Het verhaal gaat over Jakob en zijn grootvader
Jakob logeert bij zijn grootvader.
Grootvader heeft sinds kort een huis in Nederland hij woont in het plaatsje…….. waar hij zijn vroegere jaren als kind ook in heeft gewoond hij is daar opgegroeide met zijn buurmeisje daar speelde hij erg vaak mee ze vertelden elkaar veel over hun dromen. Al die dromen heeft grootvader onthouden en vertelt hij nu aan zijn kleinzoon Jakob die ondertussen 13 jaar oud is.
Jakob is bij grootvader komen logeren omdat grootvader zijn huis opnieuw ging inrichten
Jakob denkt veel na over zijn dromen en ook over de dromen van grootvader.
Als Jakob op een dag aan zijn grootvader vraagt of hij moet helpen met het inrichten van zijn huis zegt grootvader dat hij maar beter even kan gaan ontspannen in het bos.
Als Jakob terug komt van zijn boswandeling ziet hij de auto van de dokter voor het huis staan. Hij gaat snel naar binnen en ziet daar zijn opa liggen met naast hem een helemaal rode broek, helemaal rood van het bloed!
Als Jakob het hele verhaal wat er gebeurd is gehoord heeft blijkt het allemaal wel mee te vallen gelukkig maar toch is jakob niet helemaal gerust.
Die avond wordt Jakob wakker van het gekreun van zijn grootvader Hij kijkt naar zijn grootvader en ziet een bezweet uitgeput en tegelijkertijd akelig wit gezicht. De volgende dag blijkt het allemaal wel wat beter te gaan met grootvader. Er was een vrouw op bezoek gekomen, een oude vrouw die Jakob vertelde dat zij en zijn opa vroeger veel gespeeld hebben, zij blijkt de vrouw te zijn waar opa het altijd over had als hij verhalen vertelde!
Voor wat afleiding ging Jakob samen met de vrouw wandelen in het bos.
Na een uurtje gewandeld te hebben nam de vrouw afscheid van Jakob en ging naar huis. Jakob besloot nog even door te wandelen. Eenmaal bij het brugje aangekomen (het brugje waar opa het altijd over had in zijn verhalen). Zodra men op het brugje viel ,en er dan bloed door de kieren van het hout heen stroomde, zou er een verschrikkelijk wezen ontstaan En ja hoor Jakob ging op de leuning van de brug staan en viel op de brug zijn arm bloede als een gek . Het bloed ging door de kieren van het hout heen! Hij zag een karper naar de rand zwemmen en die karper veranderde in een mens met een harnas aan. Het gedrocht leek wel op een romein maar hij had nog steeds een vissenkop!
Jakob keek om zich heen maar zag niemand bewegen. Hij liep naar de mensen toe die ook op de brug stonden maar die reageerden niet. Het leek wel of hij in een andere wereld was of… was hij ook echt in een andere wereld? De karperman liep op hem af en trok zijn zwaard. Jakob liep snel weg, opeens voelde hij iets op zijn schouder, het was een meesje. Het meesje vloog van zijn schouder af en ging weer weg. Jakob vond dit natuurlijk heel erg vreemd, net of hij in een wereld is beland met alleen hij en de karperman. Hij keek nog eens achterom en zag dat de karperman hem nog steeds volgde. Jakob was helemaal uitgeput, hij kon echt niet meer vooruit komen en opeens kwam het meesje weer op zijn schouder zitten. Het meesje vloog weer weg en in een flits veranderde het meesje in een heel erg knap meisje. Jakob wist het nu zeker. Hij zat in een andere wereld.
Het meisje hete Neeltje. Ze zei dat Jakob haar maar moest volgen, zij wist de weg naar een veilige plek! Neeltje bleek een aardig meisje te zijn die al vaker in dit avontuur beland was.
Ze verteld wat er is gebeurt en vertelt ook over de gevaren van deze wereld. Ze verteld Jakob ook dat hij niet bang moet zijn en dat het allemaal goed komt .
Ze verteld Jakob waarom deze plek het enigste veilige plekje is uit het bos.
Deze plek is een speciale plek omdat hier vroeger het houtvolk gewoond heeft. Die hebben deze put gebouwd, hier kan je een klein stukje mee in de toekomst kijken. Echter slechts 24 u.
Jacob stond op en zag in de put zijn gezicht. Het bleek dus dat hij morgen gewoon nog zou leven en na een lang verhaal gaan Jakob en Neeltje slapen
De volgende dag stonden Neeltje en Jakob al vroeg op, Neeltje had voor eten gezorgd. Ze haalde het heerlijkste eten wat Jakob zich maar kon bedenken. Alle soorten brood, zoetwaar, kaas, vlees, vruchtensap enz. Ze wilde echter niet vertellen hoe ze eraan kwam. Ze zei tegen |Jakob dat hij er vandaag nog wel achter zou komen. Neeltje vertelde Jakob over het bos, over het houtvolk en over de karpermannen .
Ze waren zo druk in gesprek dat ze niet meer op de wereld om zich heen letten. Dat hadden ze beter wel kunnen doen. Want wat ze niet gezien hebben is dat er 14 karpermannen naar hun toe geslopen zijn. Ze moesten ontsnappen maar hoe? Neeltje wist en uitweg. Jakob moest haar volgen en ja hoor na lang en heel hard rennen waren ze de karpermannen kwijt.Waar ze nu weer waren wist Jakob ook niet. Ze bleken bij het houtvolk te zitten! Het houtvolk bestond dus echt! Na een lang verhaal met de koningin van het houtvolk begreep Jakob al veel over het houtvolk.
De koningin had hem uitgelegd hoe hij in deze wereld gekomen was en wie de karpermannen waren. De karpermannen waren eens Romeinen. De Romeinen hadden vroeger altijd ruzie met het houdvolk. Op een dag was het dochtertje van de commandant van de Romeinen alleen in het bos.Toen het houtvolk het meisje te pakken kreeg, betoverde het houtvolk het meisje. Het meisje kon alleen nog maar zingen en terwijl ze zong danste ze op 1 voet. Ze zat vol vreugde en kon nooit meer serieus doen. Toen haar vader erachter kwam dat dat het werk van het houtvolk was werd hij woest en haalde de beste 100 strijders van die tijd bij elkaar.Dat waren 99 Romeinen en 1 tovenaar. De tovenaar greep het meisje en snee haar tong uit haar mond. Kneep in de tong en lied de druppels bloed in een kom vallen.
Hij sprak er een spreuk over uit en lied iedere soldaat 3 druppels bloed drinken. Iedere soldaat veranderde zo in een levende vechtmachine. Nadat de Romeinen het drankje ingenomen hadden gingen ze op zoek naar het houdvolk en alles wat ze op hun weg tegen kwamen dat kleiner was dan hun vermoorden ze! Het houdvolk was veel slimmer dan de Romeinen en ze leiden de Romeinen zo naar het westen. Het westen waar de dood woonde! Ze gingen 1 voor 1 dood. Het houtvolk kreeg zo’n medelijden, dat ze ze weer tot leven gewekt hebben en in karpers veranderden.Door die wezens is Jakob dus achterna gezeten.
Jakob en Neeltje zaten op een feest van het houtvolk.Een feest bij het houtvolk ging anders als andere feestjes.
De meisjes hadden een jongetje van het houtvolk .Die gingen op die avond met elkaar vrijen. Ze gingen 3 uur achter elkaar vrijen en na die 3 uur veranderde de jongen in een boom. Voor de jongens van het houtvolk was een boom worden niet het einde van hun leven. Het begin van je 2de leven. Ze vonden het prachtig om een boom te worden. Jakob had in de tijd dat hij bij het houdvolk was een nieuwe vriend gekregen genaamd vezel. Jakob leerde veel van vezel over het houdvolk en over de andere dingen uit het bos. Aan het eind van de avond namen Jakob en Neeltje afscheid van het houtvolk , vezel en de koningin. De laatste twee besloten om Jakob en Neeltje naar een veilige plek te brengen waar ze deze avond veilig door zouden kunnen brengen.
De volgende dag kwam de koningin weer naar Jakob toe om te praten. De koningin vroeg aan Jakob waarom hij hier gekomen was en Jakob vertelde over zijn grootvader en over de verhalen die grootvader hem altijd vertelde. De conclusie van de koningin was dat Jacob zijn
Grootvader om beter te worden zijn rode zwaan terug krijgen.. De rode zwaan had opa vanaf zijn 4 tot zijn 13 altijd bij zich gehad behalve, als hij naar school moest. Ze sliepen samen, ze praten met elkaar en ze deden alles samen. Maar hoe kwam Grootvader aan die zwaan vroeg Jakob zich af. Zijn moeder heeft die zwaan voor hem gemaakt, ze sneed de zwaan uit 1 stuk hout. Bij het snijden heeft ze zich in haar vinger gesneden en het bloed uit haar vinger gleed over de kop van de zwaan. Het bloed had de zwaan verpest dacht zijn moeder, tot ze eens beter ging kijken. De zwaan moest helemaal rood geverfd worden en echt puur zuiver rood. Zo gezegd zo gedaan, de zwaan werd helemaal rood! Op een zekere dag ging je opa met een meisje in het bos spelen maar om de een of andere reden wou je opa de zwaan niet meer hebben. Hij ging weg en liet de zwaan achter in het bos! Na een lang gesprek met de koningin besloot Jakob de rode zwaan te gaan zoeken en Neeltje ging natuurlijk mee.
Na een paar uurtjes lopen zag Jakob een eilandje maar hij wist niet hoe hij er moest komen. Nog voor hij het wist had Neeltje haar kleren uitgetrokken! Jakob keek naar Neeltje en zag daar het prachtige lichaam van een meisje van zijn leeftijd! Zit niet zo naar me te staren riep Neeltje naar Jakob en die schok zich natuurlijk te pletter! Kom op trek je kleren uit ,je bent toch niet bang om in je nakie n aar de overkant te zwemmen? Jakob twijfelde maar trok na een poosje ook al zijn kleding uit en ze zwommen samen naar de overkant en daar trokken ze hun kleding weer aan.
Ineens hoorden ze vanuit de bosjes een stem roepen: ‘schiet op Jakob en umm dat andere meisje’, ik heb wat te eten voor jullie! Ze schrokken zich allebei rot want hoe wist die kerel zijn naam en hoe wist hij dat we met twee waren…..
Ze gingen kijken en zagen een man bij een vuurtje zitten. Niet ver daar achter stond zijn tent.
De man was erg vriendelijk maar toch had hij iets wat Jakob niet aanstond. Jakob herkende de stem van de man. Opeens wist hij van wie de stem was, nl. de stem van zijn grootvader! Maar hij leek niet echt op zijn grootvader. De man vertelde dat hij de reisgenoot was van Jakob zijn grootvader. De reisgenoot waar je grootvader het wel eens over heeft in zijn verhalen. Grootvader heeft Jakob vaak verteld over de reisgenoot. De reisgenoot zag je slechts 3 keer in je leven. De eerste keer zag je hem als je pas geboren was, dan vertelde hij je wat het leven was en wat het leven inhield. De 2de keer dat je hem zag was de 2de dag van je leven dan liet hij je je hele leven zien. Alles wat er zou gebeuren in je leven en als je je leven niet goed genoeg vond of niet de moeite waard vind dan stierf je en anders bleef je leven.
De laatste keer dat je hem ziet is vlak voordat je dood gaat hij neemt je dan mee naar het leven hierna. De reisgenoot liet zich nooit meer dan 3 keer zien. Maar hoe kan ik u dan zien vroeg Jakob aan de reisgenoot. Dat komt omdat de koningin van het houtvolk erom gevraagd heeft. Ze heeft aan me gevraagd om je te helpen bij het vinden van de zwaan net als dat ze dat een paar dagen eerder al heeft gedaan bij Neeltje. Jakob sprong op en keer naar Neeltje die opeens heel verdrietig naar de grond keek. Van wie ben jij de reisgenoot vroeg Jakob. Ik ben de reisgenoot van de oude dame waarmee jij nog arm in arm gelopen heb. Jakob kon het eerst niet geloven maar nadat hij een lang gesprek gehad heeft met de reisgenoot en met Neeltje begon hij het te begrijpen. De reisgenoot stond op en liep naar zijn tent en hij haalde daar een houten figuur uit. Het was de rode zwaan! Jakob was dolblij en verlangde nou al naar het momend dat hij de zwaan terug aan grootvader kon geven. Jakob en Neeltje namen afscheid van de reisgenoot en Neeltje wees Jakob naar de uitweg van deze wereld. Samen stapten ze de wereld uit van het houtvolk en de karpermannen. Jakob nam afscheid van Neeltje. Neeltje beloofde Jakob dat als hij nog eens in deze wereld terecht zou komen dat ze er weer zou zijn. Jakob gaf haar nog zijn laatste groet en rende als een speer naar huis. Zijn ouders waren ondertussen bij opa aangekomen. Hij belde aan bij grootvader en zijn moeder deed open. Ze schrok er natuurlijk van hoe Jakob er uit zag, zijn kleren waren vies en vuil en zaten onder de scheuren! Voordat zijn moeder iets tegen hem kon zeggen stond hij al aan het bed van zijn grootvader. Zijn grootvader mompelde wa,t maar veel zinnigs was het niet. Jakob legde de zwaan op zijn kussen en grootvader keek ernaar. Hij was Jakob erg dankbaar dat zag je aan de blik waarmee hij naar Jakob keek. Een paar dagen later was grootvader weer helemaal de oude. Hij moest weliswaar nog wel in een rolstoel zitten maar hij leefde nog en dat was het belangrijkste. Grootvader was waarschijnlijk de enige die zijn verhaal zou geloven en dat vond Jakob ook niet erg. Zijn grootvader was en bleef tot de laatste dag zijn beste vriend.