Samenvattingen
Samenvatting (lang, 624 woorden)
In Serenade draait het om het oorlogstrauma waar de joodse Anneke IJsman, moeder van componist Ben Weiss, al haar hele leven mee worstelt. Anneke IJsman is een levenslustige vrouw van 74 en als bij haar een tumor wordt vastgesteld besluit haar enige zoon Ben (tevens verteller van het verhaal) dit voor haar verborgen te houden om haar levenslust niet te bederven. Anneke herstelt en lijkt ogenschijnlijk niets te mankeren. Een tijd later ontmoet Anneke de 77-jarige Fred Bachman, wordt verliefd op hem en wekt de indruk aan een nieuw leven te willen beginnen. Totdat zij op een bepaalde dag verdwijnt. Ben veronderstelt dat ze op vakantie is en dat ze hem nog zal bellen. Dit deed zij altijd, sinds zij voor het eerst op eigen initiatief naar Parijs was gegaan. Als haar telefoontje echter uitblijft, vrezen Ben en Fred het ergste. Fred denkt dat zij een ander heeft, maar als Ben haar woning doorzoekt en erachter komt dat haar paspoort, reistas en enkele kleren ontbreken, concludeert hij dat zij toch op vakantie is. Dan herinnert hij zich ineens het onderwerp van discussie van het laatste telefoongesprek met zijn moeder. Zijn moeder zei dat zij iets aan onze vreselijke wereld zou gaan doen nadat zij een uitzending van Nova had gezien over voormalig Joegoslavië. Als Ben in het huis van zijn moeder een enveloppe vindt met het opschrift ‘Reisbureau Oppenmeiner’ scheurt hij deze open. Het blijkt een rekening te zijn. Ze had een vliegreis geboekt naar Split in Kroatië. Haar vertrek had afgelopen woensdagmiddag plaatsgevonden. Na enig informeren komt hij erachter dat zij eerst een vlucht naar Sarajevo wilde boeken, maar toen de boekingsagente geen maatschappij kon ontdekken die daarop vloog, wilde ze naar de stad die er het dichtst bij lag. Fred en Ben boeken een vlucht naar Split om Anneke te gaan zoeken.
Nadat Fred ruzie heeft gemaakt met de taxichauffeur zet deze hen af bij het Marjan Hotel aan de haven van Split. Fred en Ben leren elkaar aardig kennen. Zij gaan op zoek naar Anneke maar vinden haar niet. Dan herinnert Fred zich dat hij een oude vriend in Split heeft wonen: Drazen Mesic. Deze vertelt dat hij vermoedelijk weet waar Ben’s moeder is. Ondertussen gaat Fred vreemd maar rechtvaardigt dit door te zeggen dat Anneke ook geen lieverdje is. Ben weigert dit te geloven. Diezelfde dag vertelt een van Mesic’s assistenten over Slavko.
Deze Slavko versierde rijke meisjes en vrouwen met mooie praatjes en liet hen daarna duizenden guldens betalen voor een nacht met hem. Slavko zou ook Anneke hebben afgezet. Hij zou haar beloofd hebben wapens te leveren aan de bewoners van Sarajevo zodat zij zich konden beschermen tegen de Serviërs. Zij had hem hiervoor honderdvijfenzeventigduizend gulden betaald maar het wapentransport was nooit gearriveerd. Op het goederenstation waar Anneke nog steeds op haar transport stond te wachten (dit zou twee dagen geleden gearriveerd moeten zijn), vindt Ben zijn moeder. Ben weet haar ervan te overtuigen dat Slavko een oplichter is en neemt haar mee terug naar Nederland, waar zij na tien dagen met hoge koortsen en snijdende krampen in het AMC wordt opgenomen. Op maandagnacht sterft zij aan haar galcarcinoom.
Na haar begrafenis vindt Ben samen met zijn vriendin Inge een afspraak van zijn moeder met een psychiater. Deze psychiater is gespecialiseerd in oorlogstrauma’s en via deze man komt hij erachter dat zijn moeders tweelingbroer Benjamin, die in de oorlog is vermoord, haar bij een arrestatie in de oorlog heeft gered door de aandacht van de politiemannen af te leiden door te doen alsof hij gek werd. Op dezelfde manier was de Bosnische vrouw op televisie door haar vader gered. Ben besluit nu eens een echt muziekstuk te schrijven, ter ere van zijn moeder. De titel luidt: Serenade no.1.
Samenvatting (kort, 270 woorden)
Ben Weiss is een componist en het enige kind van Anneke Weiss, een levenslustige vrouw. Op een dag wordt aan Ben verteld dat zijn moeder een galcarcinoom heeft, dit is een gezwel dat zich om de gal en leverafvoer wikkelt. Ben besluit om zijn moeder niet op de hoogte te brengen van haar fatale ziekte. Als Anneke is hersteld ontmoet ze de jood Fred Bachman. Ongeveer 10 maanden na haar operatie verdwijnt Anneke opeens. Na niets van haar gehoord te hebben, besluiten Fred en Ben om haar te gaan zoeken. Ze komen erachter dat ze naar Split in Kroatië is gereisd. Via een kennis van Fred, Drazen Mesic, komen ze erachter dat Anneke voor 175.000 gulden is opgelicht door ene Slavko. Slavko zal voor wapens zorgen, zodat Sarajevo zich tegen Servië kon verdedigen. Maar het wapentransport is nooit aangekomen. Ben vind haar bij het station waar de wapens zouden moeten arriveren en neemt haar samen met Fred mee terug naar Nederland. Een paar dagen later sterft Anneke aan haar ziekte. Als Anneke begraven is vind Ben een brief met een afspraak van Anneke met een oorlogspsychiater.
Ben komt erachter dat hij eigenlijk niets van zijn moeders verleden weet. De psychiater verteld hem dat zijn moeders tweeling broer Benjamin, haar bij een arrestatie in de oorlog heeft gered door de politiemannen af te leiden door te doen alsof hij gek werd. Dit was op dezelfde manier als de vader van de Bosnische vrouw op de televisie deed. Na dit allemaal gehoord te hebben besluit Ben om een muziekstuk te schrijven ter ere van zijn moeder. Hij noemt dit stuk: Serenade no.1.
Karakterbeschrijving
De hoofdpersonen van dit korte boekje zijn: Ben Weiss zijn moeder Anneke Weiss en haar vriend Fred Bachman.
Ben Weiss
Karakter
Ben is joods en de ikfiguur in het boek. Hij is een componist en maakt muziek voor reclame en top veertig-muziek. Hij is niet zo trots op zijn werk zoals zijn moeder, hij wil namelijk wel eens een wat serieus stuk schrijven, wat hij op het laatst ook doet ter ere van zijn moeder. Ben’s vader is overleden en hij is enig kind. Ben irriteert zich vaak aan de dagelijkse telefoontjes van zijn moeder over onbelangrijke zaken, en over oneindige discussies over welk kleding stuk hem wel of niet staat. Die discussies komen vaak voor omdat Ben net zoals zijn moeder erg koppig is. Maar ondanks dat houdt hij toch heel veel van zijn moeder.
Citaat 1: “Erfelijk belast, koppig tot in mijn tenen, ging ik met haar in discussie.” (Blz. 9)
Ben is erg onzeker over zijn composities ondanks dat ze erg goed zijn. Hij kan niet echt van het succes genieten.
Citaat 2: “De composities die ik tussen de opdrachten door schreef, hield ik in een donkere la. Mijn eigen gefluisterde pogingen om stem te geven aan wat niet gezegd kon worden mochten niet in het openbaar klinken. Inge vond dat ik aan faalangst leed, wat ik openlijk bestreed maar heimelijk erkende. Ik had een verzameling stukken liggen die net zo bizar was als de muziekgeschiedenis van deze eeuw, weerbarstige staketsels van klanken die mijn eigen lijnen volgden en niets anders waren dan zichzelf, ongenaakbaar en autonoom, onbelast door een product dat aan de man moest worden gebracht maar gevangen in de ruis van mijn twijfels.”
(Blz. 40.)
Uiterlijk
Ben is van middelbare leeftijd maar word vaak een stuk jonger geschat. Hij heeft een beetje kroeshaar, dat hij vroeger als een afrokapsel liet uitwoekeren, en is niet als te groot. Zijn gelaat lijkt een beetje op een muis. Ben heeft een zwak ontwikkelde kin, een Semitische neus en een bescheiden voorhoofd met een lage haargrens.
Citaat 3: “Gelukkig kroest mijn haar en ik houd het bovenop wat langer dan aan de zijkanten (in mijn jeugd liet ik het uitwoekeren tot een afrokapsel), waardoor ik in combinatie met schoeisel op forse hakken, bij voorkeur halfhoge laarzen, vijf centimeter illusie aan mijn lengte kan toevoegen. Mijn gelaat heeft een muizige vorm met een zwak ontwikkelde kin en een bescheiden voorhoofd met lage haargrens en mondt uit in een Semitische neus, zo’n gezicht dat voor joods doorgaat en in de regel zeker tien jaar te jong wordt geschat.” (Blz. 25)
Karakterontwikkeling
Bij Ben Weiss vind er denk ik wel karakterontwikkeling plaats. Hij gaat namelijk anders tegen zijn moeder aankijken. In het begin van het boek ziet hij haar als het mens dat hem steeds lastig valt met nutteloze telefoontjes. Maar op het eind denk ik dat hij haar meer respecteert omdat ze schijnbaar nog steeds niet haar verdriet en pijn van de oorlog had verwerkt. Ik denk dat hij inzag dat ze gewoon iemand wilde om mee te praten als afleiding. Ook wil hij zijn werk serieuzer nemen na het overlijden van zijn moeder. Hij gaat van simpele reclame spotjes over in het echte componeren van muziek, zijn eerste werk is Serenade No.1 dat hij opdraagt aan zijn moeder.
Citaat 4:“Ik heb mijn reclame-relaties verteld dat ik de komende tijd niet beschikbaar ben. De notitieboekjes zijn van de duisternis van de la bevrijd en liggen nu kwetsbaar op de Roland. Ik schrijf iets waarboven ik schaamteloos Serenade no. 1 noteer. Ik schrijf een stuk voor mijn moeder. Als ik beelden van de Bosnische Oorlog zie, hoor ik haar klacht dat de bandieten zegevieren terwijl de beschaving toekijkt. Gewapend met pen en piano, gekleed in een bordeauxrood vet met zwart werkje, zal ik ze in haar naam bestrijden.” (Blz. 92)
Anneke Weiss-IJsman
Karakter
De 74-jarige joodse Anneke is weduwe en de moeder van Ben. Anneke heeft kanker maar is hiervan zelf niet op de hoogte. Ondanks haar zwakte is ze levenslustig, een stijfkop, een betweter en eigengereid adviseur. Anneke vindt de oorlog in de wereld maar raar. Ze snapt bijvoorbeeld niet waarom de mensen elkaar zomaar afschieten en besluit hier dan persoonlijk ook een einde aan te maken. Ze belt haar zoon Ben elke dag op om met hem te praten over wat er in de wereld gebeurd. In de tweede wereld oorlog heeft ze haar ouders en haar broer Benjamin verloren. Hierdoor is ze natuurlijk erg getraumatiseerd, maar ze laat dit aan niemand blijken. Aan het einde van het boek kom je er ook achter dat ze een oorlogspsychiater bezoekt om haar trauma zo te verwerken. Sinds de dood van haar man gaat Anneke ieder jaar op reis. Van tevoren informeert ze Ben niet, ze belt pas de volgende dag als ze is aangekomen op haar bestemming en veilig in haar hotel zit. Als Anneke op een dag naar een introductieavond gaat van het in Osdrop gelegen joodse bejaardentehuis Beth Shalom ontmoet ze Fred Bachman, het is meteen liefde op het eerste gezicht.
Citaat 1: “De mensen worden beschoten en niemand steekt een vinger uit.’
‘Jij wil een vinger uitsteken?’
Met grote, verongelijkte ogen vroeg ze: ‘Ja, is dat zo raar?’
‘Nee. Misschien de manier waarop je het doet.’
‘Zijn er andere manieren dan? We zitten voor de televisie en kijken hoe mensen zoals jij en ik worden afgeschoten! Als honden! Bennie, als honden! Er zitten sluipschutters in de bergen en de mensen in de stad worden als honden afgeschoten! En in die stad woonde iedereen door mekaar, katholieken, moslims, Serviërs, joden ook, die woonden daar ook al honderden jaren, Ben, en nu schieten ze met kanonnen en raketten en wat doet de wereld? De wereld kijkt toe hoe die bandieten weer de baas worden. Mooie wereld is dat, hè Bennie?” (Blz. 84) Hier wordt duidelijk hoe oneerlijk Anneke de wereld vindt, namelijk gruw en de dat de mensen aan hun lot worden overgelaten.
Ook is Anneke erg nieuwsgierig, ze is erg benieuwd naar de gebeurtenissen die zich om haar heen afspelen. Eigenlijk is ze nieuwsgierig naar de structuur van alledag. Ze is ook goed in het ergeren van haar zoon Ben. Dit wordt allemaal duidelijk in het volgende citaat.
Citaat 2: “Ik besloot erover te zwijgen. Ik wist hoe ze zou reageren. Kanker was een woord dat niet werd uitgesproken. Zeggen was oproepen. Benoemen was tot leven brengen. Nu en dan kreunde ze.
Niemand had het recht haar te vertellen dat ze over een jaar niet naar de telefoon zou grijpen om me op de hoogte te brengen van het dubieuze karakter van Arafat, ‘die boef met z’n theedoek, niet te vertrouwen is ie ook al staat ie nou te glimlachten en gaat ie naar Gaza’. Niemand had het recht om de dagen die ze nog had, een KLM-scheurkalender met twaalf kleurenfoto’s van dijken, rijstvelden, bergtoppen, gletsjers, te verduisteren met fabels van kwakzalvende medici.
Ze zou geen dag kunnen ademen met de gedachte dat in haar buik een tijdbom tikte. Voor haar dijde het leven eindeloos uit, zoals het heelal. Als er een scherp einde opdoemde, zouden haar luisterrijke zorgen over haar zoon, het presidentschap van de Verenigde Staten van Amerika, Israel, de kwaliteit van het vlees van slagerij Hergo, de kwaliteit van het brood van bakkerij Van Muyden, de kwaliteit van de koffie bij café-restaurant Delcavi, de roestplekken in mijn Citroen DS, de afleveringen van the Bold and the Beautiful, verdreven worden door het besef dat niets zin had. Ze vertoonde tomeloze, haast kinderlijke nieuwsgierigheid naar ‘de structuur van alledag’, zoals Inge het noemde. Als er een mus van het dak viel dan richte haar intuïtie zich op als een hond die zijn baas ruikt. Ze was gespecialiseerd in het onaanzienlijke, het nietige, het onbelangrijke. Meer dan eens had ze me gek geërgerd met minutenlange telefonische oraties van mijn gammele DS die naar haar bescheiden mening niet bij mijn status paste, maar ze kon niet anders: elke broodkruimel kende ze belang toe.” (Blz. 7)
Uiterlijk
Anneke is 74 jaar maar heeft nog steeds een goed uiterlijk. Ze is altijd netjes gekleed in mantelpakjes, loopt op halfhoge hakken en verft haar haar nog steeds bruin. Ze had nooit erg veel last van rimpels en levervlekken maar sinds haar ziekte wel. Ze heeft een mooi gevormde mond zolang ze haar gebit maar in heeft. Diepe zwarte ogen die alleen in de loop der jaren hun kracht een beetje zijn kwijt geraakt. Anneke is in der loop van jaren een beetje gekrompen maar heeft nog steeds een rechte rug en een scherpe, fiere neus.
Citaat 3: “Mijn genezen moeder van vierenzeventig, gekrompen maar met rechte rug. Vroeger zag men haar wel aan voor een Française of Spaanse, maar na haar zestigste werden haar trekken Semitisch. Levervlekken en rimpels versterkten de woestijnsporen, die over talloze generaties bewaard waren gebleven.” (Blz. 10)
Citaat 4: “Nog steeds had ze een mooi gevormde mond, tenminste als ze haar gebit droeg. Haar neus was de afgelopen decennia geprononceerder geworden, maar niet te erg, een scherpe, fiere neus onder ogen die ooit pikzwart waren en nu langzaam hun kracht verloren. Na enkele jaren beschamend haarverlies was de haargroei teruggekeerd en kon ze weer zonder pruik de deur uit. Op halfhoge hakken (‘Mama, je bent gek dat je daarop loopt, Inge doet dat niet eens, je maakt er je rug kapot mee’), haar kapsel kastanjebruin geverfd, wandelde ze in maatgesneden mantelpakjes naar de Beethoven straat.” (Blz. 10)
Karakterontwikkeling
Bij Anneke Weiss vindt geen karakterontwikkeling plaats.
Fred Bachman
Karakter
Fred is 77 jaar en is de vriend van Anneke. Samen met Ben gaat hij op zoek naar Anneke nadat ze spoorloos is verdwenen. Tijdens hun zoektocht wordt duidelijk dat Fred niet erg trouw is aan Anneke. Ben betrapt hem namelijk als hij bezig is met een van de serveersters van het hotel waarin ze verblijven. Fred gaat gewoon rustig door en verteld Ben later dat Anneke ook niet zo heilig is.
Citaat 1: “Toen ik onze kamer deur opende, hoorde ik muziek. Fred lag naakt op bed terwijl de donkere serveerster op de vloer op haar knieën zat, zijn niet onaanzienlijke geslacht in haar mond. Haar haren hingen over haar ogen en verhinderden dat zij mij opmerkte. Driftig bewoog ze haar hoofd op en neer, Freds vochtige geslacht met beide handen vasthoudend. De in het nachtkastje gebouwde radio speelde een lokale wals, vergelijkbaar met een vette Duitse schlager, en het duurde enkele seconden voor de essentie van dit tafereel tot mij doordrong. Vermoedelijk tegen betaling had hij de serveerster bereid gevonden tot deze dienstverlening. Dit verstond hij onder eventjes een uurtje rusten. Hij belazerde mijn moeder.
Opeens ontdekte Fred mijn gestalte. Zonder de serveerster attent te maken van mijn aanwezigheid gebaarde hij met een kwade hand dat ik de kamer moest verlaten.” (Blz. 74) Hier blijkt het dat hij niet erg trouw is aan zijn vriendin Anneke.
Uiterlijk
Ondanks zijn leeftijd ziet Fred er nog jong uit. Dat komt vooral door de manier waarop hij zich kleed maar ook omdat hij zich nog atletisch beweegt. Hij loopt het liefst in spijkerbroek met een zijden hemd. Zijn lange haar laat hij los hangen of bind hij in een staartje.
Citaat 2: “Hij rookte sigaretten door een gouden pijpje, hetgeen in de ogen van mijn moeder gezelligheid en elegantie uitstraalde. Boven zijn smalle gezicht met grote jongensogen en krachtige mediterrane neus koesterde Fred een dikke witte haardos, kunstzinnig lang alsof hij Bernstein of Beethoven collegiaal kon aanspreken. Fred mat misschien een-zestig, maar hij was langer geweest, vertelde hij bij onze kennismaking. En armer, voegde hij er openhartig aan toe. Zijn Rolex, schakelarmband, drie ringen en halsketting met davidster, alles van massief goud, maakten die toevoeging overbodig, maar Fred sprak graag.” (Blz. 14)
Citaat 3: “Fred oogde als een Griek uit een piratengeslacht: zwarte ogen, geprononceerde kin, zware wenkbrauwen en zilveren manen, die hij vandaag in een modieus staartje had gebonden. Hij droeg een wit zijden hemd, een wijde spijkerbroek en witte instappers.” (Blz. 25)
Karakterontwikkeling
Bij Fed Bachman vindt geen karakterontwikkeling plaats in de loop van het boek.
Omgang personages
Anneke is Ben zijn moeder dus ze houden erg veel van elkaar. Ondanks dat Ben af en toe een beetje gek word van haar telefoontjes. Ben vind volgens mij de vriend van zijn moeder een beetje apart aangezien hij vreemd gaat en hij er heel hip bij loopt, maar buiten dat kan hij wel gewoon goed met hem opschieten en Fred ook met hem. Fred houdt natuurlijk van Anneke dus eigenlijk kan iedereen wel goed met elkaar opschieten.
Voorlopige mening
Inhoudelijke argumenten
De hoofdpersonen van het boek zijn Ben Weiss, Fred Bachman en Anneke Weiss. De functies van Ben en Fred is eigenlijk de verdwenen moeder en vriendin Anneke Weiss opsporen. Dit gebeurt dan ook ongeveer het hele boek. Pas helemaal op het einde wordt Anneke gevonden, dit maakt het boekje een beetje langdradig en saai.
2a. De tweede wereldoorlog komt in het boek voor maar de rol ervan is in het begin niet duidelijk. Het feit dat de tweede wereldoorlog er in voor komt zorgt soms voor verwarring. Die verwarring wordt veroorzaakt doordat de informatie niet goed word weergeven aan de lezer. Het wordt namelijk op het laatst pas duidelijk waarom deze gebeurtenis erin is verwerkt. Ik vind dit nogal vaag gedaan door de schrijver. Het leest namelijk erg onhandig om steeds flashbacks te lezen terwijl je niet weet waar die op slaan. Ik vind dat de schrijver de tweede wereldoorlog er meer bij had kunnen betrekken zodat de onduidelijkheid en de verwarring niet bij mij plaats vond.
Citaat 1: “Samen met Benjamin werd ze aan het einde van ’42 op straat door de Nederlandse politiemannen gegrepen. Ze werden naar het station van Den Bosch vervoerd. Maar zij slaagde erin te vluchten. Benjamin offerde zich op. Doelbewust had Benjamin de aandacht getrokken, op het perron overdonderde hij de bewakers met gespeelde waanzin, en Anneke vluchtte over de spoorlijnen, rende door de weilanden in de richting van het gehucht Engelen, waar zij op goed geluk bij de kerk aanklopte en door een rechtvaardige pastoor verborgen werd gehouden. Sindsdien meed Anneke stations. Nooit was ze in een trein gestapt, nooit had ze een voet in het Centraal Station gezet, nooit was ze aan een tafeltje in de stationsrestaurants geschoven. Ze had me verteld dat zij altijd per bus of per vliegtuig reisde omdat ze bang was voor het schurende geluid van ijzer op ijzer. Maar de trein was taboe/ Op alle perrons van alle stations ging Benjamin als een waanzinnige tekeer om zijn tweelingzusje te redden.”
(blz. 92)
Er is hier sprake van een flashback. Hier word een gebeurtenis van Anneke in de tweede wereldoorlog verteld. Dit is ook één van de weinige keren dat de tweede wereldoorlog daadwerkelijk in het boekje voorkomt. Ook word hier de reden gegeven waarom Anneke nooit per trein reisde, een geheim dat ze haar hele leven lang verborgen heeft weten te houden.
2b. De thema’s van het boekje zijn: verdwijning en oorlogsverwerking. Het thema verdwijning vind ik eigenlijk het beste bij het boekje passen. Want Anneke is gedurende het hele boekje spoorloos verdwenen. Je zou ook kunnen zeggen dat oorlogsverwerking een bijpassend thema is. Dit is dan een bijpassend thema omdat Anneke juist weggaat om haar verleden met de oorlog te kunnen verwerken en om te kunnen helpen in de oorlog in Kroatië. Maar ik vind dat haar verwerking te weinig in het boekje voorkomt, het had het verhaal misschien wat interessanter gemaakt om wat meer daar over te vertellen.
Citaat 2: “Mama, wat doe je hier? We waren ongerust! Je bent weggegaan zonder iets te zeggen, we hebben stad en land afgebeld om te kijken waar je was! Mama, wat is dit?’
Ze keek op en ik ontdekte een geel waas over haar oogwit, een symptoom van het galcarcinoom. In ongeloof keek ze hulp zoekend naar de hemel, bezwangerd van uitlaatgassen.
‘Ik was er al bang voor,’ zei ze. ‘ik dacht al: die gaat me zoeken, die komt me achterna. En ja hoor, daar is ie.’
Ze deed me opzettelijk pijn, mij, de liefhebbende zoon die niets begreep van zijn onverzettelijke moeder. Van nabij zag ik de groeven in de dunne huid van haar gezicht, de kleine oudevrouwenharen die ze bestreed, de onschuldige wijsheid in haar ogen.
‘Natuurlijk ben ik er!’ riep ik. ‘Ga je mee, mam? Daar staat een auto, die brengt ons naar een hotel.” (Blz. 82)
Hier komen de verdwijning en de opsporing van Anneke aan het licht. Ben vind namelijk hier zijn moeder terug na zijn zoektocht. Dit is zoals je aan de bladzijde aanduiding ziet pas op het einde van het boek, dit vind ik slecht gedaan omdat het boekje daardoor te langdradig wordt. In dit citaat wordt ook duidelijk dat verdwijning een bijpassend thema is.
2c. Het boekje natuurlijk maar 88 bladzijden lang dus tegen de tijd dat je een beetje geboeid begint te lezen heb je het boekje alweer uit. Het verhaal vind ik leuk bedacht maar wel een beetje cliché, er zijn namelijk redelijk veel boeken over de verdwijning van iemand die dan word gezocht. Het is eigenlijk zo: moeder word ziek, moeder verdwijnt, ze gaan haar zoeken, ze vinden haar, moeder gaat dood. Maar het is maar een boekenweekgeschenk dus zo uitgebreid had het natuurlijk niet gekund. Verder vind ik dat de personages erg goed zijn beschreven waardoor het boekje prettiger leest want zo kun je je goed voorstellen hoe die persoon eruit ziet.
Citaat 3: “Hij rookte sigaretten door een gouden pijpje, hetgeen in de ogen van mijn moeder gezelligheid en elegantie uitstraalde. Boven zijn smalle gezicht met grote jongensogen en krachtige mediterrane neus koesterde Fred een dikke witte haardos, kunstzinnig lang alsof hij Bernstein of Beethoven collegiaal kon aanspreken. Fred mat misschien een-zestig, maar hij was langer geweest, vertelde hij bij onze kennismaking. En armer, voegde hij er openhartig aan toe. Zijn Rolex, schakelarmband, drie ringen en halsketting met davidster, alles van massief goud, maakten die toevoeging overbodig, maar Fred sprak graag.” (Blz. 14)
Hier word zoals je ziet heel duidelijk uitgelegd hoe Fred Bachman er precies uitziet, dit vind ik erg goed gedaan.
Structurele argumenten
3a. Ben Weiss is de ikfiguur van het verhaal, het verhaal wordt namelijk vanuit zijn perspectief verteld. Dit vind ik goed gedaan want hierdoor ga je je steeds meer afvragen wat nou het raadsel rond om zijn moeder Anneke is. Wat ik ook goed vind aan het perspectief van de ikfiguur is dat je je hierdoor meer gaat inleven in het boek.
Citaat 1:“Ik schrijf iets waarboven ik schaamteloos Serenade no. 1 noteer. Ik schrijf een stuk voor mijn moeder.” (Blz. 92) Aan de geaccentueerde stukken kun je het benadrukken van ikfiguur goed zien.
Het verhaal speelt zich in ieder geval een heel lange tijd na de tweede wereld oorlog af, want de moeder van Ben, Anneke, is al 74 jaar. Hieruit concludeer ik dus dat het verhaal zich ongeveer tussen 1990 en 2000 afspeelt. Er zitten flashbacks in het verhaal en daarin word er op Anneke’s verleden in gegaan. Ik vind alleen, zoals ik ook al bij de inhoudelijke argumenten zei, dat dit te vaagjes word uitgelegd. Het verhaal wordt door de flashbacks niet in de natuurlijke volgorde verteld.
3b. Ik vind de korte dialogen in het boekje nogal irritant, het is namelijk niet altijd duidelijk wie wat zegt. Dit zorgt voor verwarring en hierdoor moest ik soms terug lezen om erachter te komen wie nou wat had gezegd. Soms als je denkt te weten wie wat zegt en je hierdoor niet terug leest, kom je er twee bladzijdes verder achter dat je het verkeerd had, gevolg: je moet weer terug bladeren en de tekst weer opnieuw lezen om het te begrijpen. Dit heeft mij vervolgens ook nog eens wat meer tijd gekost om het boekje te lezen wat ook irritatie veroorzaakte. Ik vind dat de schrijver de dialogen wat langer had moeten maken of de persoon achter het dialoog had moeten zetten zodat je weet wie het zegt.
Citaat 2: “Aan de overkant?’
‘Ancona.’
‘Waar is mijn moeder?’
‘Moet ik u brengen?’
‘Graag.’
‘Stapt u in.” (Blz. 76)
Dit is een voorbeeld van een paar korte dialogen die achter elkaar in één gesprek worden verteld, deze conversatie gaat ook nog eens tussen drie mensen. Ik vond dit nogal lastig om te volgen en daardoor heb ik het drie keer moeten lezen.
3c. Het verhaal speelt zich in het begin in het ziekenhuis af daarna in het huis van Ben’s moeder Anneke en vervolgens in Split, Split is eigenlijk de ruimte waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt. In het ziekenhuis wordt Ben het slechte nieuws van zijn moeder verteld, namelijk dat ze kanker heeft. Het gevoel wat hij hierbij kreeg was natuurlijk verdriet want het is niet erg leuk nieuws. In het huis van Ben’s moeder Anneke is het nogal verlaten want de bewoonster is dus weg. Dit geeft Ben een angstaanjagend gevoel, want hij weet niet waar zijn moeder is. Als Ben en Fred dan in Split zijn word er niet echt verteld over hoe ze de ruimte ervaren. Ik vind het verhaal niet echt spannend. Misschien komt dat omdat ik het verhaal te kort vind en persoonlijk meer van dikke boeken houd. De personages zijn niet echt interessant en de omgevingen worden niet heel erg duidelijk beschreven, dit maakt het boek dus al een stuk minder spannend. Want je kunt je namelijk niet goed inleven in het verhaal. Ook is de spanningsgraad, om het zo maar te noemen, niet erg hoog. Elke keer als het een beetje spannend word, is direct daarna het plot alweer bekend, dit vind ik jammer want er zou redelijk wat meer spanning in het verhaal kunnen zitten.
Persoonlijke argumenten
Als ik het boekje in de bibliotheek zou zien zou ik het niet zo snel pakken omdat het veels te dun is. Van het onderwerp word ik niet echt koud of warm, maar dat komt omdat ik meer van thrillers houd. Het was leuk geweest als het boekje wat spannender was geweest en als het verleden van Anneke wat beter werd beschreven. Ik vind dat je je wel in de personages van de hoofdpersonen kunt plaatsen omdat de personages goed worden beschreven. Maar dat je je er goed in kunt plaatsen wil niet zeggen dat ik echt goed mee kan leven met de hoofdpersonen. Ik vind dat Leon de Winter de emoties van de personages wat beter had kunnen uitdrukken zodat het meeleven mij wat makkelijker had gemaakt. Ik snap wel dat Ben geschrokken is toen hij hoorde dat zijn moeder ernstig ziek was maar ik heb niet echt de indruk gekregen dat hij het vreselijk vond. Anders had hij namelijk wel uit zichzelf naar zijn moeder gebeld en had hij het leuk gevonden om haar te spreken aangezien hij wel wist dat ze niet meer zo lang te leven had. In de tekst komen geen moeilijke woorden voor dus het boekje is niet erg moeilijk om te lezen. Ik zou daarom dus kunnen zeggen dat Leon de Winter een plezierige schrijfstijl heeft omdat de woorden niet moeilijk zijn.
Morele argumenten
De boodschap van de schrijver is volgens mij dat zinloos geweld en oorlog niets oplost. Als dit de boodschap is kan ik mij hierbij aansluiten. Ik vind namelijk dat er te veel oorlog word gevoerd en dat er daardoor teveel doden vallen.
Definitieve mening
Inhoudelijke argumenten
De hoofdpersonen van het boek zijn Ben Weiss, Fred Bachman en Anneke Weiss. De functies van Ben en Fred is eigenlijk de verdwenen moeder en vriendin Anneke Weiss opsporen. Dit gebeurt dan ook ongeveer het hele boek. Pas helemaal op het einde wordt Anneke gevonden, dit maakt het boekje een beetje langdradig en saai.
2a. De tweede wereldoorlog komt in het boek voor maar de rol ervan is in het begin niet duidelijk. Het feit dat de tweede wereldoorlog er in voor komt zorgt soms voor verwarring. Die verwarring wordt veroorzaakt doordat de informatie niet goed word weergeven aan de lezer. Het wordt namelijk op het laatst pas duidelijk waarom deze gebeurtenis erin is verwerkt. Ik vind dit nogal vaag gedaan door de schrijver. Het leest namelijk erg onhandig om steeds flashbacks te lezen terwijl je niet weet waar die op slaan. Ik vind dat de schrijver de tweede wereldoorlog er meer bij had kunnen betrekken zodat de onduidelijkheid en de verwarring niet bij mij plaats vond.
Citaat 1: “Samen met Benjamin werd ze aan het einde van ’42 op straat door de Nederlandse politiemannen gegrepen. Ze werden naar het station van Den Bosch vervoerd. Maar zij slaagde erin te vluchten. Benjamin offerde zich op. Doelbewust had Benjamin de aandacht getrokken, op het perron overdonderde hij de bewakers met gespeelde waanzin, en Anneke vluchtte over de spoorlijnen, rende door de weilanden in de richting van het gehucht Engelen, waar zij op goed geluk bij de kerk aanklopte en door een rechtvaardige pastoor verborgen werd gehouden. Sindsdien meed Anneke stations. Nooit was ze in een trein gestapt, nooit had ze een voet in het Centraal Station gezet, nooit was ze aan een tafeltje in de stationsrestaurants geschoven. Ze had me verteld dat zij altijd per bus of per vliegtuig reisde omdat ze bang was voor het schurende geluid van ijzer op ijzer. Maar de trein was taboe/ Op alle perrons van alle stations ging Benjamin als een waanzinnige tekeer om zijn tweelingzusje te redden.”
(blz. 92)
Er is hier sprake van een flashback. Hier word een gebeurtenis van Anneke in de tweede wereldoorlog verteld. Dit is ook één van de weinige keren dat de tweede wereldoorlog daadwerkelijk in het boekje voorkomt. Ook word hier de reden gegeven waarom Anneke nooit per trein reisde, een geheim dat ze haar hele leven lang verborgen heeft weten te houden.
2b. De thema’s van het boekje zijn: verdwijning en verwerking. Het thema verdwijning past bij het boekje omdat Anneke gedurende het hele boekje spoorloos is verdwenen.
Citaat 2: “Mama, wat doe je hier? We waren ongerust! Je bent weggegaan zonder iets te zeggen, we hebben stad en land afgebeld om te kijken waar je was! Mama, wat is dit?’
Ze keek op en ik ontdekte een geel waas over haar oogwit, een symptoom van het galcarcinoom. In ongeloof keek ze hulp zoekend naar de hemel, bezwangerd van uitlaatgassen.
‘Ik was er al bang voor,’ zei ze. ‘ik dacht al: die gaat me zoeken, die komt me achterna. En ja hoor, daar is ie.’
Ze deed me opzettelijk pijn, mij, de liefhebbende zoon die niets begreep van zijn onverzettelijke moeder. Van nabij zag ik de groeven in de dunne huid van haar gezicht, de kleine oudevrouwenharen die ze bestreed, de onschuldige wijsheid in haar ogen.
‘Natuurlijk ben ik er!’ riep ik. ‘Ga je mee, mam? Daar staat een auto, die brengt ons naar een hotel.” (Blz. 82)
Hier komen de verdwijning en de opsporing van Anneke aan het licht. Ben vind namelijk hier zijn moeder terug na zijn zoektocht. Dit is zoals je aan de bladzijde aanduiding ziet pas op het einde van het boek, dit vind ik slecht gedaan omdat het boekje daardoor te langdradig wordt. In dit citaat wordt ook duidelijk dat verdwijning een bijpassend thema is.
Je zou ook kunnen zeggen dat verwerking een bijpassend thema is. Ik denk dat de schrijver de lezers na wil laten denken over hoe het leven van iemand veranderd kan worden door een ingrijpende gebeurtenis. Het thema is om verschillende redenen bijpassend. Anneke krijgt een nieuwe vriend en gaat alleen op reis terwijl ze dat nooit deed. De reden hiervoor is dat ze de dood van haar man wil verwerken (je komt er alleen niet helemaal achter of dit volledig gelukt is of niet). Als Anneke naar Split gaat om de mensen in Sarajevo te helpen doet ze dit om haar eigen oorlogtrauma’s te verwerken. Ze heeft namelijk de tweede wereld oorlog meegemaakt en probeert ervoor te zorgen dat de mensen daar niet hetzelfde overkomt wat haar is destijds is overkomen. Op het eind van het boek wordt ook de verwerking van Ben duidelijk, hij wil namelijk de dood van zijn moeder verwerken door het componeren van een lied dat hij opdraagt aan zijn moeder. De verwerkingen die plaats vinden zijn dus: de verwerking van de dood van Anneke’s man, de verwerking van Anneke’s oorlogstrauma en op het laatst de verwerking die bij Ben plaats vindt na de dood van zijn moeder.
Met de bespreking van het boekje in mijn groepje kwam het thema eenzaamheid naar boven. Ik vond het thema eerst niet bijpassend maar nu ik er verder over nadenk wel. Het draait natuurlijk ook wel om de eenzaamheid van Anneke. Ze heeft verdriet om haar verliezen in de oorlog en heeft het nooit echt goed kunnen verwerken omdat ze er met niemand over kon praten. Anneke is niet de enige die eenzaam is, Ben is het ook maar dan op een andere manier. Hoe irritant en vervelend hij soms de telefoontjes van zijn moeder vindt, hij gaat ze toch missen als zijn moeder niet meer belt na haar verdwijning.
“Nog steeds stond ze niet toe dat Fred bij haar over de drempel stapte, en nadat ze geweigerd had om in Hilversum te komen logeren liet ze zich op onze aandrang in Fred’s woning vertroetelen. Hij liet de duurste traiteurs komen en kocht in bij haar favoriete winkels, maar ze raakte weinig aan en leek opeens mijn telefoonnummer te zijn vergeten. Nu was ik degene die de hoorn greep. Ik zocht de geruststelling van haar stem.” (Blz. 86 en 87) De eenzaamheid van Ben word dan vooral duidelijk in het geaccentueerde stukje in het wit.
2c. Het boekje natuurlijk maar 88 bladzijden lang dus tegen de tijd dat je een beetje geboeid begint te lezen heb je het boekje alweer uit. Het verhaal vind ik leuk bedacht maar wel een beetje cliché, er zijn namelijk redelijk veel boeken over de verdwijning van iemand die dan wordt gezocht. Het is eigenlijk zo: moeder word ziek, moeder verdwijnt, ze gaan haar zoeken, ze vinden haar, moeder gaat dood. Maar het is maar een boekenweekgeschenk dus zo uitgebreid had het natuurlijk niet gekund. Verder vind ik dat de personages erg goed zijn beschreven waardoor het boekje prettiger leest want zo kun je je goed voorstellen hoe die persoon eruit ziet.
Citaat 3: “Hij rookte sigaretten door een gouden pijpje, hetgeen in de ogen van mijn moeder gezelligheid en elegantie uitstraalde. Boven zijn smalle gezicht met grote jongensogen en krachtige mediterrane neus koesterde Fred een dikke witte haardos, kunstzinnig lang alsof hij Bernstein of Beethoven collegiaal kon aanspreken. Fred mat misschien een-zestig, maar hij was langer geweest, vertelde hij bij onze kennismaking. En armer, voegde hij er openhartig aan toe. Zijn Rolex, schakelarmband, drie ringen en halsketting met davidster, alles van massief goud, maakten die toevoeging overbodig, maar Fred sprak graag.” (Blz. 14)
Hier word zoals je ziet heel duidelijk uitgelegd hoe Fred Bachman er precies uitziet, dit vind ik erg goed gedaan.
Structurele argumenten
3a. Ben Weiss is de ikfiguur van het verhaal, het verhaal wordt namelijk vanuit zijn perspectief verteld. Dit vind ik goed gedaan want hierdoor ga je je steeds meer afvragen wat nou het raadsel rond om zijn moeder Anneke is. Wat ik ook goed vind aan het perspectief van de ikfiguur is dat je je hierdoor meer gaat inleven in het boek.
Citaat 1:“Ik schrijf iets waarboven ik schaamteloos Serenade no. 1 noteer. Ik schrijf een stuk voor mijn moeder.” (Blz. 92) Aan de geaccentueerde stukken kun je het benadrukken van ikfiguur goed zien.
Het verhaal speelt zich in ieder geval een heel lange tijd na de tweede wereld oorlog af, want de moeder van Ben, Anneke, is al 74 jaar. Hieruit concludeer ik dus dat het verhaal zich ongeveer tussen 1990 en 2000 afspeelt. Er zitten flashbacks in het verhaal en daarin word er op Anneke’s verleden in gegaan. Ik vind alleen, zoals ik ook al bij de inhoudelijke argumenten zei, dat dit te vaagjes word uitgelegd. Het verhaal wordt door de flashbacks niet in de natuurlijke volgorde verteld.
3b. Ik vind de korte dialogen in het boekje nogal irritant, het is namelijk niet altijd duidelijk wie wat zegt. Dit zorgt voor verwarring en hierdoor moest ik soms terug lezen om erachter te komen wie nou wat had gezegd. Soms als je denkt te weten wie wat zegt en je hierdoor niet terug leest, kom je er twee bladzijdes verder achter dat je het verkeerd had, gevolg: je moet weer terug bladeren en de tekst weer opnieuw lezen om het te begrijpen. Dit heeft mij vervolgens ook nog eens wat meer tijd gekost om het boekje te lezen wat ook irritatie veroorzaakte. Ik vind dat de schrijver de dialogen wat langer had moeten maken of de persoon achter de dialoog had moeten zetten zodat je weet wie het zegt.
Citaat 2: “Aan de overkant?’
‘Ancona.’
‘Waar is mijn moeder?’
‘Moet ik u brengen?’
‘Graag.’
‘Stapt u in.” (Blz. 76)
Dit is een voorbeeld van een paar korte dialogen die achter elkaar in één gesprek worden verteld, deze conversatie gaat ook nog eens tussen drie mensen. Ik vond dit nogal lastig om te volgen en daardoor heb ik het drie keer moeten lezen.
3c. Het verhaal speelt zich in het begin in het ziekenhuis af daarna in het huis van Ben’s moeder Anneke en vervolgens in Split, Split is eigenlijk de ruimte waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt. In het ziekenhuis wordt Ben het slechte nieuws van zijn moeder verteld, namelijk dat ze kanker heeft. Het gevoel wat hij hierbij kreeg was natuurlijk verdriet want het is niet erg leuk nieuws. In het huis van Ben’s moeder Anneke is het nogal verlaten want de bewoonster is dus weg. Dit geeft Ben een angstaanjagend gevoel, want hij weet niet waar zijn moeder is. Als Ben en Fred dan in Split zijn word er niet echt verteld over hoe ze de ruimte ervaren. Ik vind het verhaal niet echt spannend. Misschien komt dat omdat ik het verhaal te kort vind en persoonlijk meer van dikke boeken houd. De personages zijn niet echt interessant en de omgevingen worden niet heel erg duidelijk beschreven, dit maakt het boek dus al een stuk minder spannend. Want je kunt je namelijk niet goed inleven in het verhaal. Ook is de spanningsgraad, om het zo maar te noemen, niet erg hoog. Elke keer als het een beetje spannend word, is direct daarna het plot alweer bekend, dit vind ik jammer want er zou redelijk wat meer spanning in het verhaal kunnen zitten.
Citaat 3: “Als ik de badkamerdeur zou openen, zou ik haar vinden.
Ik kwam overeind van het opgemaakte bed en dwong mezelf naar de badkamer te gaan. Het was donker achter de matglazen ruitjes, de deur stond op een kier. Ik duwde hem verder open en trok aan het koordje. Het licht van de lampen boven de wastafel en boven het bad spatte op de wit betegelde wanden en in een fractie van een seconde kon ik vaststellen dat de badkuip verlaten was.” (Blz. 19) Eerst is het spannend want je gaat je echt afvragen of Anneke in de badkamer dood in het bad ligt, maar daarna word al meteen duidelijk dat dat niet het geval is.
4c. Ik vind de moeder van Ben onbegrijpelijk en apart. Ik vind het namelijk erg raar dat ze naar Sarajevo gaat omdat ze de oorlog daar wil oplossen, althans ze wil daar helpen de oorlog op te lossen. Dit vind ik nogal onwerkelijk en daarom komt deze actie een beetje dom op mij over. Die vrouw is 74 jaar en wil daar wapenhandel gaan drijven met een volkomen vreemde, dan ben je wat mij betreft een beetje ontspoort. Het is logisch dat ze getraumatiseerd is door de oorlog maar om dat zoiets te gaan doen daar kan ik met mijn hoofd niet bij. Ik vind dit duidelijk een minpunt in het boekje.
Persoonlijke argumenten
Als ik het boekje in de bibliotheek zou zien zou ik het niet zo snel pakken omdat het veels te dun is. Van het onderwerp word ik niet echt koud of warm, maar dat komt omdat ik meer van thrillers houd. Het was leuk geweest als het boekje wat spannender was geweest en als het verleden van Anneke wat beter werd beschreven. De ontknoping van het boekje was natuurlijk niet echt verrassend, je wist namelijk van ten voren wel dat Anneke zou sterven aan haar ongeneselijke ziekte. Ik vind dat je je wel in de personages van de hoofdpersonen kunt plaatsen omdat de personages goed worden beschreven. Maar dat je je er goed in kunt plaatsen wil niet zeggen dat ik echt goed mee kan leven met de hoofdpersonen. Ik vind dat Leon de Winter de emoties van de personages wat beter had kunnen uitdrukken zodat het meeleven mij wat makkelijker had gemaakt. Ik snap wel dat Ben geschrokken is toen hij hoorde dat zijn moeder ernstig ziek was maar ik heb niet echt de indruk gekregen dat hij het vreselijk vond. Anders had hij namelijk wel uit zichzelf naar zijn moeder gebeld en had hij het leuk gevonden om haar te spreken aangezien hij wel wist dat ze niet meer zo lang te leven had. In de tekst komen geen moeilijke woorden voor dus het boekje is niet erg moeilijk om te lezen. Ik zou daarom dus kunnen zeggen dat Leon de Winter een plezierige schrijfstijl heeft omdat de woorden niet moeilijk zijn.
Morele argumenten
5a. De boodschap van de schrijver is volgens mij dat zinloos geweld en oorlog niets oplost. Een andere boodschap van de schrijver kan zijn dat je je eigen verleden altijd bij je hebt. Dit zal altijd invloed hebben op de manier waarop jij naar het leven kijkt en de manier waarop je leeft.
5b, c. Bij beide boodschappen kan ik mij aansluiten. Ik vind namelijk dat er te veel oorlog word gevoerd en dat er daardoor teveel doden vallen. Het is ook zo dat je altijd je verleden bij je hebt, alleen word het in het boekje een beetje omschreven. Er wordt wel duidelijk gemaakt dat Anneke het ergens moeilijk mee heeft, maar je komt niet echt te weten over de complicaties van haar verleden.