open. Nadat Lisa en Talm voor de eerste keer seks hebben gehad verteld Lisa dat ze met haar stiefvader naar bed is geweest.
Als Sophie weer opgeknapt uit het ziekenhuis terugkeert besluiten de drie om op vakantie te gaan naar Bretagne. Tijdens die vakantie verdwijnt Lisa. Iedereen gaat haar zoeken, inclusief Talm, maar er is nergens een spoor van haar te vinden.
Zevenjaar later zoekt Talm contact met Sebastiaan, nadat hij hem in een documentaire op televisie heeft herkend. Sebastiaan is na de verdwijning van zijn stiefdochter veel gaan drinken en heeft een zwerversbestaan gekozen. Talm zwerft een tijdje met hem mee om hem uit te horen over wat er gebeurd is tussen hem en Lisa. Talm beschuldigt Sebastiaan van de moord op Lisa en vermoord hem uiteindelijk in zijn slaap door hem te laten stikken in een kussen.
De jongen zoekt na de begrafenis van Sebastiaan de moeder van Lisa op, er ontstaat een innige relatie tussen de twee.

Bespreek je leeservaring d.w.z. jouw gevoelens en gedachten tot betrekking tot het gedrag, het denken en de emoties van de belangrijkste verhaalfigu(u)r(en).

Het is een heel zielig verhaal, een verhaal over drie mensen die in totale onwetendheid achter blijven. Talm weet niet waar zijn eerste geliefde is gebleven, Sophie kan haar dochter niet meer vinden en Sebastiaan is een dochter armer en een moeilijk geheim rijker.
De gedachtegangen van de personages kan ik niet altijd volgen, vooral die van Sebastiaan niet. Een reden zou kunnen zijn is dat hij een paar keer in het boek dronken, of in ieder geval beschonken zit te vertellen. Zo is het niet altijd duidelijk of alles wat hij zegt de waarheid is, of dat alles wel heel erg serieus genomen moet worden, of dat er een lepeltje zout bij ingenomen moet worden!
Talm en Sophie zeggen of vragen allebei een paar keer dingen die ze eigenlijk niet wilden zeggen of niet wilden vragen. Maar uiteindelijk hebben ze een antwoord of een weerwoord gekregen over iets dat ze niet wilden weten. Ik snap niet helemaal waarom Talm iets vraagt als hij het eigenlijk helemaal niet wil weten. Vraagt hij het uit beleefdheid? Maar het gaat om een vraag die eigenlijk niet uit beleefdheid gesteld kan worden, althans dat zou wel erg vreemd zijn, het is nog al een persoonlijke vraag. In dit geval ging het over hoe Sebastiaan en Sophie elkaar ontmoet hadden. Misschien vroeg hij het dan toch uit beleefdheid, of meer uit socialiteit. Zodat Sophie haar verhaal kwijt kon, dat is nog het meest waarschijnlijk.
Maar ook bij Sebastiaan komt het voor dat als de zwerver vraagt “’Ha! Weet je zeker dat je dit wilt horen?’ De jongen denkt: ik weet zeker dat ik dit níét wil horen, dat ik liever ergens anders zou zijn. Maar hij zegt: ‘Ik weet het zeker.’” Zou hij vinden dat hij het móét aanhoren? Moet hij het aanhoren van zichzelf? Misschien zou hij anders een gedeelte van het verhaal missen en hij wil alles horen, hij wil alles weten over Lisa. Hij wil alle informatie vergaren die hij kan vergaren om een zo goed mogelijk beeld voor ogen te krijgen. Misschien dwingt hij zichzelf daarom naar iets te luisteren wat hij niet wil horen!? Maar ik er alleen naar raden, kan alleen opschrijven wat ik denk dat de reden is, aangezien de reden nergens genoemd wordt.
Ik begrijp het minste van Sir Sebastiaan, maar goed inleven in dit verhaal is ook verschrikkelijk moeilijk. Wat weet ik nou over het verliezen van een kind, een liefde, een dochter, een vriendin. Hoe is het mogelijk je voor te stellen dat je niet weet of iemand nog leeft. Het lijkt me absoluut vreselijk, maar hoe het precies voelt? Ik heb absoluut geen idee, ik zou nog niet eens weten hoe het ongeveer voelt een kind kwijt te zijn, of misschien toch niet kwijt te zijn. Die vreselijke onwetendheid, dat lijkt me het aller ergste.
Dat snap ik dan wel weer van Sebastiaan, dat hij daar niet tegen kon. Maar de manier waarop hij het probeert te ontvluchten, vind ik zwak! Hij laat de moeder van ‘zijn’ dochter gewoon achter en mij lijkt drank nooit de goede uitweg. Hij kwetst niet alleen zichzelf, maar ook anderen. Ik heb echter het idee dat hij zichzelf vooral kwetst. Hij maakt het zich moeilijk, althans dat heeft hij al eerder gedaan. Hij had al veel eerder moeten bedenken wat voor gevolgen zijn acties zouden hebben. Maar dat blijkt hij niet ingezien te hebben.
Hij zegt tegen Talm dat hij Lisa is gaan zoeken, maar Sophie weerlegt dat verhaal. Het wordt mij niet helemaal duidelijk wat hij nou voelt, hoe hij zich voelt. Sommige momenten lijkt hij alsof hij het zich heel erg aantrekt wat er gebeurd is tussen hem en zijn stiefdochter en andere momenten lijkt het alsof hij alleen maar doet alsof. Voelt hij zich nou schuldig? Of wil de schrijver de lezer dat laten geloven.
Als ik terugdenk aan het ‘motto’ dat helemaal voorin het boek staat: “Guilt is a very destructive notion.” dan denk ik dat hij zich wel schuldig moet hebben gevonden. Dat motto moet ergens op slaan, op iemand. Het zou op Talm kunnen slaan die de moordenaar (althans dat denkt hij) van zijn grote liefde vermoord en er later achterkomt dat de man onschuldig moet zijn geweest. Maar of dat een vernietigend effect zal hebben weet ik als lezer niet. Want zover gaat het boek niet. Dus is het voor mij een logische gedachte dat het die ‘destructive notion’ slaat op hoe Sebastiaan aan zijn einde komt. Hij wordt uiteindelijk ‘genekt’ door de schuld die hij over zichzelf heeft geroepen als het ware. Ik denk niet dat het zo is dat Talm alles heeft verzonnen over dat Sebastiaan schuldig zou zijn aan de moord op Lisa. In het gesprek met Sebastiaan stelt hij meerdere malen vragen of maakt hij opmerkingen die je automatisch aan het denken zetten over de schuld van deze academicus. Hij stelt vooral vragen die Talm net aan hem gesteld heeft. Hij draait de rollen om, beantwoordt vragen met wedervragen. Zo komt Talm nog niet aan een antwoord, maar het zette hem en mij wel aan het denken.
Er oppervlakkig en vluchtig naar kijkend en het vluchtig lezend, is de eerste reactie: daar zit wat in, hij kan nog wel eens gelijk hebben. Maar als ik er langer over nadenk, is dat eigenlijk niet zo. Hij heeft niet altijd gelijk, in eerste instantie misschien wel, in het eerste oogopzicht, maar het bestuderend blijkt dat het niet zo is. Het is een intelligente man, hij weet wel op welke manier hij dingen moet brengen om zijn gelijk te laten blijken. Althans zijn gelijk moet blijken voor mensen die het slechts één keer lezen, die zijn verhaal een keer horen. Een voorbeeld van een wedervraag staat op bladzijde 258*: “’Was dat hoe je over haar dacht – is dat hoe je nog steeds over haar denkt: als je lieve kleine meid?’ ‘Is dat,’ zegt de man, ‘hoe jíj over haar denkt?’” Dan vraag ik me af, wat doet dat ertoe? Sir Sebastiaan heeft zo zijn maniertjes om het antwoorden uit te stellen, het te ontwijken.
Wat ik dan wel weer humoristisch vond, is dat op bladzijde 261* de schrijver ook Talm intelligentie toewijst. In dit stukje staat namelijk dat Talm wel doorhad dat Sebastiaan zijn vragen iedere keer spiegelde en hij kaatst de bal terug. Talm spiegelt nu de vraag “Doe dat ertoe?” Maar in tegenstelling tot het vrijwel altijd zwijgende antwoord van Talm, probeert de stiefvader Talm wél te antwoorden. Dus voor zijn eigen vragen heeft hij wel antwoorden klaar, maar op de vragen van een ander antwoordt hij liever niet.
Het is eigenlijk maar een vreemde man die Sebastiaan. Een intelligente man. Hij komt in de problemen, hij heeft zichzelf deels in de problemen gebracht. Af en toe kreeg ik het idee dat Sebastiaan zó slim is dat dat hem in de problemen brengt. Dat hij door zijn hoge intelligentie dingen kan bedenken waar anderen nooit op zouden komen. Hij haalt theorieën in zijn hoofd, bedenkt van alles waarmee hij zichzelf kwelt. Het lijkt af en toe dat hij zichzelf dwingt aan de pijnlijkste momenten terug te denken. Omdat hij zo intelligent is, ziet hij ook in hoe fout het is geweest, maar aan de andere kant was het voor hem een terugval in oude routines.
Daar komt weer die tegenstelling naar boven: hij zou intelligent genoeg moeten zijn, tenminste zou ik denken, om in te zien wat goed en fout is. Het goede van het kwade te kunnen onderscheiden. Maar gezien zijn seksuele verslaving lijkt in die gedachtegang toch een kronkel te zitten, dat is niet de hele waarheid. Hij kan de seksuele verhouding met zijn stiefdochter verhalen op een oude gewoonte. Voordat hij Sophie en Lisa had ontmoet ging hij zeer regelmatig naar ‘nachtclubs’. Hij was een hoerenloper. Kleine, jongere meisjes hadden zijn voorkeur. De laatste keer dat hij een dergelijk ‘club’ bezoekt, wordt beschreven. Hij gaat met haar naar bed, met een jonge prostituee. Maar hij kijkt haar niet aan, duwt haar hoofd opzij en neemt haar met harde stoten (ik kon de bladzijde niet precies terugvinden, maar iets soortgelijks staat er geschreven).
Hij geeft aan dat het voorval met Lisa of beter gezegd de voorvallEN met zijn dochter, te kunnen wijten zijn aan zijn vroegere ‘seksverslaving’. Maar als ik de beschrijving van dat laatste clubbezoek lees dan is dat absoluut niet te vergelijken met de ‘relatie’die hij met ‘zijn’ dochter heeft. De verhouding met zijn dochter is veel inniger, ze trekken naar elkaar toe, ondanks dat ze inzien dat het fout was. Misschien is dat het wel, ze zien achteraf in dat het fout was, of ze het gedurende de verhouding ook al inzagen, wordt niet helemaal duidelijk. Dus het excuus dat hij terugvalt in oude gewoontes vind ik erg zwak. Het is een slecht argument, vooral als je kijkt wat voor andere argumenten hij aandraagt. Die spreken dit smoesje (want dat vind ik het eigenlijk) tegen.
Hij zegt dat hij haar iets moois wilde laten meemaken, dat haar eerste keer op een liefdevolle wijze haar zou overkomen. Dat is wat hij haar heeft voorgehouden, Sebastiaan heeft Lisa een ‘ontroerend’ verhaal verteld over de manier waarop hij zou zijn ontmaagd, of ingewijd zou zijn in de liefde. Maar hij geeft jaren later toe aan Talm dat dit helemaal niet het geval was. Een andere verklaring die hij zelf een “verontschuldigende verklaring” noemt, gaat over dat hij is blijven steken rond zijn 13-jarige leeftijd. Hij zegt dat hij in dat bed een jongetje van dertien jaar oud is die altijd al heeft gefantaseerd over de liefde bedrijven met een meisje van minstens vijftien jaar oud. Hij zegt dat hij is achtergebleven, dat 13-jarige jongetje zit nog zo sterk in hem, hij heeft niet goed kunnen/leren socialiseren. Heel goed van Talm vind ik dat hij hierop reageert met: “Hoe kun je je daarachter verschuilen?”. Hij vindt niet dat Sebastiaan maar gewoon alles kan maken onder het motto, ik ben blijven steken in mijn jeugd of in de beginnende puberjaren. Daar heeft hij zeker gelijk in, ik vind ook niet Sebastiaan zoiets mag gebruiken om zijn daden goed gekeurd te laten worden door anderen, noch door zichzelf.
Maar Sebastiaan wil niet over schuld praten, terwijl ik dacht, net zoals Talm dat dacht, dat het wél over schuld ging. Dat had ik er wel uitgehaald, maar Sebastiaan maakt duidelijk dat hij het niet over schuld heeft gehad.
In ditzelfde stukje vergelijkt hij zichzelf met een popster, althans Talm opperde dat deze Sir een vrouw had die hem op handen droeg dus dat hij genoeg had kunnen socialiseren. Maar de Sir vergelijkt zichzelf meteen met een popster door te zeggen: “Ooit een evenwichtige popster gezien?” Op die ‘popster’ wil ik niet eens ingaan, ik zal er maar even vanuit gaan dat het een geval is ‘van wijze bij spreken, ter vergelijking’ maar die evenwichtigheid komt goed uit. Ik heb de afgelopen twee kantjes duidelijk willen maken dat Sebastiaan erg onevenwichtig is. En ook hier is weer bewijs, een onevenwichtige persoon zou eigenlijk niet vanzelf kunnen weten dat hij onevenwichtig is. Maar zelfs in het onevenwichtig zijn is Sebastiaan onevenwichtig.
Net als ik denk dat ik hem begin te begrijpen, dat ik zijn gedachtegang denk door te krijgen, zegt hij weer iets totaal onverwachts. Ik blijf bij mijn eerste oordeel: Sebastiaan is een vreemde man van wie ik niet veel begrijp!

Bespreek je leerervaring d.w.z. in hoeverre heeft dit boek jouw kijk op jezelf, de ander(en) en/of de maatschappij bevestigd, verrijkt of veranderd? Licht je antwoord duidelijk toe!

Uit dit boek heb ik geen lering kunnen trekken over een bepaald onderwerp. Er is geen ziekte aan bod gekomen waar ik meer over heb kunnen leren, er is geen cultuur waarmee ik kennis heb kunnen maken. Het verhaal gaat over een meisje, een vrouw, een man en een jongen. Alle vier de personages met een eigen geschiedenis, een eigen verhaal.
Ik moet vrij diep graven in mijn eigen gedachten om iets te kunnen vinden wat ik geleerd zou hebben. Wat ik dan tegen kom, is dat ik iets geleerd heb over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Het verhaal van een man die zijn vrouw onwaardig behandeld, een schoonvader die met zijn schoondochter omgaat als met een lustobject. En over een kind, een onschuldig kind, dat minder onschuldig wordt gemaakt door haar eigen opa. Iets waardoor ze nooit meer hetzelfde kind zal kunnen zijn. Moeder vlucht met kind en begint een nieuw leven. Later wordt hun leven verblijd met de komst van een nieuwe man, een vadergelijke persoon.
Alles lijkt goed te gaan, maar de vader blijkt toch niet zo een lieverdje te zijn als aanvankelijk gedacht werd (door moeder, dochter en lezer). Al hoewel de man het heel mooi weet in te pakken tegenover de dochter, hij weet haar te palmen met een mooi verhaal, begaat hij een grote fout. Dit ziet hij later in. Op het moment zelf stond hij daar niet bij stil, in ieder geval niet stil genoeg. Ik heb weer eens gezien hoe blind vrouwen kunnen zijn, in het bijzonder moeders. Sophie ziet niets, ze is erg blind als het gaat om de relatie tussen haar vriend en dochter. Ze heeft wel gemerkt dat de relatie tussen haar en haar dochter en de relatie tussen de vadergelijkende persoon en haar dochter veranderd is. De een is verslechterd, verwaterd terwijl de ander heel sterk is geworden, een sterke band is ontstaan tussen Lisa en Sebastiaan. Maar de reden dat die band zo sterk is, daar heeft ze geen idee van. Ze is blind voor het feit dat haar vriend met haar eigen dochter naar bed is geweest, meerdere malen. Ze ziet niet in hoe fout hij is. Ook al heeft hij er nog zoveel ‘smoesjes’ voor (zie de leeservaring).
Geleerd heb ik hoe een relatie kan veranderen, hoe sterk een seksuele relatie iemand van iemand anders kan verwijderen. Lisa en Sophie groeien uit elkaar, hoewel vooral Lisa zich van haar moeder afwendt. En Sophie naïef als ze blijkt te zijn denk dat het komt door de operaties die zij moet ondergaan. Ik zou zo graag willen schreeuwen tegen Sophie dat ze haar ogen open moet doen als ik dit lees, dat ze eens na moet denken!!!
Maar misschien is het ook wel niet opvallend genoeg geweest, als lezer weet je natuurlijk veel meer dan als personage in het boek. Dus ik vind het moeilijk om daarover te oordelen, maar toch blijf ik erbij dat vrouwen en dus vooral moeders zo verschrikkelijk blind kunnen zijn! Blind en doof en misschien ook nog wel stom!
Talm was niet doof, hij had het verhaal van Lisa aangehoord. Het verhaal over haar ‘relatie’ met haar ‘stiefvader’. Maar hij heeft niets gedaan, hij is gewoon weer naar huis gegaan. Dit was een duidelijke bevestiging van de onbegrijpelijkheid van jongens. Als je vriendin je vertelt dat ze ontmaagd is door de vriend van haar moeder. Ook al zegt ze dat het niet alleen zijn ‘schuld’ was, dat zij ook niet onschuldig was. Dan onderneem je actie, ik snap niet hoe iemand dat gewoon naast zich neer kan leggen. Hij heeft het volgehouden om zeven jaar lang te leven met dat in zijn gedachten. Hij dacht dat het Sebastiaans schuld was, de verdwijning van Lisa, maar doet er niets aan. Hij heeft haar niet geholpen toen ze nog wel in zijn buurt was, althans niet naast dat hij naar haar geluisterd heeft, wat natuurlijk wel helpen is.
Hij heeft iets voor mij totaal onbegrijpelijks gedaan. Hij heeft kunnen zitten luisteren naar dat verhaal van zijn grote liefde en heeft haar daarna gewoon naar huis laten gaan. Zijn vriendin vertelt hem dat ze bang is geweest dat Sebastiaan haar iets aan zou doen en hij laat haar terugkeren naar het huis waar hij ook is. Onbegrijpelijk!!!
Het boek heeft overduidelijk het gevoel dat ik al wat zwak had, het gevoel dat het menselijke ras ONBEGRIJPELIJK is!!!
Bespreek je mening over het boek d.w.z. leg duidelijk beargumenteerd uit (zie hiervoor Topniveau Infoboek, pag. 79 e.v.) of en hoe de schrijver er in geslaagd is om jou te boeien.

Van hier naar daar, van hot naar her, van toen naar nu, van een stukje daartussen naar een stukje daarna. Karel Glastra van Loon slingert de lezer door het verhaal heen. Kleine puzzelstukjes op allerlei verschillende plaatsen: linksboven, rechtsonder gevolgd door midden bovenin, rechtsboven, links van het midden op de derde rij gevolgd door het linkerhoekje, zo wordt het verhaal aangeboden. En dat alles zonder voorbeeldplaat bij de hand te hebben. Als ik het in een tijd zou moeten aangeven zou het ongeveer zo gaan: 7 december 19953 maart 199723 februari 199431 juli 199716 september 20001 mei 198527 november 1996. Pas op de laatste bladzijde weet je als lezer wat er nou gebeurd is.
Aan de ene kant maakt dat het natuurlijk wel spannend, divers en interessant. Maar het zorgt ook voor grote verwarring, zo groot dat ik erover heb gedacht om het op te geven! Ook erg vervelend om daarna weer stukjes terug te zoeken als je citaten wil gebruiken voor je boekverslag bijvoorbeeld.
Het werd erg irritant op een gegeven moment om elke keer opnieuw te moeten ontdekken wie die ‘zij’ en ‘hij’ nu weer waren. Was het een gesprek tussen Lisa en Talm, tussen Lisa en Sebastiaan, tussen Sophie en Talm of tussen Sophie en Sebastiaan. Vier mogelijkheden, erg vermoeiend.
Maar dhr. Glastra van Loon is er zo wel in geslaagd het boek spannend te houden, kleine vooruitblikken, kleine terugblikken. Het verhaal is boeiend tot de laatste bladzijde.
Wat ik dan wel weer erg jammer vond, is dat ik geen antwoord heb gekregen op al mijn vragen. Ik had toch wel gedacht dat het einde iets bevredigender zou zijn dan is gebleken. Eigenlijk had ik het gehoopt, want ik houd niet zo van zelf nog lang nadenken over hoe het nou eigenlijk zit, omdat dat frustrerend is aangezien ik er nooit achter zal komen. Ik vind het helemaal niet erg om door te denken over een boek, door te fantaseren. Maar in dit geval is het toch een beetje frustrerend. Er worden wel wat hints gegeven, maar niet genoeg om zelf een goed einde te verzinnen.
Waar is Lisa nu? Was die brief echt? Wat had Sebastiaan met de verdwijning te maken? Hield Lisa net zoveel van Talm als hij van haar hield? En wat ik ook erg graag had willen weten, is wat er nou in Lisa’s hoofd omging. Wat haar bezig hield, waardoor ze soms zo afwezig en in zichzelf gekeerd kon zijn.
Een erg bevredigend boek was het niet, er zijn nog heel wat vraagtekens overgebleven die ik graag weggewerkt had gezien. Ik vond het wat teleurstellend dat er uiteindelijk niet uitkomt waar Lisa heen is, wat er met haar gebeurd is. Misschien was het dan wel te erg een ‘happy end’ geweest. Of nee dat zou zo zijn als ze terug in de armen van haar moeder, vader en vriend zou vliegen op een dag. Dat zou te erg een ‘happy end’ zijn, te overdreven. Maar erachter komen wat er met het meisje is gebeurd, daar blijf ik nieuwsgierig naar!
Ik vind het mooi geschreven, de Shakespeare citaten van Sir Sebastiaan begreep ik niet altijd, dat is eigenlijk wel jammer. Ik had soms het idee dat deze toch wel van belang waren voor het verhaal. Maar ze waren niet bepalend voor het verhaal, zonder ze volledig te begrijpen ben ik ook het boek doorgekomen.
Ik zeg expres ‘het boek doorgekomen’ want erg soepel las het niet weg. Grotendeels vanwege de vele onverklaarbare overgangen, maar ook omdat het boek me niet geweldig kon boeien. Ik vond het boek een beetje overdreven dramatisch. In ieder geval is het hele verhaal natuurlijk al een mysterie, het lijkt mij een vrij onwaarschijnlijke mysterie. Maar goed daar was nog over heen te stappen. Maar ik vond het behoorlijk vergezocht allemaal. Ik had gedacht en gehoopt dat het meer ging over hoe Talm en Sophie en Sebastiaan met de onwetendheid omgingen, hoe ze konden doorgaan met hun leven. Maar het ging vooral over wat er gebeurd was voordat Lisa was verdwenen.
Op zich was het geen moeilijk boek, althans geen moeilijke taal (het Engels daargelaten). Het was vrij vlot te lezen qua woordenschat en dergelijke. De hoge moeilijkheidsgraad zat hem duidelijk in de verspringen van de tijd en de verhaallijn. Het telkens moeten omschakelen.
Ik vond het vrij interessant te lezen hoe de verhoudingen waren, Sophie die al vroeg moeder was geworden, maar die toch een vrij goede moeder leek te zijn. Al dacht ze daar zelf anders over. Die Albert en zijn vader, twee heel aparte figuren. Albert deed me denken aan een stuk van een boek dat mevrouw Coumou ooit voorgelezen heeft in de klas. Over een man die voor het eerst zijn ‘scharrel’ mee naar huis zou nemen, waarop zijn vrouw de benen neemt. Albert doet dat ook!
Hoewel dat eigenlijk helemaal niet zo belangrijk voor het verhaal is, heb ik dat toch onthouden. Veel dingen over Sebastiaan en de gesprekken van hem met Talm ben ik kwijt, maar die Albert en zijn Susan zijn me bij gebleven.
De geschiedenis van de moeder en de dochter wordt vrij vluchtig verteld, soms verteld Sophie wat, in terugblikken, tijdens het gesprek met Talm. Over Sebastiaan wordt nog minder duidelijk. Al hoewel die geschiedenis van de academicus erg onverwacht komt, zoiets had ik niet verwacht.
Humoristisch is het niet te noemen. Af en toe een klein, subtiel humoristisch stukje, niet eens een grapje te noemen, levert de nodige afwisseling. Het boek kent geen hilarische, zelfs geen echt humoristische stukken, dat vind ik wel een beetje jammer. Af en toe een grapje mag best om de boel wat te relativeren en wat ‘leuker’ te maken.
Het is geen boek dat ik meteen zou aanprijzen bij anderen. Het is geen boek dat bijzonder mooi of speciaal of interessant is. Het is wel een aardig boek. Het onderwerp is nou niet geweldig, de verhaallijn is ook niet ‘je van het’. Het allemaal maar een beetje middelmatig. Dit wil niet zeggen dat ik niet blij ben dat ik het gelezen heb, dat ik spijt heb. Zulke boeken moet je ook gehad hebben en nu weet ik het tenminste! Heb ik een gegronde mening kunnen geven.
Kies een bij jouw passende opdracht uit de aan jou verstrekte verwerkingsopdrachten. Geef duidelijk aan welke je gekozen hebt en werk deze dan zo goed mogelijk uit.

Mijn keuze:
Zoek bij het werk dat je gelezen hebt minimaal één kritiek, commentaar, artikel of boekbespreking. Je kunt ook een medeleerling of docent interviewen die het werk kent. Vergelijk op enkele punten jouw ervaring en gedachten met die van andere lezer(s).

Enkele recensies, de gemarkeerde stukken zijn de stukken die ik later zal bespreken.

Schrijver
Glastra van Loon, Karel

Titel
Lisa’s adem

Jaar van uitgave
2001

Bron
De Volkskrant

Publicatiedatum
11-05-2001

Recensent

Recensietitel
Dit is wie jij bent

‘Wanneer aan een roman, verhaal of gedicht een motto (veelal een citaat uit een andere literaire tekst) voorafgaat, dan fungeert dit tekstelement meestal als een indirecte aanduiding van het thema’, lees ik van een slecht gekopieerd A-viertje, onderdeel van een vergeten romananalyse. Het woord dat me dwarszit is meestal. Kan een motto een ander doel dienen dan de lezer een glimp voorschotelen van wat hij kan verwachten als hij het boek tot het zijne wil maken? Is het soms een valkuil? Een leus die je op het verkeerde been zet? Of heeft het een enkele keer een esthetische functie, is het aan de roman toegevoegd om hem van de juiste sfeer te voorzien? Ik weet het niet. Voor mij is een motto onlosmakelijk verbonden met de inhoud van het boek, dekt het, zoals de titel, de belangrijkste lading, soms op niet mis te verstane wijze, vaker symbolisch, maar altijd dusdanig dat het met terugwerkende kracht aan betekenis wint en je als lezer niets anders kunt dan vaststellen: door deze kenspreuk herlees ik in één adem de roman. Erg gewichtig vind ik het echter niet. Romans boeten niet aan schoonheid of brille in zonder citaten uit de literaire, muziek- of kunstwereld. Desondanks komt het voor dat ik me door een motto tot een koop laat verleiden. Auteur, titel, omslag, flaptekst… ze doen bij deze uitzonderlijke gelegenheid nauwelijks terzake. Al wat tot me doordringt is een tekstregel die roept: lees en huiver, dit is wie jij bent. Het gebeurde me bij Lisa’s adem van Karel Glastra van Loon, een roman die een motto van David Bohm meekreeg: ‘Guilt is a very destructive notion.’ Dit is wie jij bent, schoot het als gezegd door mijn hoofd, en zonder omhaal, in de veronderstelling een boek vast te hebben dat handelt over scrupules en boetvaardigheid, liep ik naar de kassa. Thuis las ik de flaptekst. Lisa is zeventien als zij tijdens een vakantie spoorloos verdwijnt. Is zij ontvoerd? Heeft ze zelfmoord gepleegd? Of is ze weggelopen? De achterblijvers – vriendje Talm, moeder Sophie en stiefvader Sebastiaan – moeten leren leven met vragen waarop ze nooit antwoord zullen krijgen en raken geïsoleerd in hun eigen verdriet. Drie hoofdfiguren dus, plus een verdwenen kind, naar wiens lot, laat ik het maar meteen zeggen, ik geen moment nieuwsgierig ben geweest. In weerwil van wat de flaptekst me voorhoudt, geloof ik dat het de auteur ook niet om Lisa is begonnen, veeleer om wat zij bij de drie heeft teweeggebracht: woede, onbegrip, en vooral stilstand. Sinds haar verdwijning zijn zeven jaar verstreken als Sophie en Talm elkaar opzoeken. Talm zegt niets belangrijks gedaan te hebben: halve baantjes, halve vriendschappen, halve liefdes. Sophie zag intussen haar lichaam door ziekte aftakelen en klampt zich vast aan het beeld van Lisa, die dezelfde schoonheid bezat als zij lang geleden, toen ze elke man in bed wist te krijgen. En Sebastiaan? Eens leraar aan de universiteit, later kapotgemaakt en in de goot beland vanwege een al dan niet vermeend seksschandaal met een student, maar werkelijk te gronde gericht door de verdwijning van zijn stiefdochter van wie hij niet af kon blijven. Lisa is van meet af aan een schim. Door haar moeder beschouwd als ongelukje en zowel voor Talm als voor Sebastiaan au fond een surrogaatminnares. Talm viel immers op Lisa door de treffende gelijkenis met een onbekende Duitse die zijn hart gestolen had. Uit ervaring weet ik dat zoiets heel ver kan gaan. Op de middelbare school ontwikkelde ik bijvoorbeeld een obsessie voor een leerlinge die het eerste meisje dat ooit gevoelens van lust bij me had opgewekt vertegenwoordigde. Onafgebroken staarde ik naar haar. Ik rook aan haar jas in de garderobe, ik ploos haar lesrooster uit, wachtte een halfuur bij min twintig graden enkel om haar voorbij te zien fietsen, stopte briefjes en zelfs een cassettebandje bij haar in de bus met muziek die ik beluisterde wanneer ik aan haar dacht, maakte me zo tot risee van de school… Maar mijn verliefdheid vrijwaarde me van commentaar over ontbrekende seksuele avonturen. Totdat een carnavalsliefde ten slotte aan alles een eind maakte. Talms obsessie duurt, ook na Lisa’s verdwijning, voort – en wel voor onbepaalde tijd! Eerst vermoedde ik een schuldgevoel over haar lot. Toen dat uitgesloten was, wierp woede zich op als reden. Sebastiaan had zijn meisje immers beschadigd en was verantwoordelijk voor haar veelvuldige geslotenheid. Maar hoewel hij voor Talm hoofdverdachte was, stapte deze niet naar de politie, en een eigen zoekactie zette hij pas op touw toen hij de man (als zwerver) in een documentaire op televisie terugzag. Eerder had hij geen enkele moeite gedaan hem op het matje te roepen. Zijn woede kon mij dan ook niet overtuigen. Welbeschouwd heb ik, op het onnozele ‘als je tienerjaren werkelijk de mooiste jaren van je leven zijn, dan wil ik niet ouder worden dan negentien’ na, geen enkele grond kunnen vinden voor de stilstand in zijn leven. De feiten wijzen eerder in tegenovergestelde richting. Voordat hij op de Duitse verliefd werd, was Lisa hem nooit opgevallen. Hun relatie duurde slechts een paar maanden. Ze heeft zich uiteindelijk letterlijk en figuurlijk voor hem geopend. En ten tijde van haar verdwijning zat hij in de bloei van zijn leven, waarin fysieke driften het eenvoudig winnen van emoties. In mijn geval had een rappe tongzoen al de kracht om maandenlange ontberingen en zelfopgelegde kwellingen weg te vegen en het pad te effenen naar talloze veroveringen. Maar Talm doet zijn naam eer aan. Dan is daar ineens weer het motto. Sebastiaan is schuldig en moet boeten, zal Talm gedacht hebben. Ongetwijfeld is hij de middag van haar verdwijning met haar alleen geweest en heeft hij haar. . . Hij kan haar… Hij moet haar… Voor mij schuilt de waarheid van een roman vaak in een paar zinnen. ‘Dan zijn er die andere dagen, groter in getal. De dagen waarop ze zich tegen de wereld teweerstelt. Alsof in haar een grote woede woelt of een onuitsprekelijk verdriet dat ze slechts met de grootste moeite weet te onderdrukken. (…) Op zulke dagen houdt hij [Talm] het meest van haar en doet dat hem het meeste pijn.’ Het zijn de dagen waarop Sebastiaan, of de herinnering aan hem, toeslaat. Hoe mooi zou het geweest zijn als de schuld uit het motto een dubbele betekenis had gekregen… inderdaad een valkuil was geweest. Als de moord op Sebastiaan niet alleen de dood van een pedofiel inhield, maar tegelijk de aanval verbeeldde van Talm op de sadist in zichzelf, datgene vernietigend waarvan hij hield. Wanneer duidelijk wordt dat op de dag van Lisa’s verdwijning Sebastiaan niet van Sophie’s zijde is geweken zegt hij echter: ‘O mijn god, wat heb ik gedaan?’ Waarmee zijn schuld eenzelfde ongelaagdheid krijgt als die hij Sebastiaan toekende. Het mag dan alsnog een schuld zijn die ik op voorhand verwachtte, met terugwerkende kracht kan ik stellen: dit is niet wie ik ben.

Dit is wie jij bent – onbekend

“Drie hoofdfiguren dus, plus een verdwenen kind, naar wiens lot, laat ik het maar meteen zeggen, ik geen moment nieuwsgierig ben geweest. In weerwil van wat de flaptekst me voorhoudt, geloof ik dat het de auteur ook niet om Lisa is begonnen, veeleer om wat zij bij de drie heeft teweeggebracht: woede, onbegrip, en vooral stilstand.”

De recensent gelooft niet dat het om Lisa is begonnen, hij is niet nieuwsgierig geweest naar het verdwenen kind. Ik dus wel! Die brief uit Hongarije bracht er weet wat spanning in. Ik vond het een beetje teleurstellend dat er uiteindelijk vrijwel niets duidelijker wordt over het lot van Lisa. Waar ze is, waarom ze weg is, hoe ze weg is gegaan. Helemaal niets wordt duidelijker, zelfs niet na het gesprek van Talm met de weduwe De Koning, aan wie Lisa nog een brief had gestuurd. Voor mij was het minder een mysterie wat er was gebeurd voordat Lisa verdween dan de verdwijning zelf.
De recensent heeft wel gelijk als hij zegt dat de woede, het onbegrip, en vooral de stilstand heel belangrijk zijn. Die zijn echt heel belangrijk en erg interessant. Maar ik vind dat Karel Glastra van Loon er niet helemaal in is geslaagd dat optimaal te verwoorden in dit verhaal. De woede, het onbegrip noch de stilstand springen van het papier.

“Maar hoewel hij voor Talm hoofdverdachte was, stapte deze niet naar de politie, en een eigen zoekactie zette hij pas op touw toen hij de man (als zwerver) in een documentaire op televisie terugzag. Eerder had hij geen enkele moeite gedaan hem op het matje te roepen. Zijn woede kon mij dan ook niet overtuigen.”

Aan de ene kant heeft deze schrijver wel gelijk, de woede van Talm was niet echt geloofwaardig als ik er nog eens over nadenk. De schrijver heeft mij duidelijk aan het denken gezet over die woede. Zoals ik al eerder vermeld heb, vond ik het vrij vreemd dat Talm pas na zeven jaar op zoek gaat. Dat hij zeven jaar heeft rond kunnen lopen met de gedachte dat hij wist wie de hoofdverdachte was voor de verdwijning van zijn grote liefde. Hij heeft gewoon door kunnen leven met die gedacht, met de gedachte dat een schuldige man nog gewoon op vrije voeten door de wereld gaat.
Hij is inderdaad niet naar de politie gestapt, maar goed dat kan op verschillende manieren te verklaren zijn. Het kan zijn dat Talm de politie niet vertrouwt. Het kan ook zijn dat Talm niet dacht dat het iets uit zou maken of hij naar de politie zou stappen. De politie zou er waarschijnlijk toch niets aan veranderen. Er waren geen bewijzen, daar was Talm zich van bewust, een valse beschuldiging wilde hij niet op zijn geweten hebben. Zodoende kan ik best begrijpen waarom Talm niet naar de politie is gestapt, althans dat hij niet meteen naar de politie is gestapt.
Nadat Talm een bevestiging heeft gehoord van de seksuele relatie uit de mond van de schuldige zelf stapt hij nog niet naar de politie. De zaak is absoluut nog niet verjaard, maar Talm kiest ervoor het heft in eigen handen te nemen. Hieruit blijkt heel sterk de woede die hij al een aantal jaren met zich meedraagt. Hiermee weet hij mij te overtuigen. Hiervoor geloofde ik hem nog niet helemaal, maar een moord is alleen te plegen als je écht kwaad bent. Talm moet heel erg diep verzekerd zijn van de schuld van Sebastiaan, anders kan een intelligente jongen zoals hij het nooit over zijn hart verkrijgen het leven van een ander te ontnemen.

Schrijver
Glastra van Loon, Karel

Titel
Lisa’s adem

Jaar van uitgave
2001

Bron
Elsevier

Publicatiedatum
21-04-2001

Recensent
Thomas van den Bergh

Recensietitel
Het kwaad in onszelf

Karel Glastra van Loon schrijft een geloofwaardig verhaal over een incestueuze verhouding en bevestigt zo zijn vertellerstalent. En toen was daar Het Tweede Boek. Voor menig succesvol debutant een stevig obstakel: de in korte tijd opgebouwde reputatie hangt als een loodzware last om de nek, het schrijven is opeens een stuk minder onbevangen dan voorheen. Karel Glastra van Loon heeft in een paar jaar tijd een komeetachtige carrière gemaakt. Een bundel reisverhalen deed nog niet veel, maar zijn romandebuut De Passievrucht kreeg lovende kritieken en een grote literaire prijs, en was niet weg te branden uit de boekentoptienen. Zijn tweede roman, Lisa’s adem, moet nu de vraag beantwoorden of deze vuurpijl met een sisser afloopt, of met een spectaculaire knal tot ontploffing komt. Een van de veel voorkomende fenomenen bij Tweede Boeken is de, meestal onbewuste, herschrijving van de eersteling. In die val is Glastra van Loon niet gelopen. De kracht van De Passievrucht was het plot, dat de roman als een zestienkleppenmotor aandreef. In Lisa’s adem is weliswaar opnieuw sprake van ‘een geheim’, maar anders dan in De Passievrucht wordt dat op de laatste pagina’s niet opgelost. Er zijn tegen het einde eerder geheimen bijgekomen, en dat zet de roman in een prettig-mysterieuze gloed. Het geheim van Lisa’s adem is de verdwijning van het meisje uit de titel, Lisa. Op een zomerochtend, tijdens een vakantie in Frankrijk met haar moeder en stiefvader, vertrekt Lisa in haar eentje naar het strand. Ze komt nooit meer terug. Wie moet hier niet denken aan Het gouden ei, Tim Krabb’s boek over een verdwijning? Maar anders dan bij Krabb, is Lisa’s verdwijning niet het gevolg van een misdaad, alswel het eindpunt van raadselachtige, en wie weet misdadige gebeurtenissen. Want dat Lisa een raadselachtig meisje is, zoveel is duidelijk. Ze kan zich van het ene op het andere moment compleet van haar omgeving afsluiten, is vroegwijs, onberekenbaar. We leren Lisa kennen door de mensen om haar heen: haar moeder Sophie, op jonge leeftijd bezwangerd door een ordinaire macho, Lisa’s stiefvader Sebastiaan, een erudiete man-op-leeftijd, docent Engelse letterkunde aan de universiteit tot hij na een schandaal op non-actief wordt gesteld. En dan is er Talm, de jongen die een verzengende liefde voor Lisa ontwikkelt. Allengs wordt duidelijk dat Lisa in de loop der tijd ergens van binnen gewond is geraakt. Dat die traumatische ervaring betrekking heeft op een incestueuze verhouding, ziet de lezer van mijlenver aankomen. Overigens lijkt dit ook de bedoeling van de schrijver te zijn geweest. De verrassing schuilt veeleer in de onthulling van de dader. Niet Lisa’s echte vader (en ook niet haar grootvader, zoals helemaal in het begin wordt gesuggereerd), maar Lisa’s stiefvader blijkt de incest te hebben gepleegd. Maar was het wel incest? Was de verhouding tussen Sebastiaan en Lisa plat en pervers? Of was er sprake van oprechte liefde? Kan zo’n liefde ooit acceptabel zijn? Wat is goed en wat is slecht en hoe makkelijk laten die begrippen zich manipuleren? Met dergelijke vragen speelt Glastra van Loon in het tweede deel van de roman, als Talm, zeven jaar na de verdwijning van Lisa, op zoek gaat naar Sebastiaan, die inmiddels in de goot is beland. Op dit punt aangekomen moet de lezer onherroepelijk denken aan Nabokovs meesterwerk Lolita, waar Glastra van Loon enkele malen subtiel naar verwijst. Ook Humbert Humbert meent echt van zijn kleine Lolita te houden. Of houdt hij eigenlijk van het beeld dat hij zich van het meisje geschapen had? Dat is het centrale thema in Lisa’s adem: de afwezigheid van deugd en zonde buiten onszelf. Het goede en het kwade als puur menselijke eigenschappen in plaats van abstracte, ethische categorieën. Sebastiaan beseft dat de slechtheid uiteindelijk in de mens zelf zit. En dat die slechtheid bij hem juist opspeelt bij de aanblik van ‘onbeschermde schoonheid, van volledige kwetsbaarheid’. Zo vertelt Glastra van Loon een tragisch verhaal zonder tranen te trekken. Hij bewijst opnieuw een voortreffelijke verhalenverteller te zijn, waarbij geloofwaardigheid en natuurlijkheid zijn grootste verdiensten zijn. De opbouw is wederom doordacht: als in een kaartspel zijn de losse episoden door elkaar geschud en worden de sterkste troeven aan het slot uitgespeeld.

Het kwaad in onszelf – Thomas van den Bergh:
“De opbouw is wederom doordacht: als in een kaartspel zijn de losse episoden door elkaar geschud en worden de sterkste troeven aan het slot uitgespeeld.”

Met deze twee regeltjes ben ik het heel duidelijk eens. Ik vind het een mooie vergelijking, om de verhaallijn te vergelijken met een kaartendek dat door elkaar is geschud. Het mooiste eraan is dat het absoluut willekeurig is gedaan, het is toeval waar de stukjes terecht komen. Dat idee had ik ook, de link van het ene stukje naar het andere stukje was vaak ver te zoeken, als ik het al kon vinden. Vandaar dat die toeval die Thomas van den Bergh hier noemt, de toeval van het schudden van een kaartendek mij heel erg aanspreekt.
Maar ik heb het over toeval, de kaarten zijn niet van te voren zo neergelegd. Ze worden ter plekke geschud, voor iedereen te zien dat ze totaal willekeurig op een stapel terecht komen. Thomas van den Bergh echter spreekt over een ‘doordachte opbouw’. Dat kan niet samen gaan, een doordachte willekeur is vrij ingewikkeld te realiseren. De sterkste troeven worden dan wel aan het slot uitgespeeld. De opbouw zal dan wel doordacht zijn, in de zin dat de stukjes verhaal helemaal door elkaar staan en dat de lezer pas op het laatst de clou te lezen krijgt. Maar of er echt een doordachte structuur zit in het verhaal, of alle stukjes precies op deze manier express zo zijn geschreven met een bepaald doel, daar twijfel ik aan. Het lijkt me vrij onwaarschijnlijk dat het iets uitmaakt of hoofdstuk één voor hoofdstuk twee komt. Of misschien nog erger, deel één van hoofdstuk drie voor deel twee van hoofdstuk drie. Die logica heb ik gewoon niet in dit boek kunnen vinden, geen aanknopingspunten die deel één koppelen aan deel twee.
Die globale opbouw lijkt erg doordacht, dat kan niet door willekeur zo gevormd zijn, dat zou té toevallig zijn. Maar ik zou het erg bijzonder en knap vinden als Karel Glastra van Loon het voor elkaar heeft gekregen om deze opzet helemaal kan verantwoorden. Als hij alle puzzelstukjes expres in deze volgorde heeft geplaatst en daar ook nog een reden voor heeft en mij ervan zou overtuigen dat er wel degelijk aanknopingspunten zijn. Dan neem ik mijn petje voor hem af!
Maar ik betwijfel het ten zeerste.