Selecteer een pagina

Eindhoven, Plaza Futura, 15 oktober 2005

Proust 4: De kant van Marcel
Guy Cassiers
Ro Theater

Het toneelstuk Proust 4: De kant van Marcel is gemaakt naar het boek Mijnheer Proust van Céleste Albaret. Het stuk gaat over de laatste tien levensjaren van de zieke schrijver Marcel Proust, gezien door de ogen van zijn huishoudster Céleste.
Céleste is een jong meisje dat op zoek is naar werk. Proust is een schrijver die erg ziek en zwak is. Céleste wordt Prousts nieuwe bediende. Eerst begint Proust met een heel verhaal over wat ze moet doen en wat ze niet mag doen. Hij heeft speciale eisen en wil alles precies zoals hij het zegt. Céleste maakt gauw kennis met de vreemde regels van Proust maar accepteert ze ook en raakt eraan gewend. Gedurende het stuk bouwen ze een band op. Proust deelt zijn filosofieën met zijn huishoudster en ze praten veel samen. Het gaat steeds slechter met de gezondheid van Proust. Céleste blijft bij hem tot hij doodgaat. Ze heeft uiteindelijk tien jaar bij hem gewoond.
Terwijl de gebeurtenissen tussen Céleste en Proust zich afspelen geven twee mensen die half achter de schermen staan commentaar. Het zijn Céleste en Proust op latere leeftijd, die terugkijken naar het verleden. Terwijl ze commentaar geven, worden ze gefilmd en geprojecteerd op een scherm.

De voorstelling duurt bijna twee uur. Het stuk is geschreven en geregisseerd door Guy Cassiers en wordt opgevoerd door het Ro Theater.

De ruimtelijke indeling van het toneel is eenvoudig. Het publiek zit aan één kant en kijkt recht naar het podium. Het podium heeft een valse achterwand: het bestaat uit een half doorzichtige doek waarachter een toneelspeler staat en waar ook filmbeelden op geprojecteerd worden. Links in de achterwand is een nis waarin een actrice zit. Ook hangt er enkele meters voor het decor een vierkante glazen plaat waarop op bepaalde momenten in het stuk projecties te zien zijn. Verder is het podium leeg. Opvallend is dat boven het toneel een balk geprojecteerd wordt met een jaartal met een belangrijke gebeurtenis uit dat jaar. Om de halve minuut gaat de balk één jaar terug.

Op het toneel is het donker. De vier toneelspelers blijven het hele stuk op hun plaats op het podium. De kostuums passen bij de tijden en de rollen: de Céleste van vroeger draagt de kleding van een dienstmeid, de Proust van vroeger een grauwe kamerjas. De Céleste van later draagt alledaagse vrouwenkleding van haar tijd en bij de Proust van later is de kleding niet goed te zien. Tijdens het spel wordt met verschillende camera’s gewerkt. Aan de zijkant staat een camera gericht op de Proust van vroeger. Het beeld hiervan wordt geprojecteerd op de vierkante glazen plaat. Achter het decor en in de nis staan camera’s die gericht zijn op respectievelijk de Proust van later en de Céleste van later.
De duisternis en grauwheid zorgen voor een gedempte en bedroefde sfeer. Alle camera’s en projecties geven het spel naast een documentaireachtig karakter ook een toverachtige sfeer, omdat de beelden tegelijk getoond worden en er met licht- en computereffecten gewerkt wordt.

Er is weinig muziek te horen in de voorstelling. Af en toe is er een stuk te horen dat de sfeer van de scène ondersteunt, maar meer dan een begeleidende rol heeft de muziek niet.

Alle vier de personages in het toneelstuk spelen een belangrijke rol. De Céleste en Proust van later vertellen in een soort documentaire hun verhaal, en tegelijkertijd zijn de Céleste en Proust van vroeger, die het vertelde meemaken, op het toneel te zien.
De jonge Céleste is onervaren, onwetend, verlegen en nederig. Dat blijkt uit hoe ze met haar meester Proust omgaat.
De oude Céleste daarentegen komt meer ervaren en rustiger over, hoewel ze af en toe nog net zo onzeker lijkt als vroeger door de manier waarop ze over haar tijd met Proust vertelt.
De Proust van vroeger gedraagt zich apart, is veeleisend en erg gesteld op rust. Hij is perfectionistisch en heeft hele vreemde maar precieze wensen. Zo heeft hij bijvoorbeeld een heel gedetailleerde beschrijving gemaakt van hoe zijn koffie moet zijn. Hij spreekt snel, met veel moeilijke woorden, en toch met een rustige toon. Er klinkt geen moment van aarzeling. In alles wat hij zegt lijkt iets verborgen te zitten. Daarnaast is Proust verbitterd, ziekelijk en tamelijk achterdochtig. Ook dit is constant in zijn stem te horen.
De Proust van later – hij is als een schim die na Prousts dood terugkijkt naar het verleden – gebruikt dezelfde ingewikkelde zinnen om iets te vertellen dat door een normaal mens niet zomaar te bevatten is. Er zijn echter wel verschillen tussen de Proust van later en die van vroeger: het bittere is eruit en er is enthousiasme gekomen. Zijn stem is niet meer rustig en gecontroleerd, maar opgewonden en bijna vrolijk. Soms komt hij niet uit zijn woorden.
De latere personages staan niet in een directe relatie met elkaar. De jonge Céleste en de Proust van vroeger wel: ze hebben een speciale band. Vanaf het moment dat Céleste wordt aangenomen als huishoudster van Proust, beginnen ze steeds meer op elkaar gesteld te raken. Dat wordt vanaf de eerste ontmoeting duidelijk naar aanleiding van de manier waarop ze met elkaar omgaan. Céleste raakt snel gewend aan de vreemde eisen en regels van haar meester. Proust lijkt een soort filosofieleraar die alles voorschrijft, maar hij wil ook graag de mening van Céleste horen. Céleste blijft het hele stuk onderdanig, behulpzaam en bezorgd om het welzijn van Proust. Toch durft ze naarmate de tijd verstrijkt Proust ook tegen te spreken en hem vragen te stellen. Ze zegt ze op een gegeven moment, als haar meester haar zegt dat ze de lakens niet goed heeft gewassen: “Als u’t niet goed vindt, dan doet u’t toch lekker zelf?”. Telkens als ze in opstand komt, heeft Proust een brede glimlach op zijn gezicht.
Ik kan me het beste identificeren met Céleste. Zij is normaal en krijgt te maken met de vreemde eigenschappen van Proust. Het is voor mij moeilijk te begrijpen wat Proust allemaal zegt en wat hij bedoelt en het is aan haar reacties te zien dat zij ook niet altijd begrijpt waar hij het over heeft.
Zowel Céleste als Proust hebben iets aparts. Proust is het vreemdst. Het publiek ziet dat samen met Céleste. Het eigenaardige aan Céleste is dat zij zich hecht aan een man als Proust.

Er zitten verschillende thema’s in het stuk. Het gaat over het leven, ziekte en dood en over moedeloosheid, lusteloosheid en depressiviteit. Ook gaat het over de wijze waarop Céleste is omgegaan met Proust en zijn kijk op alles.
Het wordt steeds meer duidelijk dat Proust dood zal gaan: hij is zwak en ziek en het gaat steeds slechter met hem. Hij beweegt als een oude man, praat steunend en vermoeid en eet bijna niets. Op een gegeven moment wil hij ook zijn huis niet meer uit.
Het is de regisseur gelukt om mij een thema dat redelijk ver van mij af staat en waarover ik weinig heb nagedacht betekenis te geven. De combinatie van de deprimerende sfeer, de beeldtechnieken en de onbegrijpelijke teksten die Proust zo mooi uitsprak, heeft mij aan het denken gezet.

Wat het stuk voor mij heel erg interessant maakt, is de overvloed aan informatie die je over je heen krijgt. Bijvoorbeeld van de redevoeringen van de Proust van vroeger. Het lijkt erop dat de regisseur soms teksten uit boeken van Proust letterlijk heeft overgenomen voor zijn toneelstuk. De teksten worden mooi, snel en heel gecontroleerd uitgesproken en het is steeds weer een uitdaging om te begrijpen wat Proust heeft gezegd, voor hij weer aan een nieuwe zin begint. Het begrijpen lukte lang niet altijd op tijd, waardoor ik steeds het gevoel had dat ik veel had gemist en dus nog lang niet alles van het toneelstuk had gezien.
Maar niet alleen de moeilijke teksten van Proust gaven me het idee dat ik maar een tiende van de voorstelling had meegekregen. Er was daarnaast namelijk zo ontzettend veel tegelijk te zien: er waren drie verschillende schermen waarop verschillende taferelen en mensen geprojecteerd waren. Links zat de oude Céleste een interview te geven, terwijl rechts op het scherm bewerkte beelden van taferelen of personen werden weergegeven. Bovendien waren de acteurs op het podium ook nog ergens mee bezig. Alles was de moeite waard om te bekijken omdat alles mooi was.
Het is mooi dat het overweldigende van de ideeën van Proust zo mooi is laten zien door het publiek te overweldigen met allerlei spektakel. Ook is het knap dat het publiek helemaal kan zien hoe de sfeer is in Prousts huis en hoe het is om te leven met een zieke man als Proust.
Wat ik erg apart vind, is de balk boven het decor waarop om de halve minuut afgeteld wordt vanaf het jaar 2005 tot het geboortejaar van Proust. Op het moment dat zijn geboortejaar is bereikt, is hij net gestorven in het toneelstuk.
Ten slotte vind ik het helemaal geweldig dat de toeschouwer het idee krijgt midden in een documentaire te zitten. Céleste vertelt voor de camera over vroeger, en daarmee heeft de regisseur op een zeer originele manier laten zien dat het toneelstuk is gebaseerd op een boek van Céleste waarin zij verslag doet van haar jaren met Proust. Het is bij de documentaire ook heel interessant om het verschil tussen jong en oud te zien. Céleste ging van onervaren en onderdanig naar rustig en zelfstandig. Proust ging van depressief en ziekelijk naar tevreden en enthousiast.

Ik heb genoten van de voorstelling. Ik was onder de indruk van het spel van de acteurs, aangezien alle vier zeer overtuigend overkwamen omdat ze hun rol perfect kenden en zich goed inleefden in de personages. Ook alle spektakel en de overvloed aan taferelen op het podium hebben indruk op mij gemaakt. De documentaire kwam zo realistisch over doordat veel aspecten van documentaires op televisie in het spel terugkwamen. Ik begrijp volkomen dat dit toneelstuk al vele positieve recensies heeft gekregen en ik zou iedereen kunnen aanraden om te gaan kijken.