Literaire begrippen
Poëzieanalyse
Alliteratie
Begin rijm, 1e medeklinker van ieder woord is gelijk
Antithese
Tegenstelling
Archaïsme
Belachelijk ouderwets
Assonantie
Iedere klankovereenkomst behalve rijm
Beeldspraak
Je gebruikt een beeld bij wat je vertelt
Beginrijm
1e medeklinker van ieder woord is gelijk
Chiasme
Kruisstelling
Chute
Plotselinge verandering van de inhoud.
Climax
Hoogtepunt
Contaminatie
2 begrippen door elkaar gehaald.
Eindrijm
Rijm aan het eind van de regel.
Elisie
Het verkorten van woorden.
Enjambement
Ritme van een gedicht
Enumeratie
Verschijnsel dat een aantal naamwoorden of begrippen achter elkaar geplaatst worden.
Epenthesis
Het plaatsen van lettergrepen om de uitspraak te bepalen.
Eufemisme
Het gebruik van een verzachtend woord in plaats van een kwetsend woord.
Gebroken rijm
Rijmschema waarbij twee opeenvolgende regels niet rijmen.
Halfrijm
Rijmt net niet, wel klankovereenkomst.
Hyperbool
Gepaste overdrijving.
Klinkerrijm
Als de klinkers gelijk zijn.
Kruisstelling
Hetzelfde maar dan omgedraaid.
Kwatrijn
Strofe van vier regels.
Limerick
Grappig versje van vijf regels met klank- en woordspelingen.
Litotes
Het tegenovergestelde van wat je bedoeld alleen dan negatief.
Metaforen
Beeldspraak gebaseerd op een vergelijking.
Metonymia
Beeldspraak gebaseerd op een eigenschap.
Metriek
Het soort ritme.
Metrum
Versmaat
Middenrijm
Rijm middenin een versregel.
Overlooprijm
Rijm waarbij de slotklanken van een regel rijmen op de eerste klanken van de volgende regel.
Palindroom
Woord dat ook van achter naar voor gelezen kan worden
Paradox
Schijnbare tegenstelling
Personificatie
Een ding menselijke eigenschappen geven.
Pleonasme
Stijlmiddel waarbij ter versterking meer woorden gebruikt worden dan nodig zijn om een begrip uit te drukken.
Poésie impure
Onzuivere dichtkunst.
Poëzie pure
De zuivere, absolute dichtkunst.
Retorische vraag
Vraag waar geen antwoord op gegeven hoeft te worden.
Sonnet
Twee strofen van vier regels dat verbonden zijn door twee rijmen.
Stijlfiguur
Een afwijking van het normale taalgebruik om een speciaal effect te bereiken.
Stijlmiddel
Een afwijking van het normale taalgebruik om een speciaal effect te bereiken.
Strofe
Een op een bepaalde manier samengesteld geheel van versregels die herhaald een gedicht vormen of zelf een gedicht is.
Strofebouw
Het opbouwen van een gedicht in strofen.
Synesthesie
Het verschijnsel wordt aan het verkeerde zintuig gekoppeld.
Tautologie
Een herhaling van een zelfde denkbeeld met een ander woord of een andere uitdrukking
Terzet
Een strofe van drie regels.
Terzine
Een strofe van drie regels.
Understatement
Constatering, aanduiding of waardering waarbij iets veel minder sterk wordt uitgedrukt dan het in werkelijkheid is.
Val
Omslag in het gedicht.
Verspringend rijm
Rijmschema waarbij de eerste versregel rijmt op de vierde, de tweede op de vijfde en de derde op de zesde.
Volta
Omslag in het gedicht.
Woordspeling
Een woord of een uitdrukking wordt opzettelijk zo gebruikt dat er sprake is van een dubbele betekenis.