Selecteer een pagina

Opdracht 1
Samenvatting

Het boek is gebaseerd op het leven van de 35-jarige patholoog-anatoom Ellen van Bemmel. Ze heeft als klein meisje, toen ze twaalf was, zowat het ergste wat een kind kan overkomen op deze leeftijd, meegemaakt: een familiedrama. Haar moeder (Margje de Groot) en vader (Frits van Bemmel) hebben al hun kinderen willen vermoorden, alleen zagen ze Ellen over het hoofd: zij was namelijk de hond uitlaten. De reden tot het vermoorden was kraamvrouwenpsychose van Margje na de geboorte van het vijfde kind: Ida. Nadat Margje en Frits de kinderen een plasticzak over het hoofd hebben geknoopt, hebben ze zelfmoord gepleegd. Wanneer Ellen thuis komt, merkt ze dat haar driejarige broertje, Michiel (ook wel Carlos genoemd), nog leeft. Ellen sleurt haar broertje mee de kelder in en daar wachten ze angstig totdat ze gevonden worden.
Ellen en Carlos worden bij het internaat “De Eenhoorn” ondergebracht en na een tijd wordt Carlos geadopteerd. Dit is het begin van vervreemding tussen de broer en zus. De zus en broer van Ellen, Sybille en Kester, laten na hun dood Ellen niet met rust. Ze zijn een beetje kwaad dat zij twee wel dood zijn en Ellen niet en daarom blijven ze bij haar “leven”.
Ellen verlaat na haar achttiende verjaardag het internaat en gaat op kamers wonen. Ze gaat medicijnen studeren, wordt patholoog-anatoom en stort zich in de armen van elke man die ze tegenkomt. Maar ze trouwt uiteindelijk met ene Thijs en na een huwelijk van dertien jaar scheiden ze.
Ze ontdekt dat het ouderlijk huis te koop staat en ze koopt het huis waar al het vreselijke heeft plaatsgevonden. Na haar scheiding is ze zwanger geraakt en omdat ze zwanger is krijgt ze vrij van haar werk. Om haar vrije tijd te vullen, besluit ze om het huis om te toveren naar hoe het er vroeger was geweest. Ze krijgt echter bijna een miskraam en moet een paar maanden rust nemen. Tijdens deze maanden wordt ze verzorgd door Lucia, een allochtoon die moet onderduiken voor haar man omdat ze mishandeld wordt. Tijdens haar bedrust en de tijd dat ze in haar vroegere huis woont, probeert ze alles uit haar jeugd een plaats te geven in zowel haar hoofd als hart. Ze probeert Sybille en Kester los te laten, hun uit haar hoofd te verdrijven. Dit lukt uiteindelijk wanneer alles een plaatsje heeft en ze gaat met Bas, de conciërge van de vroegere “Bureau van Bemmel” (de ouders hadden een knipselbureau), samenwonen.

In deze samenvatting is alles chronologisch beschreven, maar in het boek is het verhaal én in de tijd van de twaalf jarige Ellen én in de tijd van de 37-jarige Ellen geschreven. Het zou chronologisch geweest zijn als deze tijden elkaar zouden opvolgen, maar ze worden continu door elkaar gebruikt. Zo ontstaat er een niet chronologisch structuur.

Opdracht 2
Deel 1 en 2

In “Een hart van steen” is het duidelijk wie het slachtoffer is: Ellen. Ze is al sinds haar geboorte een beetje slachtoffer. Ze is het derde kind van de familie Van Bemmel en dat zou volgens haar een minder goede plek zijn dan de eerste of laatste. Ze ziet zichzelf als slachtoffer in haar positie in de familie. Niet alleen vanwege haar positie in de familie, maar ook wegens haar moeder is ze duidelijk een slachtoffer. De moeder lijdt aan kraamvrouwpsychose waardoor ze zich vreemd gedraagt en dit lijdt haar dan uiteindelijk tot de moord op haar kinderen, dus de broer en zussen van Ellen. Na dit incident krijgt Ellen psychologische problemen, omdat haar broer en zus in haar gedachten blijven “rondspoken”. Alsof dit allemaal niet voldoende is, raakt ze ook haar enige familie, haar kleine broertje, na een verloop van tijd kwijt aan een adoptiefamilie. Dit maakt ze allemaal in haar jonge jaren mee, maar ook wanneer ze volwassen is heeft ze het niet gemakkelijk. Ze deelt het bed met alle mannen die ze tegenkomt, krijgt een ongelukkig huwelijk en daarnaast bijna een miskraam. Ofwel: slachtoffer van alles en iedereen.

Ellen als slachtoffer van haar positie in de familie. Ze is echter niet echt een slachtoffer, maar ze praat dit zichzelf aan. Het zou de slechtste positie zijn die een kind van een echtpaar zou kunnen hebben. Volgens haar zou het eerste kind het meest voorgetrokken worden, omdat deze nou eenmaal het langst in het gezin aanwezig is. Het laatste kind zou de meeste aandacht krijgen, omdat deze het jongst was en dus aandacht nodig zou hebben. Volgens Ellen waren er geen voordelen aan het zijn van de derde nakomeling. Echter, haar vader wilde dat Ellen geloofde dat al zijn kinderen hetzelfde aandacht waardig waren. Hij zou ook het derde kind geweest zijn en dat zijn vader hem altijd zei: “De derde van de familie, is het cement.” Dit vertelde Ellens vader ook telkens weer aan haar, wanneer ze zich gedupeerd voelde over het feit. Zo had Ellen weer de kracht om er voor een tijd tegenaan te gaan. Zo kon ze zich verzetten tegen het feit dat ze een “slachtoffer” is.
Wanneer Frits, de vader van Ellen, weer eens een wandeling wil gaan maken, zoals ze altijd al deden, stuit hij op verzet van de familieleden. Margje van Bemmel, de moeder, wil niet mee omdat ze geen zin heeft om haar kleine Ida mee te moeten nemen naar buiten. Ze is als de dood voor de mogelijkheid dat haar kindje iets kan overkomen. Ook Carlos mag niet mee van Margje, omdat deze verkouden is. Kester heeft zijn enkel verstuikt en Sybille heeft er gewoon geen zin in. Iedereen behalve Ellen heeft er geen zin. Ze vindt het niet kunnen om haar vader door zoiets onbenulligs verdrietig te maken en is klaar om te vertrekken. Uiteindelijk vertrekt Frits met haar twee dochters Sybille en Ellen. Na een tijd wandelen keert Sybille zich om, om terug naar huis te gaan. Weer vindt Ellen dat ze dat niet kunnen maken en zij blijft wel bij haar vader. Wanneer Frits erachter komt dat hij een van haar dochters kwijt is, raakt hij in paniek. Omdat zij niet moeilijk deed bij het vertrekken en nu niet is weggelopen samen met Sybille, is zij toch wel een belangrijk “bestandsdeel” van het met een gebouw vergelijkbare familie. Dit krijgt Ellen dan ook te horen van hem op de terugweg. Zij is het cement. (blz. 124 – 132)

De moeder van Ellen lijdt aan kraamvrouwpsychose. Deze ziekte brengt haar ertoe om haar kleinste dochter flink toe te takelen en in te beelden dat het kindje bezeten zou zijn door de duivel. Het gedrag van de moeder wordt als maar erger en ze doet steeds maar vreemder en vreemder. Uiteindelijk is het dan zo ver en vermoordt ze op een dag haar eigen kinderen. Ze ziet echter wel een van haar dochters over het hoofd, Ellen. Het is natuurlijk een erg harde klap, wanneer Ellen erachter komt dat haar moeder een moordenaar is geworden, maar wat ook zeker hard aangekomen moet zijn, is het feit dat haar moeder haar vergeten is. Gewoonweg vergeten. Dit heeft echter Ellen wel het leven gered, maar of ze daar zo blij mee is, is nog maar de vraag. Een tweede punt waarop Ellen als slachtoffer gezien kan worden, is dus dat haar broer, zussen en vader vermoord zijn en haar moeder de moordenaar is. Dan kan een persoon toch zeker wel gezien worden als slachtoffer.
Ellen kan zich op maar een manier verzetten tegen haar rol als slachtoffer en dat is door te verwerken wat er is gebeurd. Dit doet ze dan ook wanneer ze terug is in haar ouderlijk huis. Tijdens haar studie heeft ze te horen gekregen over kraamvrouwpsychose en daardoor wist ze wat het probleem was en dat haar moeder niets kon doen tegen haar “vreemde” gedrag. Ze had gewoon de juiste medicatie nodig en dan was dit allemaal niet gebeurd, leefde iedereen nog en waren ze waarschijnlijk een gelukkige familie.
Rond Pasen doet Margje weer “normaal”, zoals ze zich voorheen altijd gedroeg. Wanneer het een paar weken na Pasen koud en guur begint te worden buiten en zowat iedereen ziek begint te worden, gaat Margje weer vreemd doen. Ze is ervan overtuigd dat ze snel moet ingrijpen, voordat haar kinderen nog zieker zullen worden. Dus maakt ze een schoteltje klaar voor haar gezin met vitaminecapsules die zij had gekregen van de dokter. Zo begint ze met het voorbereiden van de dood van haar kinderen. Uiteindelijk, op een dag na het avondeten is het dan zover. Margje trekt plasticzakken over de hoofden van Sybille en Kester heen en maakt deze vast met een elastiek. Ook bij Carlos doet ze hetzelfde en Ida verpakt ze in een vuilniszak. Maar ze is zo druk in de weer met het moorden, de kinderen “verlossen uit hun lijden” zoals ze het zelf noemt, dat ze vergeet dat ze nog een dochter heeft. Ellen was toevallig voor het toetje opgestaan om haar hond uit te laten en weet dus zo te ontkomen aan een gruwelijke dood. Wanneer ze thuis is merkt ze pas wat er gaande is. Terwijl zij gezellig met haar hond aan het spelen was , heeft er zich thuis een drama afgespeeld. Maar ze is nog wel op tijd om Carlos te redden, die bij haar aankomst nog zat te hoesten onder de eettafel. Ze haalt de plasticzak van zijn hoofd af en sleurt hem mee de kelder in. Zo zijn zij met z’n tweeën over uit een familie met zeven leden. (blz. 195 – 235)
Ellen koopt het ouderlijk huis en gaat daar wonen, nadat ze scheidt met haar man. Hier begint haar verwerking van wat er heeft plaatsgevonden in haar jonge jaren. Ze denkt na als ze in bed ligt, ze denkt na als ze herinneringen boven haalt bij het zien van kamers en plaatsen in het huis, ze denkt na als ze bladert in haar familiealbum en terwijl ze denkt probeert ze alles te verwerken. Ook Bas probeert haar te helpen. Bas was de conciërge (nog maar een jonge student toen) van kantoor Van Bemmel en hij kwam Ellen toevallig tegen in de winkel waar hij nu werkt. Als hij een keer Ellen opzoekt thuis, probeert hij langzaam een gesprek te beginnen over het verleden. Hij vertelt Ellen zijn visie op de zaak, alleen is Ellen hier niet van gediend en wordt zij pisnijdig. Vanaf dan probeert zij Bas zo veel mogelijk te vermijden, maar uiteindelijk, nadat alles is verwerkt, gaat ze samenwonen met hem. (blz. 44 – 235, verwerking duurt zowat het hele boek lang)

Nadat Ellen haar hele familie, op de kleine Carlos na, kwijt is, gaat ze een moeilijke tijd tegemoet. Ze krijgt psychische problemen, want Kester en Sybille gaan niet echt dood voor haar. Ellens broer en zus blijven rondhangen in haar hoofd, omdat zij een beetje verontwaardigd zijn door het feit dat Ellen nog leeft en zij tweeën dood zijn. Dus ze is hun in werkelijkheid wel kwijt, maar zit ze in háár realiteit toch opgescheept met ze. Zo is Ellen weer op een andere manier slachtoffer geworden door toedoen van haar moeder. Natuurlijk is het onmogelijk om van een meisje van twaalf te verlangen dat ze alles vergeet, weer “normaal” verder gaat met haar leven na een dermate rampzalige gebeurtenis. Dit verwachten ze echter wel van Ellen in “De Eenhoorn”, het internaat waar ze terecht komt met haar broertje. In het begin verzet ze zich niet tegen haar broer en zus die een “onderdak” hebben gekregen in haar hoofd. Ze is van mening dat dit het enige is wat ze nog voor hen kan doen, het minste wat ze kan doen. Daarom duurt het ook erg lang voordat Ellen zich wil verlossen van de passagiers in haar hoofd. Met afstand nemen begint ze pas als ze haar oude huis heeft gekocht, dus pas 25 jaar later, en uiteindelijk lukt het haar, tot verbazing en verontwaardiging van Sybille en Kester.
Wanneer er blijkt dat er nog veel gedaan moet worden aan het huis, voordat het zijn oude staat weer terugkrijgt, begint Ellen met allemaal ideetjes. Ze wil eerst de kamers inrichten, iedereen krijgt zijn eigen kamer weer terug. Alle leden van de familie. Als ze dan voor de woonkamer gordijnen wil gaan kopen, vraagt ze aan Sybille wat zij ervan vindt. Er zijn al gordijnen die zij zou willen, maar toch wil ze de mening van haar zus hebben. En als er lampen nodig zijn, vraagt Ellen aan Kester welke ze het beste kan nemen: halogeen of TL? Zo is duidelijk te zien dat Ellen er maar het beste van maakt, haar broer en zus hun gangetje laat gaan en ook nog eens waarde hecht aan wat zij vinden. Ze probeert hun gunstig te stemmen en het hun naar hun zin te maken. (blz. niet kunnen vinden)
Ellen gaat de kelder binnen, die ze sinds ze is gaan wonen in het huis, doelbewust heeft vermeden. Naar deze kelder was ze gevlucht samen met Carlos en hier werden ze de volgende dag gevonden door Bas. Ze gaat onder aan het trapje zitten en bedenkt zich dat ze zich erg vergist heeft in haar vader. Dat ze al die jaren ten onrechte boos is geweest op hem. Wanneer ze opkijkt, ziet ze Kester en Sybille voor haar staan, hand in hand. Zij weten ook dat het tijd is, dat Ellen eindelijk de krachten bij elkaar heeft gesprokkeld om hun vaarwel te zeggen. Haar broer en zus proberen nog voor een laatste keer hun zusje om te praten, maar tevergeefs. Ellen weet, dat als ze nu geen afscheid van ze neemt, ze altijd het verwarde, twaalf jarige meisje van toen zal blijven. Billie zegt als laatst: “Je raakt ons voor altijd kwijt.” Ellen antwoord hierop: “Nee, het is maar voor tijdelijk. Het is alleen maar voor de rest van mijn leven.” Want ook Ellen zal een keer doodgaan en dan zal ze zich voegen bij de rest van de familie. (blz. 231 – 232)

Opdracht 2
Deel 3
Patiënte:
Elle van Bemmel

Probleemstelling:
Patiënte “draagt” haar zus en broer mee in haar hoofd. De zus en broer zijn vermoord door de moeder toen zij twaalf jaar oud was. Patiënte is eerder opgenomen in “De Eenhoorn”, een internaat voor jonge kinderen. Hier heeft ze afstand moeten doen van haar kleinste broertje, hij werd geadopteerd. Met hem heeft ze nu echter geen contact noch een band mee. Haar lichamelijke activiteiten zijn optimaal, alles functioneert naar behoren. Bij hersenactiviteiten blijken de broer en zus invloed te kunnen uitoefenen op haar. Patiënte zou zelfs slimmer zijn, omdat ze nu eigenlijk driemansterk kan denken. Verder heeft ze erg veel last van het verlies van haar hond.

Onderzoek:
Patiënte is voor een half uur lang in een kamer gezet zonder enige afleiding. Hier begon ze te praten met de personen “Sybille” en “Kester”, volgens familiegegevens de oudere zus en broer. Na dit onderzoek is er met haar gepraat over Sybille en Kester. Sybille bleek erg modieus te zijn en Kester erg technisch. Beiden zijn vermoord door de moeder. Later is er geprobeerd om met haar te praten over haar jongste broertje, maar hier wilde ze niet op reageren. Ze ging echter wel een discussie met haar broer en zus aan. Het ging over het jongeste broertje, dat hij aan de patiënte was toevertrouwd en dat zij hem “kwijt was geraakt.” Na de discussie was er waar te nemen dat ze zware schuldgevoelens heeft aan dit feit.
De lichamelijke activiteiten zijn getest doormiddel van oefeningen die de patiënte moest uitvoeren. Hierbij is gekeken naar hand-oog-coördinatie, gewrichtbewegingen en dergelijke. De hersenactiviteiten zijn getest doormiddel van verschillende IQ-tests, inktvlekken en raadsels. Bij de IQ-tests heeft ze gemiddeld gescoord. De inktvlekken, die haar werden voorgelegd, werden meestal gezien als honden, pillen en plasticzakken.Bij het zien van honden kreeg ze emotionele uitbarstingen. De score bij de raadsels was net als bij de IQ-tests gemiddeld. Bij de IQ-tests en de raadsels was ze vaak in discussie met haar broer en zus, ze overlegden samen wat het antwoord zou kunnen zijn.

Conclusie:
Patiënte lijdt aan hallucinaties en schuldgevoelens. Hallucinaties van haar broer en zus en schuldgevoelens omdat zij wel dood zijn en de patiënte zelf niet. Ze discussieert vaak met haar hallucinaties, maar zo komt ze op meer invalshoeken uit en neemt ze slimmere besluiten. Ze is echter niet heel veel slimmer dan gemiddeld, zoals verwacht werd. Haar jongeste broer wil ze vergeten en dat is ook bijna gelukt. Uit de inktvlekken blijkt dat ze een hond heeft gehad en deze mist ze heel erg. De pillen en plasticzakken zijn waarschijnlijk de moordwapens geweest van de moordenaar. De lichamelijke activiteiten zijn zoals ze horen.

Behandeling:
Patiënte moet de gebeurtenissen uit haar verleden verwerken. Wanneer ze alles een plaats heeft kunnen geven, zullen haar hallucinaties verdwijnen en ook de wil om haar kleinste broer te negeren. Ze zal iemand nodig hebben uit het verleden, met wie ze kan praten, bij wie ze zich veilig zal voelen met haar geheimen. Zo zal ze moeten begrijpen dat het niet haar schuld is, dat ze zich niet schuldig moet voelen voor het feit dat de zus en broer dood zijn. Een huisdier nemen zal haar haar oude hond doen vergeten.
Opdracht 3
Troost

Eerste troost/methode voor het verwerkingsproces:

Het kopen van een hond zal de patiënte haar oude hond doen vergeten. Het is wel aan te raden om een hond van een ander ras te nemen. Het is ook zeker te adviseren om een andere naam te geven aan de nieuwe hond. Door deze twee maatregelen is het moeilijker voor de patiënte om in het nieuwe huisdier kenmerken en herinneringen terug te vinden. Een totaal ander soort huisdier nemen zou nog beter zijn, maar volgens gegevens zal dit idee door de patiënte afgewezen worden: ze heeft duidelijk een voorkeur voor honden. Nog een voordeel naast het feit dat ze haar oude hond zal vergeten is, dat ze zich niet meer alleen zal voelen. Een huisdier zal haar gezelschap houden in haar eenzame tijden. Misschien zal ze zo ook, in plaats van met haar hallucinaties te praten, met het dier communiceren. Zo zouden er twee problemen tegelijkertijd verholpen kunnen worden.

Tweede troost/methode voor het verwerkingsproces:

De patiënte is zelf al aan een methode begonnen dat haar zeer zeker zal helpen en haar verwerkingsproces zal doen versnellen. Ze heeft het huis waarin ze woonde, toen het tragische gebeurtenis plaatsvond, gekocht en is daar gaan wonen. Ze is zo “gedwongen” om oude herinneringen aan vroeger op te halen en deze te verwerken. Zo zal de kelder, waarin ze zich heeft verstopt op de dag van het tragische voorval, een belangrijke plek zijn waar ze het proces kan versnellen. Evenals de kelder zal de keuken ook van grote betekenis zijn. De patiënte heeft al verteld dat ze zich een heel stuk fijner voelt in haar oude huis, dus ze moet hier blijven wonen totdat ze “genezen” is. Wel een belangrijk aspect dat eventueel veranderd zou kunnen worden, is het terugbrengen van het huis naar zijn originele staat, zoals het er vroeger was. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de patiënte te ver terug gaat, te veel in het verleden gaat leven. Hierdoor zou het verwerkingsproces tegen een blokkade kunnen opbotsen en dat zou meer dan zonde alleen zijn.

Derde troost/methode voor het verwerkingsproces:

Het negeren van het bestaan van haar kleinere broer zal opgelost moeten worden doormiddel van gesprekken. De twee zullen bij elkaar moeten komen om te praten, eventueel over vroeger, maar mocht dat niet werken, dan over allerdaagse zaken. De bijeenkomsten zullen door ons worden geregeld, daarom is het nodig dat er uitgezocht wordt waar de kleinere broer zich bevindt. Het is echter wel een noodzaak dat de patiënte eerst van de hallucinaties van haar broer en zus af is. Dit zou het broertje kunnen laten schrikken, waardoor er geen goede relatie kan ontstaan tussen hun twee. De moeilijkste stap zal toch het wegwerken van de hallucinaties worden. Maar als de patiënte zich inspant om te accepteren dat haar broer en zus dood zijn, zal het zeker lukken. Dit kan ze het beste doen door de graven van de broer en zus te bezoeken. Proberen te begrijpen dat de dood van de twee niet haar schuld was, is ook cruciaal. Als het allemaal gelukt is, zal ze zich waarschijnlijk opgelucht en vrij voelen. Om te begrijpen dat de dood van haar broer en zus niet haar schuld is, moet dit haar vaak gezegd worden. Het liefst door iemand die haar van vroeger kent en volgens onze gegevens is er ene Bas die hier erg geschikt voor is. Praten met hem over haar problemen zal haar zeker troosten.