Officiële titelbeschrijving:
Toonder, Maarten, De andere wereld. Z.p. 1982 1 [1979]. (Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek, ISBN 9023431243)
Inhoud:
Bommel introduceert op eigen toon het komende verhaal. Hij gebruikt veel verkeerd geplaatste beeldspraak. Hij doet uit de hoogte. Hij introduceert het verhaal als een boekenweekgeschenk. Eigenlijk zegt hij helemaal niets nuttigs.
Bommel praat met zijn bediende Joost over boeken. Hij doet erg uit de hoogte over de simpele boeken die hij las. Hij beschouwt ze echter als hoogstaand. Joost leest betere boeken.
Kweetal de breinbaas werkt aan een ruimtehevelaar. Sikagel vraagt onderweg wat hij bij zich draagt. Hij zegt dat het de oloroon is. Sikagel weet hier niets van en beiden gaan hun eigen weg. Lut Lierelij treft Kweetal vervolgens. Lut vindt dat Kweetal de oloroon weg moet gooien. Kweetal is het hiermee niet eens, maar gooit toch de oloroon in het meer Zompzwin. Rook stijgt hierbij op. Wammes Waggel die in zijn bootje over het meer vaart, wordt opeens meegesleurd door een sterke stroming.
Bommel ligt te slapen. Ineens wordt hij wakker, omdat hij gezang hoort. In zijn badjas rent hij naar buiten om te zien wat er aan de hand is. Er blijken een aantal personen rond een kampvuur op zijn landgoed te zitten. Bommel is hier niet van gediend en probeert ze weg te jagen. Zij zeggen echter dat ze naar deze andere wereld zijn gekomen. In hun wereld zijn namelijk wringerds en in de andere wereld liggen de dubloenen op straat. Uiteindelijk slaagt Bommel er in hen weg te sturen en gaat naar binnen. Hij heeft geen idee waar de anderen het over hadden. Na een voetenbad gaat hij wederom slapen. ’s Ochtends wekt Joost hem vroeg en zegt dat er familie voor hem is: Boemel uit Apoka. Eenmaal beneden gekomen, staat er een groepje oproerkraaiers voor de deur. Ze beweren dat ze hem kennen en noemen hem Boemel. Overal lijken deze personen rond te lopen en Bommel denkt aan een soort van volksverhuizing. Hij vindt het maar niets al die vreemdelingen in zijn dorp.
Om zes uur ’s ochtends wordt hij gewekt door Joost met de boodschap dat er familie van hem is. Hij jaagt de vreemdelingen wederom weg en gaat aan tafel.
Hier bespreekt hij met Joost wat hij denkt dat gaande is. Joost beaamt dat zijn partij dit niet had laten gebeuren en maatregelen had genomen en ook hij is dus niet blij met hun komst.
Bommel krijgt een brief van de burgemeester. Hij schrijft dat er buitenlanders in zijn tuin zullen overnachten de komende tijd. Bommel is woedend. Wanneer hij markies de CanteClaer ontmoet, besluiten ze om het comité tegen de vreemdelingen op te richten. Ollie B. Bommel wordt de voorzitter van deze vereniging.
Tijdens zijn wandeling komt hij weer enkele zogenaamde Apoka’s tegen. Zij beweren dat hij heer Boemel is, die naar hun land was gekomen. Ze beweren dat hij hen een beter thuis beloofde in de andere wereld. Bommel weet van niets.
Dan gaat hij naar O. Fanth. Mzn. van de Rommeldamse Courant. Bommel vraagt hem om een stukje tegen de buitenlanders in de krant verschijnt. Hij jaagt weer wat vreemdelingen van het veld af. Dan ziet hij Tom Poes. Tom Poes gaat de dialoog aan met de vluchtelingen en in geïnteresseerd in hun geschiedenis.
Bommel gaat klagen bij de burgemeester over de Apoka’s in zijn tuin. Deze bevestigt hun verhaal dat ze uit een andere wereld komen.
Ook in de winkel van Grootgrut zijn Apoka’s. Ze proberen eten te stelen. grootgrut spreekt hen hierop aan en politieagent Snuf voert hen af naar het bureau.
Bommel mag zijn zegje doen op de tv, omdat hij de leider is van het comité. Ondertussen spreekt Tom Poes met de Apoka Salem. Hij vertelt hem hoe de Apoka’s in Rommeldam kwamen. Tom Poes zoekt nu Bommel op. Hij zal Bommels speech schrijven voor de tv. Bommel leest in de uitzending de woorden die Tom Poes voor hem heeft geschreven. Tom Poes heeft echter een pleidooi voor de vreemdelingen geschreven en Ollie is hier op zijn zachts gezegd niet bij mee. In Rommeldam barst nu de discussie los. Joost verlaat zelfs zijn meester. Bommels vrienden zijn boos op hem. Bommel maakt een wandeling. Onderweg ziet hij Tom Poes. Deze overtuigt hem om naar het land van de Apoka’s te gaan. Bij het Zwarte Water komt net een bootje met meer Apoka’s aan. Eenmaal op het water hoort Bommel iemand om hulp roepen. Hij is onvoorzichtig en valt in het water. Bommel raakt kopje onder en spoelt aan in een vreemde omgeving. Hij wordt opgevangen door een aantal Apoka’s. Hier vertelt hij over Rommeldam. Hier is het erg goed. Tijdens zijn verhaal neemt een wringerd hem beet. Hij rukt zich los en er barsten vulkanen uit. Hij vraagt hen waarom zij in dit afgrijselijke oord blijven en neemt ze mee naar het meer.Aangekomen barst er wederom een vulkaan uit en Bommel valt in het water.
Wanneer hij aan wal komt is hij terug aan de zijde van Rommeldam. Hij vertelt zijn verhaal aan Tom Poes, maar deze snapt er niets van. Er blijven nog steeds Apoka’s komen.
Kweetal komt terug naar het meer om de oloroon op te halen. Dit voorwerp blijkt in zijn hoofd rondspoken en hij vist het op met een net.
Bommel vertelt opnieu zijn verhaal aan zijn vriend Tom Poes. Deze begrijpt wat er aan de hand is, hoewel het opmerkelijk blijft. Joost keert ook weer terug en tot besluit is er een feestmaal. Bommel proost op de Apoka’s. Zijn mening over hen is veranderd en hij gelooft zelfs dat hij hen tot vluchten heeft aangezet.
Interpretatie:
Personages:
• Bommel: Een domme adellijke beer. Zijn karakter komt uit Vanden Vos Reynaerde, hij is namelijk hetzelfde als Bruun. Hij is een round character, want hij verandert zijn mening over de Apoka’s, maar toch ook weer een flat character, want zijn hadelswijze verandert niet en hij verandert niet bewust van mening. Verder blijft hij gewoon oliedom.
• Tom Poes: Met dit personage laat Toonder zien hoe hij hoopt of wil dat de ideale lezer redeneert of denkt. Het is een flat character, want hij is en blijft de goedheid zelve en het zou dom van Toonder zijn dat beeld te veranderen, want dat is niet zijn bedoeling.
• Joost: Trouwe hond, butler van Bommel. Hij is erg conservatief en slim. Hij is een flat character.
• De Apoka’s: De Apoka’s zijn panda’s en wasberen in Inca-, Maya- en Aztekenkleding. Ze staan voor uitgestorven beschavingen. Hun naam is afgeleid van de Apocalyps, het laatste bijbelboek over het vergaan van de wereld. Onder hen bevinden zich Boemel, het equivalent van Bommel, Salem, de oude leider (Methusalem was de oudste man volgens de bijbel), en Valdimoro, de persoon die hen wegleidde uit hun land. Ze zijn vriendelijke vluchtelingen.
• Markies de Canteclaer: Ook dit personage komt uit Vanden Vos Reynaerde. Zijn naam is ironisch bedoeld, want hij kan absoluut niet helder zingen (Chanter clair). Hij doet zich veel hoger voor dan hij werkelijk is. Markies is geen echte titel.
• Dikkedak
• O. Fanth. Mzn: Hij is de burgemeester van Rommeldam. Hij is een protestant te zien aan het achtervoegsel Mamoetszoon achter zijn naam.
• Doddeltje: Bommel is verliefd op deze buurvrouw.
• Groot Grut: Hij is de kruidenier. Een eenvoudige middenstander.
• Argus: Deze verslaggever is een rioolrat die overal komt en alles in de gaten houdt. Zijn naam komt van Argus, de reus met 100 ogen uit de klassieke mythologie.
• Snuf: Hij is van de politie. Je kunt hem zien als een speurhond.
• Kweetal: Hij is een soort trol. Zijn naam is een parodie op Wistik uit de kleine Johannes.
• Luut Lierelij: Een muzikale trol. Dat zegt ook zijn naam: Luit en Lier.
Thema: Het thema van het verhaal is Je kunt een ander nooit veroordelen voordat je weet wat er werkelijk aan de hand is.
Motieven: De motieven in de andere wereld zijn ‘De Derde Wereld’, het land van de Apoka’s heeft problemen. Voor hen zelf zijn die problemen onoplosbaar en ze hebben hulp nodig van buitenaf of ze moeten vluchten, Charon, de veerman Waggel zet Bommel over de rivier naar de andere wereld. Deze wereld is te vergelijken met de mythologische onderwereld, een wereld gescheiden van de ‘gewone’, in dit geval Bommel’s wereld, Lethe, de rivier in de andere wereld heeft een rare werking op hen die erin terecht komt. Bommel vergeet ook verschillende zaken na het vallen in de rivier. Ook maakt hij een reis naar drie dagen in het verleden. Dat weet hij weer in het heden, stand en ras, de personages in de wereld van Bommel zijn rijk, van adel en/of bekakt. Velen voelen zich te goed om de vluchtelingen te helpen, ondergang het land van de Apoka’s dreigt ver vergaan, wringerds en vulkanenmaken het land onbewoonbaar.
Tijd: Het tijdsverloop in de andere wereld niet chronologisch. Eerst worden er die dagen beschreven. Dan gaat het verhaal terug in de tijd naar drie dagen voor de eerste dag, zodat het einde weer aansluit op het begin. Het verhaal heeft een gesloten einde. Alle verwikkelingen hebben zich binnen de tijd afgespeeld en de periode is afgesloten.
Ruimte: De waarschijnlijkheid van de ruimte is groot. Dat wil zeggen dat je er een maquette van zou kunnen maken en de ruimte is dus duidelijk getekend. Wel is de ruimte verzonnen. Het verhaal speelt zich af in Rommeldam (bijvoorbeeld afgeleid van Rotterdam). Bommel woont in een kasteel, Bommelstein (misschien afgeleid van Loevenstein), dat iets buiten de plaats staat. Een heel stuk achter zijn woning bevinden zich bergen. De bergen komen in deze vorm alleen voor in de andere wereld want alleen hier zijn ze van belang. Ook de Zwarte Water, de rivier die erachter stroomt, hoort alleen thuis in de andere wereld. Hier weer achter bevind zich het land van de Apoka’s.
Bij het land van de Apoka’s is sprake van belangenruimte, hier is het echter in deze zin dat de ruimte niet het humeur uitbeeldt, maar het humeur beïnvloedt. Er is hier zelfs te zeggen dat de verschrikkelijke omgeving ervoor zorgt dat de Apoka’s ongelukkig zijn en er weg willen. Dit merkt ook Bommel op.
Perspectief: Over het perspectief valt niet veel te zeggen. Het is een auctoriaal verhaal en de schrijver weet alles over de gedachten van de personages.
Symboliek: De symboliek schuilt vooral in de personages. Deze zijn uitgebeeld als dieren en mensen naar hun eigenschap. (zie personages) Verder staan de Apoka’s voor vluchtelingen en komt hun naam van de Apocalyps.
Taalgebruik: Maarten Toonder schrijft in de andere wereld gewoon modern Nederlands. Af en toe is het een beetje aan de deftige kant. Hij gebruikt ook veel neologismen om verzonnen objecten en gesteldheden te beschrijven. Wanneer de personages spreken zie je goed dat iedereen zijn eigen manier van praten heeft. Bommel praat bijvoorbeeld met veel verkeerd gebruikte/geplaatste beeldspraak. Verder maakt hij gebruik van clichés en understatements.
Verdieping:
De andere wereld is een beeldverhaal en het spreekt daarom voor zich dat de verdiepingsopdracht daar dan over gaat. De plaatjes bevatten geen kleuren. Ze hebben alleen zwart en wit. Voor de grijstinten zijn verschillende technieken gebruikt. Er zijn stukken gearceerd met lijnen. Deze kunnen verschillende richtingen hebben. Ook is er gebruik gemaakt van rastertechnieken. Sommige delen van de plaatjes zijn hierdoor gestippeld. Door deze technieken wordt ruimte gesuggereerd. Deze technieken worden namelijk vooral gebruikt voor eigen schaduw van de figuren en voorwerpen en voor de slagschaduw. Ook zijn er stukjes wit gelaten. Door dit glimlicht wordt de ruimtesuggestie nog duidelijker. De plaatjes zijn verder getekend in atmosferisch perspectief. Dat wil zeggen dat op de voorgrond alles tot in detail is weergegeven, terwijl verder naar de achtergrond toe de tekening steeds vager en onduidelijker is. De voorgrond is groot en de achtergrond is klein weergegeven.
De plaatjes zijn geordend met drie op een bladzijde, slechts een enkele keer is dit aantal twee of vier. De afbeeldingen zijn verschillende van breedte, maar wel steeds even hoog. Ieder plaatje is omrand met een zwart kader. Per drie is er één door Maarten Toonder gesigneerd met jaartal en copyrightsymbool erbij. Verder heeft iedere serie van drie plaatjes een nummer. Onder de afbeeldingen staan steeds twee kolommen tekst. Op iedere bladzijde staat dan ook ongeveer evenveel geschreven. Hieraan is af te leiden dat het verhaal in afleveringen in de krant stond.
Het perspectief van de plaatjes is ook steeds verschillend er zijn bijvoorbeeld overzichtsplaatjes en close-ups. Close-ups zijn niet altijd zwart omkaderd zoals hierboven vermeld stond. Zo lijken de figuren, die hier het belangrijkste zijn, nog dichter bij te komen en zelfs uit het plaatje te komen. Ook zijn er vele plaatjes, waarin voornamelijk ruimte een belangrijke rol speelt, in overzichtsperpectief getekend. Er zijn geen plaatjes in kikker- of vogelperspectief gemaakt. De beschouwer staat bijna altijd op gelijke hoogte met de figuren of net een halve meter erboven.
De figuren zijn stripachtig en als pluche beesten. Ze zijn erg gestileerd en kinderlijk gemaakt. Zij hebben een sterke tot overdreven gezichtsuitdrukking. Ook in de lichaamshouding zijn deze uitdrukkingen doorgevoerd. Dit maakt de figuren een beetje overdreven of clichématig. De tekeningen zijn dynamisch en dus niet statisch maar beweeglijk. Dit maakt het geheel een stuk levendiger. Hun bewegingsrichtingen zijn soms aangegeven met strepen door de lucht als windafsnijding of luchtweerstand.
Bij het voor- en naschrift staan geen plaatjes.
Receptie:
Dit verhaal vond ik minder interessant. Het was geheel bedoeld om mensen een les te leren en bevat een sterk moraal. Dit boek leert je dat je een ander niet mag veroordelen voor je weet wat zijn redenen zijn. De bedoeling van het verhaal is goed, alleen ligt het er veel te dik boven op. Bovendien heb ik naar mijn mening deze les niet nodig.
Ook vond ik dat de personages een beetje naar karikaturen verwijzen en dat ze niet meer in deze tijd passen. Niet veel mensen zullen zich meer hoger en bekakter voordoen dan ze zijn zoals de personages uit dit verhaal. Het probleem in het verhaal is echter helaas nog steeds aan de orde. Een aantal mensen veroordeelt vluchtelingen. Zij zien niet in dat het ernstige problemen zijn die hen naar ons land drijft. Het is wel goed dat voor hen deze zaken nog eens duidelijk aan de orde worden gesteld. Wederom noem ik het erg educatief en met de vinger wijzend.
Ik raakte ook verward van het verspringen van de tijd. Bij andere boeken heb ik daar minder last van, maar het lukte mij in de andere wereld niet om er een fatsoenlijk tijdschema van te maken of om er enig grip op te krijgen. Dit is ook niet zo goed uitgewerkt, omdat het ondergeschikt is in het verhaal.
Wel vond ik dit boekje vernieuwend en verschillend van vele anderen vanwege de illustraties. Deze waren erg grappig. Ollie B. Bommel is erg schattig en knullig, wat een hoop moralistisch getinte pagina’s overbodig maakte.
Vervaardigd:
Naam Dirk Smit
Klas 4Tma