Selecteer een pagina

KCV boekverslag

Plato
Feest, Symposium
vertaald door Gerard Koolschijn

Samenvatting:
Ene Apollodoros geeft in dit verhaal op een niet letterlijk genoemde vraag antwoord.
Tijdens een wandeling naar de stad, wordt hij gevraagd door ene Glaukon om hem onderweg te vertellen over een avond lang geleden. Apollodoros heeft deze avond niet zelf meegemaakt, maar heeft het verhaal gehoord van ene Aristodemos, die bij toeval door Sokrates werd uitgenodigd om met hem mee te gaan naar een feestje van Agathon.
De aanwezigen op het feestje zijn (uiteraard) Agathon, Faidron, Eryximachos, Pausianas, Aristofanes, Sokrates en Aristodemos zelf
Omdat ze de vorige avond bijna allemaal al flink hebben gedronken op een ander feestje, besluiten ze om het op deze avond bij een lofzang op Eros te houden.
Faidron begint. Hij stelt dat Eros de belangrijkste god is, omdat hij de oudste is, zelfs ouder dan Chaos. Ook vindt hij dat alleen Eros kan bepalen of hij een man moed of macht geeft, door op de juiste manier lief te hebben.
Hierna spraken een paar anderen, maar dat kon Aristodemos zich niet meer zo goed herinneren, dus deze sloeg hij over.
Daarna sprak Pausianas. Hij vindt dat er in het algemeen fout over Eros gedacht wordt. Er zijn twee Afrodites, namelijk één Hemelse en één Aardse, dus moeten er ook twee Erossen zijn..
De volgende was Aristofanes, maar deze had de hik gekregen doordat hij te veel had gegeten. Daarom besloot Eryximachos, de dokter van het stel, om de beurt van hem over te nemen en gaf hem wat tips om ondertussen de hik kwijt te raken. Hij vergelijkt Eros als een evenwicht tussen goed en slecht, vanuit zijn geneeskundige achtergrond met ziek en gezond. Hij denkt dat hij vast nog een hoop is vergeten, maar wil het dan aan Aristofanes, die ondertussen zijn hik is kwijtgeraakt, overlaten om alles aan te vullen.
Maar in plaats van aan te vullen, verzint Aristofanes iets heel anders. Hij stelt dat mensen vroeger bolletjes waren met twee hoofdjes en 8 ledematen, en dat ze óf éénslachtig, óf tweeslachtig waren. Deze bolletjes waren enorm sterk en begonnen er na verloop van tijd een puinhoop van te maken. Zeus besloot daarom om ze doormidden te hakken. Zo ontstonden de homoseksuele mannen, die eerst een geheel mannelijk bolletje waren, de homoseksuele vrouwen, die eerste een geheel vrouwelijk bolletje waren, en de heteroseksuele mannen en vrouwen, die eerst een tweeslachtig bolletje waren. Maar de twee helften verlangden zó naar elkaar, en gingen zó in elkaar op als ze elkaar eindelijk weer terugvonden, dat ze bij bosjes doodgingen van de honger. Zeus moest dus nog iets verzinnen: hij verplaatste daarom hun geslachtsdelen, die eerst achterop zaten, naar de voorkant. Zo werden de halve bolletjes weer helemaal gelukkig en gingen ze weer eten en werken.
Sokrates en Agathon vechten vervolgens nog even uit wie er als één na laatste het woord moet voeren en dit wordt Agathon. Hij noemt Eros de gelukkigste, mooiste en jongste god van allemaal en zegt dat alles wat waardevol en begerenswaardig is op deze aarde, door hem ontstaan is.
Als laatste spreekt Sokrates. Hij vertelt over de lessen in liefde die ene Diotima, een wijze vrouw, hem ooit gaf. Zij vertelt hem dat de jongensliefde de mooiste en sterkste is, en dat geliefden elkaar door de liefde tot hogere niveaus en prestaties moeten brengen.
Plotseling staat er een dronkelap voor de deur, Alkibiades. Hij vindt het maar een saaie boel en stelt zichzelf aan als drinkleider. Hij veegt het voorstel om ook Eros te prijzen van tafel en begint met een lofrede op Sokrates, waarin hij op sarcastische toon vertelt dat Sokrates bestand is tegen alles, van drank tot ijskou. Uiteindelijk wordt iedereen, behalve Sokrates, stomdronken en valt op de bank in slaap. ’s Ochtends vroeg vertrekt Sokrates weer en gaat aan zijn dagelijkse bezigheden.

Wat vond ik ervan:
De lofredes over Eros vond ik over het algemeen een beetje te langdradig. Doordat ze pagina’s lang waren, was het moeilijk om er de hoofdgedachte uit te halen en die een beetje beknopt te formuleren. Ook vind ik de manier waarop Plato het onderwerp aanhaalt te omslachtig. Hij vertelt iets dat aan hem gevraagd is, en het antwoord van de vraag heeft hij weer van iemand en die heeft het weer van iemand en die iemand hoorde er eigenlijk helemaal niet te zijn. Verder is het verhaal volgens mij veel te gedetailleerd om voor een naverteld gesprek door te kunnen gaan. Maar daar gaat het uiteindelijk niet om, het gaat om de inhoud.
Ik weet zelf niet goed met welke van de lofredes ik het meest eens ben, doordat ik ze geen van allen helemaal goed heb begrepen. Het stuk van de bolletjes kende ik al en vond ik ook het leukste stuk om te lezen, omdat het wel ‘luchtig’ was, maar deze theorie is nu niet geloofwaardig meer. Ik ben het er denk ik wel mee eens dat Eros twee vormen heeft, een Hemelse en een Aardse, maar hoe dat er dan uitziet in de praktijk weet ik nog niet helemaal.
Over mannelijke homoseksualiteit werd ook gesproken alsof het zelfs hoger is dan heteroseksualiteit. Ik denk niet dat dat nu nog ooit voor zal komen. Wel vind ik het opvallend dat zelfs Diotima, nota bene een vrouw, door laat schemeren dat ze jongensliefde belangrijker vindt dan ‘gewone’ liefde. Dan lijkt het net alsof vrouwen geen echte rol speelden in de liefde en er slechts waren om voor nageslacht te zorgen, want dat kunnen mannen helaas niet.
De inhoud van de lofredes is me dus een beetje tegengevallen, maar het onderwerp boeit me wel. Misschien dat het dan een goed idee is om het over een paar weken nog een keer te lezen, in de hoop dat ik het dan beter begrijp.