Selecteer een pagina

Naam: Proust 4: De kant van Marcel van Marcel Proust
Acteurs: Paul R. Kooij, Eelco Smits, Fania Sorel, Marlies Heuer
Regie: Guy Cassiers
Datum: 15 oktober 2005
Plaats: Plaza Futura, Leenderweg 64 te Eindhoven

Proust 4: De kant van Marcel is een beschouwing van Prousts leven, vanuit het perspectief van zijn huishoudster Céleste.
In de kleine zaal zat het publiek in sterk stijgende rijen tot bovenaan in de nok. Tot het verlichte gedeelte van de zaal behoorden het podium met achterwand en de linkerwand. Zowel op het decorscherm als op een kleiner, aan twee dunne draden ervoor gehangen scherm ter grootte van een televisietoestel, werden beelden geprojecteerd. Linksonder in het egaal witte decorscherm was het stof uitgesneden in een vierkant, waarachter zich een knus kamertje bevond, dat was ingericht met slechts een stoel en een bureau. Op het podium zelf lag een ovaal tapijt. De linkerzijwand had een ruwe structuur en werd vanaf de rechterzijwand met schijnwerpers belicht.
Op deze bakstenen wand bewogen de schaduwen van Proust en zijn huishoudster. Op het decorscherm werden verscheidene beelden vertoond. In een donkerblauw verlicht rechthoekje, midden-boven in het scherm, werden in witte letters jaartallen met daarachter de meest memorabele gebeurtenis geprojecteerd. Deze tijdteller startte in het jaar 2005 en tikte gestaag terug naar 1871 – Prousts geboortejaar. Op verschillende plaatsen op het scherm werden afbeeldingen geprojecteerd van voorwerpen, zoals een kopje (lindebloesem?)thee en een brandende kaars. Soms vervaagden deze afbeeldingen en werden ze vervangen door een groter bewegend beeld dat zich uitstrekte over het gehele decorscherm. Dan werden er beelden van een golvende zee vertoond, of het gezicht van de voorlezer, die
– zichtbaar gezeten nog achter het doorzichtig blijkende decorscherm – de ontwikkelingen op het podium rechtstreeks voorzag van quotes uit Prousts werk. Ook live werden er beelden uit het gezellige kamertje verzonden en geprojecteerd op het resterende stuk onbeschenen decorscherm direct erboven.
In dit kamertje zat de huishoudster Céleste, die vanuit haar oude stoel haar vroegere ik beschouwde. Deze bevond zich tegelijkertijd op het podium, samen met Proust zelf. Achter het decorscherm, opzettelijk duidelijk zichtbaar en helder beschenen door een blauwe schijnwerper, zat de voorlezer.
Na al deze indrukken begint de voorstelling. De tijdteller zet zich in beweging en doet het besef rijzen van de vliegende tijd. Proust, op leeftijd, kalend en gekleed in een lange grijze mantel, stelt zich voor aan zijn nieuwe huishoudster, Céleste. Op een monotone en onverstoorbare – daardoor ijskoude – stem deelt hij haar zijn wensen mee: Céleste moet alles precies zo doen als de vroegere huishoudster. Ten alle tijden moeten tocht en lawaai vermeden worden. Drie keer per dag moet er koffie geserveerd worden, op een temperatuur van exact zus-en-zoveel graden Celsius, met twee beboterde croissantjes en ’s middags naar wens nog een. Soms moet hij op vakantie aan zee om aan te sterken van zijn astma en zijn leven binnenshuis. Zo sleept hun leven zich voort tot het eind van de voorstelling, gelardeerd met passend commentaar van zowel de bejaarde, beschouwende Céleste als de voorlezer.
De voorstelling speelt zich chronologisch af, heeft weinig inleiding en slot en bestaat voor ongeveer drie even grote delen uit gesprekken tussen Céleste en Proust, haar terugkijken op vroeger en op haar emoties en het voordragen van fragmenten uit Prousts werk.

Proust eist veel van zijn huishoudster. Céleste moet dag en nacht voor hem klaarstaan, zich protestloos plooien in zijn afgezonderde leefwijze. Met zijn dwingende manier van doen maakt hij haar ook afhankelijk van hém door haar zodanig te claimen dat ze nauwelijks contact kan hebben met de buitenwereld. Liefdevol deelt hij stukken uit zijn werk met haar,
Céleste op haar beurt laat zich vol ontzag inpalmen door de imponerende schrijver, wiens geestelijke vermogens de hare vanzelfsprekend ruimschoots ontstijgen. Liefdevol als een ganzenmoeder voorziet ze in al zijn lichamelijke behoeften – niet voor niets heeft ze onder haar witte kleding een uitstulping bij de rug die lijkt op een staart.
Uit de manier waarop ze met elkaar omgaan valt veel over hun relatie en karakter op te maken. Proust is een intelligente, dwingende, koude, astmatische en afhankelijke man die er alles aan doet Céleste aan zich te binden. Over zijn gedachten en gevoelens valt niet zoveel te zeggen als over die van Céleste. Zij is een zorgzame en lieve vrouw, die om onbegrijpelijke redenen haar leven graag aan hem wijdt. Tussen Proust en Céleste bestaat een wereld van verschil. Proust schrijft over diepzinnige onderwerpen: over herinneren en vergeten, en over kunst, terwijl Céleste een eenvoudige huishoudster is. Omdat zijn diepzinnige citaten, die voortdurend op het publiek werden afgevuurd, mij geenszins hebben geprikkeld of ook maar hebben bereikt, kan ik mij veel beter inleven in Céleste. Toch begrijp ik niet waarom ze bij hem wil blijven: zijn dwingende koude gedrag en het vooruitzicht daarmee in bijna totale afzondering te moeten leven, zouden een normaal mens in bezit van de volle verstandelijke vermogens gillend op de vlucht doen slaan. Toch is Céleste geloofwaardig: de bejaarde versie legt uit dat ze door hem geleidelijk werd meegetrokken en voordat ze het wist zat ze aan hem vast gekluisterd.
Het stuk gaat voor mij in de eerste plaats over tijd. In het toneelstuk verloopt vanzelfsprekend de tijd: de tijdteller doet je, met de meldingen 2001 Aanslag Twin Towers en 1902: Eerste stofzuiger, beseffen dat de tijd vliegt, en tenslotte was het stuk zo saai dat ik niet kon wachten tot de tijdteller op 1871 zou staan en het tijd was om te vertrekken. Dit thema sprak me vooral aan door de tijdteller. Het stuk gaat voor mij ook over relaties. De verhoudingen tussen Proust en Céleste zijn heel belangrijk. Dat komt niet alleen tot uiting doordat heel het stuk een lange dialoog is, maar ook door hun posities op het podium, ten opzichte van elkaar. Soms staan ze beiden met de rug naar het publiek, soms kijkt Proust naar links en zij naar rechts, soms staan ze bijna tegen elkaar, soms staan ze juist ver uit elkaar. Ook de bewust gecreëerde lange schaduwen die op de linkerzijwand vallen, weerspiegelen hun emoties over elkaar. Dit thema heeft in dit stuk weinig betekenis voor me gehad.
De regisseur heeft een heel eigen voorstelling gemaakt. Dit moet het geval zijn, want de bron A la recherche du temps perdu is een boek waarin geen voorgekauwde teksten staan, en al helemaal geen aanwijzingen voor de toepassing van lichteffecten of andere technische snufjes en het kiezen van geschikte acteurs.
De geprojecteerde beelden op het decorscherm en het kleinere scherm waren het meest boeiend. De digitale Céleste keek het publiek recht aan, maar de echte Céleste zat zodanig in haar kamertje dat het publiek juist de zijkant van haar gezicht zag. Voor Proust gold ook iets dergelijks: de echte Proust keek het publiek juist recht aan, maar de digitale Proust keek opzij naar Céleste. Zelfs voor de voorlezer gold zoiets: de digitale voorlezer werd in close-up op het decorscherm geprojecteerd, terwijl hij niet in de camera keek maar wel goed zichtbaar bleef, maar de echte voorlezer zat soms zelfs met zijn hoofd afgewend van het publiek. Verder vond ik de tijdteller, waarop gedurende de hele voorstelling interessante feitjes verschenen, wel boeiend
Helaas moet ik zeggen dat het grootste gedeelte van het toneelstuk me geenszins boeide. Ten eerste: tegen de in rap tempo voorgedragen fragmenten uit Prousts werk heb ik me vanaf het prille begin verzet. Hiervoor ben ik niet gekomen, dacht ik, en zo denk ik nog steeds. Ook van het geluid werd weinig gebruik gemaakt. Wat je hoort is voor een geslaagde voorstelling net zo belangrijk als wat je ziet. Ik heb alleen gekeken, weinig gehoord. Er klonk alleen geluid als de acteurs spraken, er klonk alleen achtergrondmuziek als de golvende zee werd geprojecteerd.
De acteurs waren niet heel goed. Dat lag niet aan hun acteertalent, maar aan de rollen: een actrice voor het vertellen van Célestes gevoelens bij het verleden, eentje voor het heen en weer trippelen van de Céleste op het podium, een acteur voor het voordragen van de passages uit Prousts werk en eentje voor het lijzige spreken van Proust. Kortom: de acteurs kregen geen kans hun al dan niet aanwezige talenten te tonen. Alleen Proust met zijn onverstoorbare stem van ijs, terwijl hij klusjes en verplichtingen voor Céleste opsomt, is enigszins blijven hangen.
Over het algemeen was de voorstelling deprimerend en saai. Er gebeurde onder Prousts heerschappij weinig tot niets concreets, er waren geen verrassende wendingen of een verrassend einde. Ik moet toegeven dat ik een kwart van de tijd aan andere dingen heb zitten denken. Ik moet ook toegeven dat ik, omdat ik achteraan zat en steun vond aan de muur, bijna een dutje was gaan doen. Ik zou deze voorstelling van harte aanraden aan liefhebbers van Proust, die de gebruikte werken al van buiten kennen. Zij kunnen hun hart dan veelvuldig ophalen.

Ik heb wat informatie van de site van het gezelschap gehaald: http://www.areyouvital.com/rotheater20052006/html/pro4/pro4-info.html