Samenvatting:
(Ik heb deze samenvatting van internet gehaald)
De zesjarige Loes groeit op in een vredige nieuwbouwwijk, waar zij samen met haar moeder de oude, krakende pastorie bewoont. Ook de Luco’s wonen daar, twee vriendelijke mannen van wie iedereen aanneemt dat het kamerhuurders zijn. De moeder van Loes is niet zoals andere moeders. Daardoor is Loes de populairste en stoerste in het dorp. Dan komt Thomas bij hen in het dorp wonen. De kinderen vinden hem aanvankelijk een beetje raar. Dat is echter over nadat Loes bevriend met hem wordt. Ze raken zelfs verloofd en vieren een verlovingsfeestje bij Loes thuis. Daar komt de moeder van Loes erachter dat Thomas van zijn achternaam Iedema heet en dat laat haar schrikken. Vroeger woonde zij en Thomas’ vader in hetzelfde dorp. Loes’ moeder was verliefd op hem en ondanks dat hij getrouwd was, had ze een relatie met hem. Toen ze zwanger van hem raakte, wilde hij echter niets meer met haar te maken hebben. Eerst bleef de moeder van Loes haar vroegere minnaar lastig vallen om hem over te halen dat zij bij elkaar hoorden. Maar toen dat op den duur niets uithaalde, besloot ze te verhuizen. Nu sliep ze destijds ook met de Luco’s. Loes heeft dus drie mogelijke vaders.
Op een stormachtige nacht wordt de vader van Thomas vermoord met een potlood. De moeder van Loes wordt beschuldigd en veroordeeld tot een lange gevangenisstraf. Vanaf die dag is alles anders. Loes wordt nu opgevoed door de Luco’s en ze gaat niet meer met Thomas en de andere kinderen om. De moeders in het dorp hebben het te doen met Loes’ moeder. Ze geloven niet dat zij er iets mee te maken heeft. Geruchten en speculaties grijpen al snel om zich heen. Uiteindelijk wordt Loes er van beschuldigd dat zij ervoor heeft gezorgd dat haar moeder Thomas’ vader heeft vermoord. Wat er eigenlijk is gebeurd zal niemand ooit te weten komen. De Luco’s hadden de man eigenlijk vermoord. Loes dacht dat het haar schuld was, omdat ze de eerste poging tot moord had gedaan, maar omdat dat mislukte, hadden de Luco’s het karwei voor haar af moeten maken. Loes wordt stil en teruggetrokken. De kinderen willen de oude Loes terug en beginnen haar te treiteren om haar zo boos te krijgen. Loes reageert echter helemaal niet op die pesterijen. Naast het pesten heeft ze ook een groot probleem met lezen op school; ze is dyslectisch. Helaas wordt dit door iedereen ontkend, waardoor ze een echt buitenbeentje wordt.
Van haar moeder krijgt Loes tekeningen uit de gevangenis opgestuurd. Wanneer Loes twaalf jaar is, komt het bericht dat de moeder van Loes vrijgelaten wordt. Ze komt weer naar huis toe, maar alles is anders dan vroeger. Op een sportdag wordt Loes zoals gewoonlijk gepest. Haar moeder is komen kijken en wordt boos op dat wat er gebeurt. Dan valt de rest van de mensen Loes en haar moeder aan. Zij vluchten naar huis. De ramen van hun huis worden ingegooid en ze voelen zich bedreigd. Loes’ moeder besluit dat ze moeten verhuizen naar het buitenland, daar kent niemand ze. Ze vertrekken naar Lewis, een Engels eilandje. Daar krijgt Loes nieuwe vrienden. Ze wordt de vriendin van de leider van de groep, Gavin. Loes hoort er helemaal bij. Elke dag spelen ze op het strandje en in een hut.
Met de moeder van Loes gaat het niet zo best. Thuis kan ze haar draai niet vinden. Op een gegeven moment trekt ze het niet langer en verhuist ergens anders heen. Loes is weer samen met de Luco’s, iets wat ze niet erg vindt. Op haar achttiende verjaardag krijgt Loes van de Luco’s een aardbeienakker in het Westland. Ze is namelijk dol op aardbeien.
Loes gaat weer naar Nederland verhuizen om te studeren. Vlak voordat ze vertrekt, gaat ze nog even naar het strandje waar ze vroeger met de anderen altijd speelde. Wanneer ze in de hut zit hoort ze twee mensen naderbij komen. Ze verstopt zich in een regenton. Het blijkt Thomas te zijn met zijn vriendin Vanessa. Ze willen de boel in brand steken, maar Loes laat hen schrikken en ze vluchtten het strand op. Daar worden ze ingesloten door het vloedwordende water. Gelukkig waarschuwt Loes iemand, waardoor ze gered worden. Loes wordt als een heldin gezien.
In Nederland durft Loes haar appartement niet meer uit, uit angst dat ze Thomas tegen komt, die hier waarschijnlijk ook wel zou studeren. Dan ziet ze op televisie een documentaire over de Bijlmergevangenis waarin ze haar moeder aan het werk ziet. Ze besluit haar op te zoeken. Samen gaan ze wat drinken. Loes komt van haar moeder te weten dat de Luco’s zo hun eigen motieven hadden voor de moord op de vader van Thomas. Zij waren natuurlijk stik jaloers geweest, toen Loes’ moeder een geheime relatie had gehad met meneer Iedema. Loes was alleen maar de laatste druppel. Ook komt ze erachter waarom het niet meer boterde tussen haar moeder aan de ene kant en zij met de Luco’s aan de andere kant. Haar moeder had zich namelijk opgeofferd voor hen, door te bekennen en de gevangenis in te gaan. Dat had ze hun eigenlijk haar hele verdere leven kwalijk genomen.
Het thema van het boek is veranderingen. In het begin van Loes haar leven is ze een heel populair meisje. Ze is een groot voorbeeld voor haar vriendinnen. Dit komt onder andere door haar moeder, die anders is dan alle andere moeders. Ook verlooft Loes zich met Thomas wat veel verandering voor Thomas met zich mee brengt. Eerst was hij namelijk een buitenbeentje maar als Loes met hem bevriend raakt en zich zelfs met hem verlooft hoort hij er helemaal bij. Dan word de vader van Thomas vermoord. De moeder van Loes wordt opgepakt. Iedereen uit de buurt begint Loes en de Duco’s te negeren. Ze verandert in een stil en teruggetrokken meisje. Van het ene op het andere moment neemt haar leven een ommezwaai van 180 graden. Van populair meisje met een gelukkig gezin verandert ze in een stil meisje zonder moeder om haar op te voeden. En dan word ze ook nog eens gepest. Als ze uiteindelijk gewend raakt aan deze situatie komt haar moeder weer terug. En alsof die verandering nog niet groot genoeg is verhuizen ze ook nog eens naar Lewis. Als ze daar uiteindelijk een beetje gesetteld zijn is de moeder van Loes op een dag opeens verdwenen. Op haar achttiende verjaardag komt Loes erachter wat er werkelijk op de nacht van de moord is gebeurd en voelt ze zich ontzettend bedrogen. Dan vertrekt ze naar Nederland om een nieuw leven op te bouwen. Er vinden zeer veel veranderingen plaats in het leven van Loes, wat op zich best zielig is. Zodra ze aan nieuwe situatie is gewend verandert die meteen weer.
Voordat ik aan het boek begon had ik een aantal verwachtingen. Mijn eerste verwachting was dat ik er achter zou komen wat de foto’s op de voorkant van het boek te maken hebben met het verhaal zelf. Nadat ik de achterkant had gelezen kwam ik tot mijn tweede verwachting. Namelijk erachter komen wat er op die betreffende avond van de moord echt gebeurd is. En wat de impact van de waarheid is op iedereen. Mijn laatste verwachting was dat ik erachter zou komen wat de relatie was van Loes en haar moeder ten opzichte van de Luco’s. Op de achterkant staat namelijk: Ook de Luco’s wonen daar, twee vriendelijke mannen van wie iedereen aanneemt dat het kamerhuurders zijn. De woorden ‘van wie iedereen aanneemt.’ betekenen voor mij dat iedereen dus een verkeerd beeld heeft van hun aanwezigheid in het huis. Hier wilde ik graag wat meer over te weten komen.
Mijn eerste verwachting is uitgekomen. De aardbeien associeert Loes met haar kindertijd. Loes is in de zomer geboren. Dat was het jaar van de aardbeien, zoals in het boek staat: “De aardbeien waren zo groot als eendeneieren en de hele wereld geurde naar de zoete, zwoele aroma“. Loes is dus opgegroeid met aardbeien en met de geur daarvan. Iedereen kent het fenomeen wel, de associatie van een bepaalde geur met iets uit het verleden, een vakantie, een bepaald huis of een specifiek gevoel. Loes heeft dat dus bij aardbeien. Ze associeert ze met de geborgenheid van vroeger. De tijd waarin ze nog geen zorgen had, waarin ze werd verwend door haar moeder. Toen hun relatie nog goed was en ze elkaar nodig hadden. Wanneer ze achttien jaar is en in Nederland de aardbeien ziet liggen in de supermarkt, denkt ze meteen terug aan die zomer waar ze verwend werd door haar moeder. Ik denk dat daarom ook de foto van de aardbeien op de voorkant is gezet. Het symboliseert de relatie tussen Loes en haar moeder.
De foto van de spelende kinderen staat op de voorkant omdat dat het stereotiepe beeld van een kind is. Kinderen worden altijd aangezien voor lief en onschuldig. Terwijl ze dat in werkelijkheid niet persé zijn. Renate heeft dat in dit boek heel duidelijk naar voren laten komen. Als lezer ben je er getuige van dat een groep kinderen een meisje heel erg pest. Het gaat zelfs zo ver dat ze haar haren afknippen. Ze maken het leven van Loes tot een ware hel. Ik denk dat als je het boek hebt gelezen je die tegenstelling heel goed ziet. Aan de ene kant heb je de lieve en schattige kinderen maar aan de andere kant ook de gemene roedel wolven die hun prooi genadeloos aanvallen.
Mijn tweede verwachting is gelukkig ook uitgekomen. Als lezer kom je er op het einde van het boek achter wat er nou werkelijk is gebeurd op de noodlottige avond. De schrijfster heeft het tot op het laatste moment heel spannend kunnen houden door het geheim niet prijs te geven. Wel is het zo dat al in het begin van het boek bepaalde aanwijzingen worden gegeven. Bijvoorbeeld: ‘Ik dacht dat hij zei: Sorry Loes, niet kunnen kaartlezen, dat heb je van mij.’ Maar deze uitspraak snapte ik pas toen ik op het einde van het boek wist dat hij een mogelijke vader was. Ik denk daar als lezer verder helemaal niet bij na, omdat ik er zo overheen lees. Terwijl ik als ik weet dat een van hen de vader kan zijn meer op zulke aanwijzingen let.
Mijn derde verwachting is ook uitgekomen. In het begin van het boek vond ik de relatie tussen de Luco’s, Loes en haar moeder nog heel erg vaag. Ik zag dat ze allemaal heel erg veel om Loes gaven. Toen Loes haar moeder in de gevangenis zat, werd ze liefdevol verzorgt door Ludo en Duco. Ook kwamen ze voor haar op toen ze merkten dat ze gepest werd door de kinderen uit het dorp. Wat mij dus al vanaf het begin duidelijk was, was dat Loes heel belangrijk voor hen was. Voor de rest was hun relatie heel erg vaag. En die blijft ook vaag tot het einde. Dan kom je er namelijk pas achter dat een van hen misschien de vader is van Loes. Dan word ook duidelijk waarom ze zo veel om Loes geven. Wat ook duidelijk wordt is waarom de moeder van Loes zich opgeofferd heeft voor hen, en de schuld van de moord op zich genomen heeft. Omdat ze hen niet kwijt wil, omdat ze vindt dat Loes haar echte vader moet leren kennen. Wat ik wel raar vond is het feit dat Ludo en Duco onderling geen concurrentiestrijd voeren. Ze hebben immers beiden een kans de vader te zijn van Loes. (Hoewel de kans 1 op 3 is aangezien de vader van Thomas ook de vader kan zijn.)
Leg duidelijk uit wat de schrijver volgens jou met dit boek heeft willen bereiken
Ik denk dat Renate met dit boek heeft willen laten zien hoe gemeen kinderen kunnen zijn. De kinderen uit het dorp spelen dan ook een zeer grote rol in het boek. Zij pestten Loes heel erg, knippen haar vlechten af, schelden haar uit, negeren haar enzovoorts. Zoals ze het zelf verwoordt: ze zijn een roedel kinderen die als wolven aanvallen op hun prooi, op Loes dus. De kinderen vinden dat ze geen genade verdient. Hoewel je als lezer vindt dat de kinderen fout bezig zijn zien ze dit zelf niet zo. Dat is altijd het geval, de slechterik ziet zijn ‘slechte’ daden altijd als goede, anders zou hij het niet doen. De kinderen in dit boek ontwikkelen een genadeloze psychologische verklaring voor hun gedrag. Ze willen namelijk de oude Loes terug, die altijd zo stoer was en nergens voor terug deinsde. Nu is ze veranderd in een stil en terug getrokken meisje. De kinderen dachten dat ze de oude Loes weer terug zouden krijgen door haar te pestten en haar daarmee uit de tent te lokken. Het werkt natuurlijk averechts omdat Loes door het pestten alleen nog maar meer geïsoleerd raakt van de groep.
In het echte leven gebeuren dit soort dingen heel vaak. Dit boek is ook gebaseerd op ervaringen van een meisje dat de schrijfster kent. Door het lezen van dit boek wordt duidelijk wat pesten allemaal kan aanrichten bij mensen en dat ze er de rest van hun leven last van hebben. Loes durft bijvoorbeeld niet meer naar buiten te gaan nadat ze Thomas in de supermarkt heeft gezien. Renate laat ook een andere kant zien, dat pesten een heel ingewikkeld proces is. Kinderen pesten niet zomaar iemand, ze hebben er altijd een reden voor. Meestal verzinnen ze wel een goede reden waardoor ze echt gaan geloven dat ze zelf niet fout bezig zijn maar dat ze de gene die ze pesten juist helpen.
Pesten is heel erg en het zou zo veel mogelijk voorkomen moeten worden. Als er meer van dit soort boeken geschreven worden zien meer mensen in wat het aan kan richten. En hopelijk zullen minder mensen gepest worden. Het probleem is natuurlijk wel dat de pesters niet in de gaten hebben dat ze pesten, ze zullen zich dan ook niet aangesproken voelen door dit boek. Daarom moet er met hen gepraat worden. Zodat het ook voor hen duidelijk is dat het slecht is wat ze doen, en dat ze zo iemands leven verwoesten.
Ook wil Dorrestein duidelijk maken dat het nooit goed is om dingen te verzwijgen. Zie het spreekwoord al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. De moeder van Loes heeft de Luco’s willen beschermen en daarom heeft ze zich niet verweerd tegen de politie. Maar door zich gevangen te laten nemen, Loes niet te vertellen wie de werkelijke moordenaars waren en wat de reden was waarom ze de vader van Thomas vermoord hadden duwt ze haar van zich af. Als de waarheid meteen boven tafel was gekomen hadden zij en Loes een prettig leven gehad. Weliswaar zonder de Luco’s, maar als zij iemand vermoorden denk ik dat ze beter af zijn zonder hen. Loes heeft nu een rottijd op haar school in Nederland. Ook zal ze altijd last blijven houden van de wetenschap dat drie volwassenen al die tijd tegen haar hebben gelogen.
Als eerste wil ik zeggen dat de schrijfstijl van Renate me goed is bevallen. Zij schrijft op een of andere manier zo goed dat je je helemaal in kan leven in het verhaal. Ik voelde op sommige momenten echt wat Loes voelde. Als Loes iets leuks meemaakte was ik blij, en als er iets vervelends gebeurde in haar leven voelde ik me ook verdrietig. En dat vind ik zo belangrijk in een boek, dat je je goed kunt inleven. Het is ook een realistisch verhaal vind ik. Omdat er in het dagelijkse leven zo veel gepest wordt. Ik vind dat Renate Dorrestein in dit boek een goede weergave heeft kunnen geven van de realiteit. Kinderen pesten zo vaak in een groep, meestal zijn het 2 of 3 kinderen die echt pesten. En dan volgt de rest, de kudde. En meestal is het ook zo dat 1 kind het mikpunt is, net als in dit boek.
Het eerste deel van het boek is in de wij-vorm geschreven. Dus vanuit de ogen van de kinderen, die Loes heel erg pesten. Dit vind ik heel goed gedaan. Hiermee komt namelijk heel duidelijk naar voren dat kinderen in een groep elkaar snel opjutten. Kinderen (en volwassenen trouwens) nemen ook al snel dezelfde mening aan omdat ze niet anders durven te zijn. Als een kind wel een sterke, duidelijke eigen mening heeft word hij gepest en dat wil hij natuurlijk niet. De lezer leert ‘de kinderen uit het dorp’ ook echt alleen als groep kennen en niet afzonderlijk van elkaar. Soms krijg je wel een naam te horen van een van de kinderen. Het grappige eraan vind ik dat er in het boek altijd wij staat en dat je zo meteen weet dat het over die groep kinderen gaat. Een voorbeeld:
‘Blijkbaar hadden we ons op een dag voorgenomen nooit meer een woord met haar te wisselen, want het werd, als op afspraak, altijd doodstil zodra zij in ons blikveld verscheen. We klemden de lippen op elkaar en keken de andere kant uit ….’
Het is dus duidelijk dat die groep kinderen echt een kudde wolven is die zijn prooi aanvalt. Omdat het eerste deel vanuit de wij-groep geschreven is wordt duidelijk dat ze eigenlijk niets tegen Loes hebben. Dat is bijvoorbeeld te zien aan het eerste woord van het voorbeeld, ‘Blijkbaar’ . Iemand is begonnen met het niet meer praten tegen Loes en tja, als een schaap over de dam springt dan volgen er meer. Loes is heel erg veranderd nadat haar moeder in de gevangenis terecht is gekomen. Ze wordt stiller en is niet langer de stoere Loes van vroeger. De kinderen in de buurt hebben altijd tegen haar opgekeken en nou zien ze haar opeens helemaal wegkwijnen. Om de ‘oude’ Loes weer terug te krijgen proberen ze haar uit haar tent te lokken. En zo begint het pesten. Ze denken “hoe erger we haar pesten, hoe sneller we de stoere Loes weer terug krijgen”. Maar dit is niet zo, door het pesten kruipt Loes juist steeds dieper in haar schulp.
Het tweede en het derde deel van het boek is in de ikvorm geschreven. Nu pas wordt het personage van Loes wat meer uitgewerkt, haar karakter, haar denkwijze en hoe zij de gebeurtenissen ervaart. Vanuit de wij-groep kom je alleen te weten dát ze is veranderd, maar je weet dus niet hoe en waarom. Er wordt bijvoorbeeld geen woord gerept over hoe het eraan toe gaat thuis bij de Luco’s. Ik vind deze switch van geschreven vorm heel goed, omdat ik nu alle kanten te horen krijg, die van de kinderen en van Loes. Zo kan de lezer zelf zijn conclusies trekken, en krijgt hij een objectief beeld.
Nu wordt ook uitgelegd dat Loes en haar moeder contact hebben via de tekeningen, die haar moeder naar haar stuurt, en de collages, die Loes op haar beurt weer terug stuurt. Dit vind ik een indrukwekkende manier van communiceren. Meestal is het namelijk zo dat je brieven naar elkaar schrijft, maar zij communiceren op een andere, beeldende manier. Het leuke eraan vind ik dat ze beiden snappen wat de ander wil zeggen. Loes komt nooit bij haar moeder op bezoek, en haar moeder vraagt ook nooit of Loes misschien een keer langskomt. Wel schrijft ze bijvoorbeeld: ‘Een product kan sterk worden verbeterd door oppervlaktebehandelingen zoals verzinken, kataforezen en epoxeren.’ En dat dwars door de tekening heen. Dat stelt Loes dan gerust en ze begrijpt haar moeder ook. Loes maakt collages over de dingen die ze zelf heeft meegemaakt. Zoals een keer dat ze haar arm had gebroken door toedoen van de kinderen in de buurt. Ze had de Luco’s wijsgemaakt dat ze was gevallen met de fiets. En meteen stuurt ze een collage met allemaal omgevallen fietsen naar haar moeder. Zo communiceren zij dus met elkaar. Als haar moeder na een tijd thuiskomt merk je dat Loes daar helemaal niet blij mee is. Ik zou juist verwachten dat ze heel blij is met het feit dat haar moeder eindelijk weer bij haar kan zijn. Aan de andere kant is het wel zo dat Loes haar moeder in een belangrijke periode van haar leven heeft moeten missen. Van haar zesde tot haar twaalfde heeft haar moeder in de gevangenis gezeten. In die tijd heeft Loes zoveel meegemaakt (het pesten) en haar moeder zelf natuurlijk ook. Ze moeten dus heel erg aan elkaar wennen, maar dat kan Loes niet. Ze kampt overigens ook met een groot schuldgevoel. Ze denkt namelijk dat zij de vader van Thomas heeft vermoord, omdat ze hem die betreffende avond nog tegen het lijf is gelopen. Ik denk dat Loes zo’n groot schuldgevoel heeft ten opzichte van haar moeder dat ze haar niet meer aan durft te kijken of met haar durft te praten. Ze voelt zich schuldig dat haar moeder zoveel heeft moeten lijden in de gevangenis. Ik vind het interessant om te lezen hoe een kind op zo’n gebeurtenis reageert. En dat er nog veel meer achter zit, zoals schuldgevoelens en soms zelfs een beetje haat. Dat laatste omdat haar moeder bij haar is weggegaan. Meestal kunnen kinderen dit niet goed verwerken, zeker niet op zo’n jonge leeftijd. Ze begrijpen simpelweg niet waarom hun moeder hen verlaat.
Wat je ook echt aan Loes kunt merken is dat haar sociale ontwikkeling vanaf haar zesde stil is blijven staan. Vanaf die fatale avond had ze alleen nog maar Ludo en Duco om mee te praten, terwijl die daar eigenlijk niet zo geschikt voor zijn. Ik merkte dit vooral aan de volgende zinnen: ‘Onderweg hield ik mijn ogen neergeslagen, de hele rit lang. Zolang ik niemand zag, zou niemand mij kunnen zien. Zo deed je dat als je zes jaar oud was.’
Ze is dus nog steeds zo mensenvreemd als op haar zesde.
Het boek heeft verschillende emoties bij mij opgeroepen. Een daarvan is medelijden. Heel het boek heb ik heel erg meegeleefd met Loes. Je valt gelijk midden in het verhaal, omdat je in het begin van het boek te lezen krijgt hoe erg Loes gepest wordt. Daarna gaan ze pas helemaal terug naar het begin van haar leven, haar geboorte. Omdat ik meteen las hoe Loes gepest werd had ik al vanaf het begin medelijden met haar. Eerst was ze het populairste meisje van de hele buurt, maar nu is iedereen opeens tegen haar. Wat ze ook niet weet is dat ze wordt gepest omdat iedereen wil dat ze weer de oude Loes word. Dat vind ik ook zo zielig. Ze kan er helemaal niets aan doen. Wat er dan nog bovenop komt is dat haar moeder in de gevangenis zit voor iets, waarvan Loes denk dat haar schuld is. Uiteindelijk komt ze er op haar achttiende verjaardag achter dat haar dierbaren, de Luco’s en haar moeder, tegen haar hebben gelogen. Dit omdat Ludo en duco de moord hebben gepleegd en omdat er een kans van 1 op 3 bestaat dat een van hen de dader is. Loes heeft eigenlijk tot haar zesde echt een gelukkige jeugd gehad, dat gun ik niemand.
Zoals ik al eerder heb gezegd had ik bij het lezen van dit boek nog meer emoties. Op de momenten dat Loes echt gelukkig was, zoals het moment dat ze ‘de prinses’ is van Gavin, voel ik me ook echt gelukkig en blij. En op de momenten dat ze het heel zwaar heeft, bijvoorbeeld als ze net naar Nederland is verhuisd en als ze niet naar buiten durft, voelde ik me ook niet fijn omdat ik graag wilde dat het goed afliep met Loes. Het boek heeft dus veel emoties bij mij opgeroepen.
Wat ik erg grappig vind aan het boek is de inhoudsindeling, en de namen ervan. Het boek bestaat uit 26 hoofdstukken. En elk hoofdstuk begint met een andere letter van het alfabet, in de goede volgorde. Het woord wat op deze manier gevormd wordt slaat weer terug op een onderwerp uit het hoofdstuk. Dit associeer ik met vroeger, toen je als kind het alfabet uit je hoofd moest leren. Omdat dit boek ook over de kinderjaren gaat vind ik dit een grappige vergelijking.
Het verhaal bestaat uit flashbacks, maar dit vind ik niet hinderlijk voor het verhaal. Er loopt een grote verhaallijn, en beetje bij beetje wordt duidelijk wat er gebeurd is in het verleden.
Omdat onbekend blijft wat er op de belangrijkste nacht gebeurd is blijft het boek boeiend. Er wordt naar een climax toegewerkt. Ik bleef maar door lezen omdat ik heel nieuwsgierig was geworden naar wat er echt gebeurd was. Omdat het leven van Loes zo veelbewogen is (veel verhuizingen en verassende gebeurtenissen) is het ook boeiend om te lezen, het verveelde me totaal niet. Op sommige momenten, als ze bijvoorbeeld op het eiland woonde, vergat ik zelfs waar het verhaal eigenlijk over ging. Ik wil hiermee zeggen dat het hele boek heel boeiend was en mijn aandacht niet de hele tijd opging aan de gebeurtenissen met betrekking op die betreffende nacht.
Wat ik geleerd heb van het boek is wat voor een impact het pesten kan hebben. Om eerlijk te zijn heb ik vroeger ook wel eens iemand gepest, maar lang niet zo erg als hier gebeurd. Je ziet echt hoe het leven van een kind kapot kan gaan. En dat je er op latere leeftijd nog de gevolgen van ondervind. Dit merk je ook aan Loes als ze op het eiland eindelijk weer vrienden heeft. Ze laat zich seksueel misbruiken door Gavin, omdat ze eindelijk aandacht krijgt. Natuurlijk waarschuwen veel mensen dat je niet moet pesten, maar ik zeg uit eigen ervaring dat dat niet zo gemakkelijk ligt. De pesters hebben vaak zelf niet eens in de gaten dat ze pesten. Dat klinkt heel onlogisch, maar het is waar. Als ik destijds had geweten dat ik iemand echt pestte was ik er meteen mee gestopt. Zo’n verhaal raakt me dan ook heel erg. Met zo’n voorbeeld is het veel realistischer. En ik kan me goed verplaatsen in het slachtoffer. Dat is dan weer in tegenstelling met mijn eigen verleden. Een hele goede vriendin van mij beweert dat ik haar vroeger heel erg heb gepest. We hadden inderdaad vaak ruzie, maar dan zie ik niet als pesten. Als dat pesten is heeft zij mij namelijk net zo goed gepest. Ik kan het haar niet duidelijk maken en zij is natuurlijk in het voordeel omdat zij het ‘slachtoffer’ is en ik de bozerik. Ik kan me er nog steeds kwaad om maken. Het is zo gemeen dat iedereen haar geloofd omdat ze zielig is. “Als zij zegt dat ze gepest werd dan is dat zo, omdat zij het zo beleefd heeft”. Ook zegt ze dat ik een ander meisje heb gepest, terwijl dat mijn beste vriendin was in die tijd! Zo zie je maar hoe ingewikkeld het leven op de basisschool in elkaar zit.
Ik vind het heel boeiend om de wereld van Loes en mijn eigen wereld met elkaar te vergelijken. Zij heeft namelijk de rol van het slachtoffer en ik had die van pester. Zo kan ik een keer door haar ogen kijken (en misschien door die van mijn vriendin). Al ben ik het nog steeds niet met haar eens!