Titelbeschrijving
De titel van het boek is Julia en is gemakkelijk te beschrijven.
Julia is een van de hoofdpersonen van het boekje. Het verhaal draait namelijk om de liefde van en voor haar van Eduard. De schrijver heeft denk ik voor deze titel gekozen omdat de hoofdpersoon (Eduard) smoorverliefd op Julia is. Je zou het eigenlijk wel een obsessie kunnen noemen. Hij kan eigenlijk niet zonder haar. Omdat het om de liefde van Eduard voor Julia gaat heet het boek Julia.
Vervolgens is er nog een tweede beschrijving mogelijk voor de titel. De franse schrijver Jean-Jacques Rousseaus had namelijk in 1761 een boek geschreven dat Julie heet. De verhalen lijken op elkaar omdat het in beide gevallen om het vergoddelijken van de liefde draait. Feith heeft het wel een beetje anders gedaan dan Jean-Jacques Rousseaus. Hij laat namelijk het verhaal van Julia buiten de menselijke beschaving plaats vinden terwijl Jean-Jacques Rousseaus dit juist in de menselijke beschaving plaats laat vinden.
Toepassing literatuur 18e eeuw
Ethisch-didactisch doel
Wat er met het ethisch-didactisch doel wordt bedoeld is het volgende: dat het verhaal zo geschreven is dat de lezers de normen en waarden van de maatschappij op een leuke manier leren en accepteren. In Julia komt dit echter niet naar voren. De schrijver, Feith, wilde met Julia niet de lezers normen en waarden van de maatschappij aanleren. Dit komt mede doordat het verhaal zich niet in de normale maatschappij afspeelt. Het verhaal speelt zich namelijk buiten de normale, menselijke, beschaving af. De normen en waarden van de maatschappij zijn dus niet van belang omdat ze er niet in voorkomen.
Tragedie
Een tragedie is een treurspel, een drama met een treurig of rampzalig verloop, waarin de hoofdpersoon vaak ten onder gaat aan zijn verzet tegen hogere machten of waarin deze voor een onmogelijke keus wordt gesteld. Je kunt dus stellen dat Julia absoluut geen tragedie is. Julia is echter ook geen toneelstuk maar een briefroman waardoor het onmogelijk al een tragedie kan zijn. Het plot van Julia is ook voorspelbaar en niet belangrijk en het loopt ook niet uit op een dramatische ontknoping. Het gaat om de eerst onmogelijke liefde tussen twee personen die daarna wel bij elkaar kunnen zijn. Het loopt dus goed af.
Komedie
Het verhaal is verre van grappig, en bevat dus ook geen humor. Julia is een zwaar verhaal en voornamelijk dramatisch. De hoofdpersonen stuiten op allerlei problemen waardoor ze niet bij elkaar kunnen zijn, dit is niet eens als humoristisch te interpreteren.
Klucht
Een klucht was aanvankelijk een kort toneelstuk, waarbij het volkse vermaak (met een soms scabreus karakter) centraal stond: Overspel, goedgelovigheid en dronkenschap waren de meest voorkomende thema’s en het waren vaak nogal boerse stukken. Het is daarom ook niet vreemd dat de spelers dus vaak ook uit de lagere sociale klasse kwamen. Julia is overduidelijk geen klucht. Het boek is niet geschreven voor volks vermaak en het is tevens ook geen toneelstuk. Het verhaal gaat over liefde en niet over dronkenschap of een ander boers thema.
Fransclassicisme
Het Fransclassicisme is een stroming in de Nederlandse literatuur, die vooral van invloed was op het schrijven van toneelstukken. Genres voor deze toneelstukken waren vooral komedies en serieuze stukken die absoluut niet over godsdienst en politiek mochten gaan. Aangezien God in Julia een grote rol speelt, en aangezien Julia geen toneelstuk is het Fransclassicisme hier niet van toepassing. Verder was Feith juist een van de eerste schrijvers die een romantische roman schreef. Door de opkomst van schrijvers zoals Feith verloor het Fransclassicisme zijn glans.
Rationalisme
Het rationalisme is in Julia overduidelijk aanwezig. Julia is degene die altijd rationalistisch denkt. Met het rationalisme wordt het denkend bewustzijn bedoeld. Julia is in het verhaal altijd degene die redelijk na wilt denken en zich niet laat leiden door haar gevoel. Dit komt in het boek duidelijk naar voren. Als Julia en Eduard bijna seks hebben is Julia degene die het beëindigt omdat ze op dat moment inziet dat het niet mag. Eduard daarin tegen laat zich juist lieden door zijn gevoelens en zou dus ook nooit degene zijn geweest die het had gestopt.
In het volgende citaat is te lezen dat Julia tegen Eduard zegt dat ze goed zelf goed moeten nadenken. Dat ze zo hun eigen ratio, de rede, kunnen besturen.
Gij bemint mijne zie, Eduard! – ik ben er geheel van overtuigd – maar zoudt gij die eigen ziel even teder beminnen, zo ze in geen meisje woonde, zo ik tot uw geslacht behoord? – Pogen wij niet wijzer te zijn, dan onze Schepper geweest is, mijn Beste! Hij heeft tot de wigtigste einden deezen onderlingen trek in onze harten geplaatst – Wie dien geheel onderneemt uitteroeien, poogt de Almacht te overtreffen – om niet geheel dier te zijn tracht hij de zuiverheid van den Engel te bereiken – die echter met deeze aandrift niet te worstelen heeft. Besturen wij dezelve door de Rede en den Godsdienst en wij zullen aan onzen pligt voldaan hebben. – gij gevoelt dit, mijn dierbaare! Mijn hart zegt mij dat gij het gevoelt – zou het zich hier kunnen bedriegen? – o! doen wij dan een offer aan die deugd, daar al ons heil, zo onafscheidbaar, aan verbonden is! (blz. 101/102)
Empirisme
Empirisme is een stroming waarin gesteld/gedacht wordt dat kennis uit de ervaring voortkomt. Deze stroming is tegengesteld aan het rationalisme. Aangezien het rationalisme in Julia naar voren komt en Julia zelf heel rationalistisch is, ze laat zich niet leiden door haar gevoel maar door haar hersenen, kan het boek onmogelijk op het empirisme gebaseerd zijn. Eduard is echter het tegenovergestelde van Julia. Hij denkt eigenlijk niet heel veel na en heeft ook niet zo heel veel kennis. Hij is een beetje een treurend, weenend persoon in het boek. Julia en Eduard zijn nog vrij jong in het boek en hebben nog niet heel veel ervaringen opgedaan in het leven. Ze kunnen daardoor ook nog niet heel veel kennis op hebben gedaan uit deze ervaringen.
Verlichting
De verlichting is het verschaffen van kennis, voorlichting geven, mondig maken en vooroordelen die de mens onmondig hielden, bestrijden. De mens moest zichzelf ontwikkelen, wijzer en beter worden. Er wordt in het boek geen kennis verschaft, geen voorlichting gegeven en het doel van het boek is ook niet om de lezer mondiger te maken of om vooroordelen te bestrijden. In het boekje ontwikkeld Eduard zich echter wel een beetje. Hij wordt was slimmer en daardoor ook een beter persoon. Op het einde heeft hij ook vrede met de dood van Julia en is bereid om haar te laten gaan. Hij is wel zo slim om geen zelfmoord te plegen omdat hij anders nooit bij haar in de hemel zal komen. Julia wordt in het boek als een engel beschreven en is ook een vrij wijs meisje. Zij zorgt ervoor dat Eduard enige ontwikkeling doormaakt.
Spectatoriaal tijdschrift
Het verhaal is geen spectatoriaal tijdschrift. In een spectatoriaal tijdschrift worden brieven gestuurd met de intentie antwoord te krijgen van de spectator. Dit is in Julia niet het geval. Het verhaal bestaat wel uit brieven maar deze worden niet beantwoord door de spectator. Dit was ook niet de intentie van de briefschrijvers geweest.
Ook werd de boodschap en de moraal van deugdzaamheid in een spectatoriaal tijdschrift op een op een geestige wijze verpakt. Dit is zeker niet het geval in Julia. Het verhaal van Julia is niet geestig maar juist dramatisch.
Kinderliteratuur
Julia is geen voorbeeld van kinderliteratuur. Het is niet geschreven voor kinderen. Het is namelijk behoorlijk dramatisch geschreven. Kinderliteratuur is specifiek geschreven op een manier zodat het kind ze gemakkelijk kan begrijpen. Dit zijn dus voornamelijk simpele gedichtjes. Het gaat over pure liefdesrelaties, dat gaat een kind te boven. Ook gaat het over zaken als de dood, dit is ook niet geschikt voor een jong kind. Eigenlijk helemaal niet goed voor kinderen.
Imaginair reisverhaal
Julia is zeker geen voorbeeld van een imaginair reisverhaal. In Julia is namelijk geen sprake van een reis die door de hoofdpersonen wordt gemaakt. In Julia ligt de nadruk ook niet op het handelingsverloop zoals dat in imaginaire reisverhalen wel het geval is. Het is zelfs zo dat in Julia het handelingsverloop bijna niet van belang is. Het draait namelijk vooral om de gevoelens van de hoofdpersonen, bij een imaginair reisverhaal was dat juist weer minder van belang.
Opvoedkundige zedenroman
Julia is in principe een opvoedkundige zedenroman te noemen. Aan het eind van de 18e eeuw werd deze nieuwe manier van schrijven populair. Bij de opvoedkundige zedenroman lag de nadruk niet langer op de gebeurtenissen in het verhaal, zoals wel het geval was bij het imaginaire reisverhaal. Bij de opvoedkundige zedenroman waren het psychologische, het innerlijke en de karakterontwikkelingen van de personages meer van belang.
Je zou kunnen zeggen dat Julia een opvoedkundige zedenroman is. Dit komt doordat het in het boek draait om het innerlijk dan de personages. De psychologische kant en daarmee dus het innerlijk en de karakterontwikkeling van met name Eduard komen sterk naar boven. Eduard is namelijk verdrietig omdat hij Julia niet meer mag zien en dit gevoel wordt alleen maar versterkt als ze dood gaat. Het boek gaat alleen maar om de gevoelens van Eduard en niet om wat hij verder doet, hij is ook de belangrijkste personage in het boek. Eduard is tevens ook de enige die een karakterontwikkeling ondergaat. Wat ook belangrijk is in de opvoedkundige zedenroman is dat er duidelijk een onderscheid wordt gemaakt tussen wat goed en wat slecht gedrag is. In Julia is dat ook het geval. Julia probeert steeds te zorgen dat Eduard positiever gaat denken. Ze leert hem ook dingen die met het geloof te maken hebben, dus wat wel en niet van God mag. Zoals ik al eerder vertelt heb laat zij zich leiden door de ‘ratio’. Julia is de wijze en verstandige in het boek.
Sentimentalisme
Er zit duidelijk sentimentalisme in Julia. Feith wilde met zijn Julia de lezers raken. Hij wilde hen laten meevoelen met Julia en Eduard. Het gaat in boek vooral om de beleving van de twee personages. Het gaat erom hoe zij hun vreselijke lot ondergaan. Zij zijn namelijk hopeloos verliefd op elkaar met ze kunnen niet met elkaar trouwen. Uiteindelijk komen zij wel tot de conclusie dat zij dan later in de hemel met elkaar verenigd zullen worden. Ze zijn het er mee eens dat het eeuwige dan toch voor het tijdelijke gaat. Met Julia wilde de schrijver het medelijden van de mensen wekken. Hij wilde dat de lezers zich emotioneel geraakt zouden voelen. Aan het begin van de 18e eeuw was het sentimentalisme helemaal niet van belang. Men beschouwde de gevoelens als bijzaak. In de loop van de tijd werden er steeds meer gevoelens in de boeken toegevoegd, al waren deze meestal subtiel. Men zou dus zijn gevoelens naar vermogen moeten ontwikkelen, maar daarbij zouden ze nog wel gewoon na moeten kunnen denken. Julia was eigenlijk het eerst boek dat als een sentimentele roman getypeerd kon worden. Omdat Julia een succesrijk boek bleek te zijn, is deze gevolgd door nog een hoop andere sentimentele romans.
De sentimentele literatuur van Feith wordt door twee eigenschappen gekenmerkt. Als eerste drukte hij er zijn eigen gewaarwordingen in uit. Hij wil hiermee zeggen dat hij de tekst niet zomaar heeft verzonnen maar dat hij het ook zelf daadwerkelijk heeft beleefd. Als tweede zet Feith niet gewoon een verhaal neer, maar heeft hij de intentie de lezer ook daadwerkelijk emotioneel te raken. Hij wou dus de lezers laten voelen wat hij zelf voelde toen hij het boek schreef. Bij Julia is Feith zelfs zo ver gegaan dat de gevoelens van de hoofdpersonen voorop staan. De gebeurtenissen zelf blijven wat op de achtergrond. Hij had hiermee een uniek standpunt in de gehele Europese literatuur van de 18e eeuw. In het citaat is te lezen hoe Eduard reageert op de dood van Julia. Het sentimentele komt duidelijk naar boven.
Een treurige stem noemt JULIA – Zo spreekt de donder – Reeds lag ik op de aarde uitgestrekt en om te sterven behoefde ik niets meer doortestaan – Helaas! Mijn lot moest bitterer, gruuwzaamer worden – Ik moest mijne oogen voor ´t licht weer ontsluiten en eene waereld zonder JULIA – Eene valleie van doodsbeenderen, zonder ziel, zonder leven zien! – ik bekwam weder – op het eigenste leger, daar ik eertijds van JULIA genoeglijke droomen genoot, daar ik verkwikkelijk aan haar dacht en reikhalzende het uur te gemoet zag, dat mij aan haare zijde zou voeren – die uuren waren nu voor altijd als zo veele schakels aan de lange keten der eeuwigheid geklonken – en geen opvolging – geen enkel verschiet meer.
Doelgroep van Julia
Ik denk dat het boek eigenlijk voornamelijk voor vrouwen is bedoelt. Het is echt zo’n romantisch liefdes verhaal waar vrouwen in weg horen te zwijmelen, wat bij mij echter niet het geval was. Mannen houden hier over het algemeen niet zo van en daarom lijkt het mij ook niet zo geschikt voor ze. Ook voor wat nuchtere mensen zoals ik is het niet geschikt. Het is voornamelijk bedoelt voor vrouwen vanaf mijn leeftijd, dus vanaf 17/18 jaar. Het is ook niet echt geschikt voor jongere “vrouwen”/meisjes omdat het boek toch wel tragische gebeurtenissen bevat en er wordt eigenlijk ook gezegd dat de dood de beste oplossing is als je het allemaal niet meer ziet zitten. De eventuele gevolgen die dat op de meisjes zou hebben lijkt mij dan wel duidelijk. Wat Rhijnvis Feith duidelijk wil maken is dat alles in het leven een doel heeft en dat je vrede moet hebben met het lot dat God voor je bepaald heeft.
Boekverslag
Samenvatting
Op een mooie zomeravond ging Eduard naar een eenzaam, donker dennenbos, waar hij een rustplaats van zoden had gemaakt bij een vijver. Op die plek zat hij vaak te peinzen, hij voelde daar de grootheid van de mens en zijn eigen onsterfelijkheid. Toen het nacht geworden was, zag Eduard in zijn verbeelding de schimmen van zijn gestorven, deugdzame vrienden. Hij praatte met hen en werd volledig door gevoelens in bezit genomen, alles leek God te zijn geworden. De stemmen van de vrienden klonken samen met zijn stem, hun tranen vermengden zich met de zijne. Het was alsof ze zich in de hemel bevonden, waar ze de onsterfelijkheid genoten. Eduard had dikwijls naar een geliefde verlangd en opeens, op een verlichte plek diep in het bos, zag hij een tedere, bevallige maagd met blauwe ogen, bruine lokken en een rijzige gestalte: Julia. Zij was het enige meisje op de aardbodem dat hem gelukkig kon maken, omdat hun naturen gelijkgestemd waren. Zij beminde Eduard teder maar de vader van Julia verstoorde hun liefdesgeluk: hij wenste voor zijn dochter een rijke echtgenoot. Toch bleven de gelieven elkaar ontmoeten. Dikwijls stortten ze op de rand van een graf tranen van wellust, want gevoelige harten beminnen alles wat somber en verheven is. Op een mooie, zomerse morgen bezochten ze een grafkelder van een tempel. Hevig geëmotioneerd daalden ze de marmeren trap af naar het rustvertrek van de dood. Julia meende de stem van een mens te horen, maar het was het geluid van de wind. Weer bovengekomen spraken ze over de dood, de doden en de opstanding uit de dood en zegen in elkaars armen, vurig de Alwetende dankend voor hun onsterfelijkheid.
Eens, toen Eduard en Julia in het duistere bos waren, dreigde hun zuiver geestelijke liefde in groot gevaar te komen. Ze zaten op de zoden, met de armen om elkaar heen. Toen de maan Julia’s gezicht verlichtte, zag Eduard hoe betoverend mooi zee was met de kuiltjes in haar wangen, haar engelachtige glimlach en de zachte gelaatsuitdrukking. Zijn hart begon sneller te kloppen en voor het eerst kwam de wellustige gedachte bij hem op haar te omhelzen. Ze kusten elkaar hartstochtelijk, maar het woord onsterfelijk bracht Eduard weer tot bezinning. Julia nam het besluit hun omgang te verbreken, huilend verliet ze Eduard, maar nog onschuldig en daarom gelukkig. In een brief maakte Julia duidelijk dat hun liefde door rede en godsdienst gestuurd moest worden.
Na het verschrikkelijke afscheid was Eduard gaan zwerven van woestenij tot woestenij, ver verwijderd van zijn geliefde, die hij niet vergeten kon. Julia schreef hem, hoe ook zij leed onder hun scheiding. Op zijn zwerftochten ontmoette Eduard een nog ongelukkiger wezen dan hijzelf: Werther, een gevoelig mens die verstoten was door zijn geliefde en daarom alleen wilde lijden. Diepbedroefd schreef Werther treurige versregels op een rots. De dood was een verlossing voor hem en de geschokte Eduard woonde zijn begrafenis bij.
Eduard zwierf verder en bleef intussen met Julia corresponderen. Niets, geen noodlot, geen tijd, geen eeuwigheid kon de herinnering aan haar uit zijn ziel rukken. Toen hij eens op de rand van een steile rots zat, die over de zee hing, verbeeldde hij zich dat de andere geliefden elkaar op het graf van Julia en hem in de armen vielen en ernaar verlangden op dezelfde manier te ontslapen als zij.
Op een gegeven moment schreef Julia, dat haar vader met een huwelijk instemde. Verrukt haastte Eduard zich naar haar toe, maar vlak bij haar huis kwam hij een begrafenisstoet tegen: Julia bleek overleden te zijn. Zelfmoord gaat niet, want dan zou God hem wel eens voor altijd van Julia kunnen scheiden.
Na maanden keerde de rust in Eduard terug. Hij kocht een gotisch gebouw, dat in een eenzaam dal dicht bij Julia’s graf stond. Vanuit het vervallen torentje kon hij het graf zien. De zware den, die zijn rusplaats van zoden diep in het boos overschaduwde, hakte hij om en holde hij van binnen uit. Die plaats werd zijn bed en later zijn doodskist. Op het einde van het verhaal heeft hij vrede met de dood van Julia.
Karakterbeschrijving
Eduard en Julia zijn de twee hoofdpersonages in het boek. Aangezien het in het boek draait om sentimentalisme zijn het ook gevoelige personen. Vooral Eduard is heel erg gevoelig, zijn gevoelens staan voorop in het boek en je leert hem echt kennen. Eduard en Julia vertonen een zielsverwantschap, ze beminnen beide de deugd, zijn zwaar gelovig en hebben een zeer verfijnd gevoelsleven. Hun liefde is uniek en door God voorbestemd en daarom komt hun relatie al binnen een paar minuten tot stand.
Eduard is de belangrijkste persoon in het boek. Hij is kennelijk niet rijk genoeg want Julia mag van haar vader niet met hem trouwen. De sociale omstandigheden en de sociale status zijn niet echt van belang in het boek. Het gaan om de ontwikkeling van de liefdesrelatie tussen Julia en Eduard en hun gewaarwordingen.
Eduard is iemand die zich voortdurend beklaagt, en geeft zich vaak genoeg over aan zijn hartstochtige gevoelens en emoties en heeft moeite deze te bedwingen. In de ogen van Eduard is Julia de volmaaktste vrouw die er bestaat. Ze wordt voortdurend met een engel vergeleken en is volgens Eduard een deugdheldin. Ze weet door rede en godsdienst haar begeerten en hartstochten te beheersen en leert rampen te aanvaarden en op God te vertrouwen. Zij heeft een belangrijke rol in de karakterontwikkeling die Eduard doormaakt. Door haar kijk op het leven leert Eduard namelijk ook zo te leven en alles maar te aanvaarden en aan God over te laten.
Thematiek
Het thema van het boek is: ware liefde bestaat niet zonder deugd en leidt tot God.
Het tijdelijke aardse leven wordt gezien als een aanloop tot de hemel, oftewel de eeuwigheid. Een mens is een dier en een engel tegelijk, deugd is het smoren van het dierlijke en dat is dan weer godsdienst. De geestelijke/hemelse liefde is hoger in rang dan de lichamelijke/aardse liefde. De echte/zuivere liefde kan niet anders dan samen gaan met deugd en kan pas worden bereikt in de eeuwigheid. Het is de bedoeling dat de mens zich volledig onderwerpt aan de Voorzienigheid (oftewel God) die ons op de proef stelt. Rampen en verdriet horen te werken als een verbetering van de mens en zal worden beloond in het hiernamaals (in dit geval dus de hemel). Julia moest wel sterven om duidelijk te laten worden dat Eduard ook na haar dood trouw blijft. Zijn eigen dood zal hem herenigen met Julia. Ware liefde is pas duidelijk als twee geliefden een tijdelijke scheiding zonder problemen doorstaan. Dat is in dit boek ook het geval. Op het moment dat Eduard hoort dat Julia met hem mag trouwen weet hij niet hoe snel hij naar haar toe moet gaan. Hij koestert dus totaal geen wrok of iets dergelijks.
Bronnen
Uitgedeeld stencil
Laagland, literatuur Nederlands voor de tweede fase