De kracht van een veer op een voorwerp heet de veerkracht.
Voor een veer geldt:
F[sub]v[/sub] ~ u
F[sub]v[/sub] / u = c
F[sub]v[/sub] = veerconstante in N
u = vervorming van de veer in m
c = veerconstante in N/m
~ betekent: recht evenredig met
Hoe groter c, hoe stugger de veer
Zwaartekracht: kracht van de aarde op een voorwerp
F[sub]z[/sub] ~ m
F[sub]z[/sub] / m = g
F[sub]z[/sub] = zwaartekracht in N
m = massa in kg
g = zwaartekrachtconstante in N/kg (9,81)
m ~ V
[rho] = m / V
m = massa in kg
V = volume in m[sup]3[/sup]
[rho] = dichtheid in kg/m[sup]3[/sup] (afh. van stof)
Dichtheid is richtingscoëfficiënt in m,V-diagram
Uitkomst van een meting is benadering van werkelijke waarde van een grootheid.
Onzekerheid = hoeveel werkelijke waarde meer of minder kan zijn
Regel: als grootheid door delen / vermenigvuldigen wordt berekend uit uitkomsten van metingen, dan is aantal significante cijfers in uitkomst gelijk aan kleinste aantal in berekening.
Druk = kracht per oppervlakte. Druk bepaalt de vervorming van voorwerp.
Hoe groter het contactoppervlak, hoe lager de druk.
p = F / A
p = druk in Pa
F = kracht in N
A = oppervlakte in m[sup]2[/sup]
De druk p in een afgesloten ruimte is recht evenredig met absolute temperatuur T in K
p / T = c
p = c * T
Evenredigheid geldt alleen als volume en hoeveelheid van het gas gelijk blijven.
c is de richtingscoëfficiënt in het p,T-diagram
De druk van een gas is omgekeerd evenredig met het volume.
p = c * (1/V)
p * V – c