Selecteer een pagina

Sappho’s gedichten zijn, zoals de auteurs al meedeelden, van alle tijden. Dit blijkt wel uit het volgende gedicht over ouder worden: “ALS MIJN BORSTEN / NOG MELK KONDEN GEVEN / MIJN SCHOOT NOG / EEN KIND KON DRAGEN / ZOU IK ZONDER AARZELEN / HET BRUIDSBED NADEREN. / MAAR OUDERDOM / TEKENT MIJ / MET DUIZEND RIMPELS / EN LIEFDE / VERRAST MIJ NIET MEER / MET HAAR PIJN.” (BLADZIJDE 115)
Een mooi gedicht vind ik Bede aan Aphrodite: “IK SMEEK JE / ONSTERFELIJKE APHRODITE / SLUWE DOCHTER VAN ZEUS / O KONINGIN / GEZETEN OP JE LUISTERRIJKE TROON / VERPLETTER MIJ NIET / ONDER ANGST EN SMART. / KOM MIJ TE HULP ZOALS VROEGER / TOEN JE MIJN VERRE ROEP HOORDE / NAAR MIJ LUISTERDE / JE VADERS HUIS VERLIET / IN JE GOUDEN STRIJDWAGEN. / MET JE PRACHTIGE ZWANEN / DIE JE IN VOLLE VAART / VAN DE HEMEL NAAR / DE DONKERE AARDE TROKKEN. / STRALEND MET JE ONSTERFELIJKE GLIMLACH / VROEG JE MIJ WAT ER AAN SCHEELDE / WAAROM RIEP JE MIJ / NAAR WIE HUNKERT JE VERWARDE HART / WAT MOET IK DOEN OPDAT JE LIEFDE / BEANTWOORD WORDT? OVER WIE KLAAG JE, SAPPHO. / NU ONTLOOPT ZIJ JE / MAAR MORGEN ZAL ZIJ JOU ZOEKEN / NU AANVAART ZIJ GEEN GESCHENKEN / MAAR STRAKS ZAL ZIJ ZE GEVEN / NU WIL ZIJ JOUW LIEFDE NIET / MAAR SPOEDIG ZAL ZIJ JE BEMINNEN. / ONDANKS HAARZELF. / KOM NU / ALS TOEN / BEVRIJD MIJ / VAN DIE ONDRAAGLIJKE PIJN / DOE WAT MIJN VERSCHEURDE HART / VERLANGT EN STRIJD ZELF MEE / AAN MIJN ZIJDE.” (BLADZIJDE 56-67)
In dit verhalende gedicht vraagt Sappho hulp aan Aphrodite om de liefde te verwerven van een vrouw of meisje. Het is een erg voorspelbaar gedicht met een erg voorspelbaar onderwerp: liefde. De beschrijvingen die zo typerend zijn voor de klassieke oudheid, zoals: toen je […] je vaders huis verliet in je gouden strijdwagen, met je prachtige zwanen die je in volle vaart van de hemel naar de donkere aarde trokken, staan erin verwerkt. Het erbij halen van allerlei personen of goden (Zeus in dit geval), het verwijzen naar geografische of goddelijke plaatsen (in dit gedicht Zeus’ tempel) en godsdienstige voorstellingen of rituelen (hier het afdalen naar de aarde). Het is vooral grappig om te bedenken dat Sappho, maar eigenlijk alle klassieke auteurs, schreven over de ontzagwekkende goden en goddelijke zaken alsof ze er zelf bij waren geweest, terwijl zij dit als het ware uit hun duim zogen.
“IS ER IEMAND / IN DE HELE WERELD / DIE JE MEER BEMINT / DAN MIJ.” (BLADZIJDE 14) Ik vraag me af of dit gedicht, Zeg me getiteld, nauwkeurig is vertaald doordat de auteurs de dubbelzinnigheid van de oorspronkelijke Griekse tekst opzettelijk hebben laten voortbestaan, of dat deze dubbelzinnigheid er per abuis in is gekropen. Het is namelijk niet duidelijk of Sappho zichzelf bemind voelt, of dat Sappho zich afvraagt of de persoon die door haar wordt aangesproken in het gedicht zich meer bemind voelt door iemand anders dan Sappho zelf. Ik vraag me af of de auteurs met opzet voor deze vertaling gekozen hebben: de vrij talrijke spelfouten die zijn te vinden in het nawoord Sappho van Lesbos geven blijk van een slordige werkhouding; zo’n werkhouding is desastreus voor het maken van een goede vertaling. Overigens zou het woord je in de derde regel ondubbelzinnigheid verschaffen door het te veranderen in jou.
Terwijl ik Sappho’s gedichten aan het lezen was dacht ik: jammer dat er geen Griekse verzen bij staan / daarvoor heb ik ook een woordenlijst nodig / het vertaalwerk dat hieruit voort vloeit hebben de auteurs al verricht. In het boek is, omdat het een vertaling is, geen Griekse tekst ter vergelijking opgenomen. Dit vind ik jammer, aangezien sommige gedichten zogezegd “nergens over gaan”, terwijl in het Grieks misschien wel een aardig gedichtje staat (qua stijl, of qua dubbele betekenissen in de inhoud). Een voorbeeld van een gedicht dat meer op een kattenbelletje lijkt: “MNASIDICA / HEEFT EEN / FIJNER FIGUUR / DAN / ONZE GELIEFDE GYRINNA.” (BLADZIJDE 22) Even daarvoor: “Vanmorgen / WEKTE MIJ / DE DAGERAAD / OP GOUDEN SANDALEN.” (BLADZIJDE 19) Hierbij dient vermeld te worden dat de gedichten van Sappho erg verknipt zijn teruggevonden: van sommige gedichten zijn slechts enkele woorden bewaard gebleven. Hoogstwaarschijnlijk zijn dit fragmenten uit gehele gedichten. Deze gedichten stonden op papyri, maar het papier, waarmee mummies ingewikkeld waren, was in verticale stroken gescheurd en van het grootste gedeelte van Sappho’s gedichten is zodoende alleen het begin, het middenstuk of het einde overgebleven.