Selecteer een pagina

Inleiding
De Joden, “Kinderen Israëls”. Het Hebreeuwse Volk. Het volk dat millennia lang rondzwierf, niet in staat een behoorlijk thuisland te vinden. Eeuwenlang uitgespuugd, vervolgd. Ongeaccepteerd, verkracht, vermoord. Achtervolgd door pogroms. Mishandeld en in concentratiekampen gezet. Genocide. Weerhouden van de zoektocht naar eigen identiteit.
Waar Abraham de grondlegger was; waar Mozes Gods volk naar het Beloofde Land leidde; waar Jozua het land Kanaän veroverde ter verdeling onder de 12 stammen van Israël; waar de Romeinen de Joden onderdrukten en het Gezegende Volk over heel de wereld werd verspreid; waar de Islam als een donderende storm over het Volk van Israël heen walste; waar de Duitsers zich aan miljoenenmoord bezondigden; waar de Joden moesten vechten voor terugkeer naar Israël, en het behoud van dat land; waar Joden over geheel de wereld verspreid waren, kwamen ze bij elkaar; waar de Joden millennia lang een verdeeld volk waren, zijn ze toch eensgezind geweest.

Exodus
In 1946 stond een klein schip met zijn opvarenden centraal in het wereldnieuws. Waar in de Bijbelse historie het Hebreeuwse volk de Egyptische slavernij ontvluchtte (de zogenaamde Exodus), waren nu 4500 Joden geherbergd in het schip de Exodus. Dit schip stond symbool voor de derde Aliyah (red. golf van migrerende Joden van over de hele wereld naar Erets Jisraeel/thuisland Israël).
In zekere zin stond het conflict rondom de Exodus symbool voor de internationale verhoudingen destijds. De publieke opinie die pro-Joods was, de inconsequentie van de Britten waar de Joden het slachtoffer van werden en de Arabische heetgebakerdheid. In de Exodus-affaire raakten alle partijen betrokken. De opvarenden van de Exodus weigerden mee te werken met de Britten, met het gevolg dat hun leven in gevaar kwam door gebrek aan voedsel. Uiteindelijk gaven de Britten dan ook toe aan de opvarenden. Hiermee was het strikte anti-emigratiebeleid niet meer waterdicht. In feite was het eerste signaal afgegeven dat de Joden vrije doortocht zouden krijgen naar Palestina. Het zionisme kon zich nu in alle hevigheid manifesteren.
Israël
Dit zogenaamde Zionisme vierde na de tweede wereldoorlog zijn hoogtij. Na de gruweldaden die de nazi’s hadden begaan, konden de Joden na eeuwen van vervolging eindelijk rekenen op de sympathie van de (westerse) wereld. Tenminste; zo was de algemene opvatting. Het Britse Rijk werkte echter allesbehalve mee. Door tegenstrijdige belangen in het Midden-Oosten gaven de Britten niet de beloofde steun aan de Joden.
In 1917 was de Balfour verklaring opgesteld. Hiermee werd Britse steun toegezegd aan een Joods Nationaal Tehuis in Palestina. Maar door beloften die de Britten tijdens (en na) WOI hadden gemaakt aan de Arabieren én door hun interesse in Arabische olie, konden de Britten niet consequent blijven tegenover beide partijen. In eerste instantie ontaardde dit in het tegenhouden van de Joodse stroom richting Palestina. Dit ging zelfs zover dat er nieuwe kampen werden opgericht om de emigranten (tijdelijk) in vast te zetten. Soms was het nog erger; dan werden de Joden teruggestuurd naar Duitse (ex-)concentratiekampen.
De reputatie van de hoedanigheid van de Joden, als het op nationalisme aankwam, volhardend te zijn, bleek overduidelijk uit het feit dat zowat elke nacht een schip met Joden heimelijk door de Britse blokkade probeerde te breken om Palestina te bereiken. In de hele wereld gingen stemmen op tégen het Britse beleid en vóór meer sympathie voor de Joden. Met name Frankrijk toonde zich pro-Joods. Uiteindelijk moesten de Britten dan ook zwichten voor de internationale druk die op hen werd uitgeoefend, dit ondanks de moordlustige stemming in de Arabische landen.
De Joden kregen vrije toegang tot Palestina. Onder andere door grote financiële steun van Amerikaanse Joden, kon veel land legaal worden opgekocht. In de voorafgaande decennia was al een deel van Palestina gecultiveerd en met de nieuwe toestroom van arbeidskrachten werd de daadwerkelijke stichting van een staat steeds realistischer.
Ben Goerion, officiële verklaring 1948:
“De officiële stichting van de staat Israël, 1948
Dienovereenkomstig [een verwijzing naar een besluit van de Verenigde Naties] proclameren wij, leden van de Nationale Raad, vertegenwoordigend de Joodse gemeenschap in Erets Jisraeel en de zionistische beweging (…) op grond van ons natuurlijk recht en krachtens het besluit van de voltallige vergadering van de Verenigde Naties, de vestiging van een Joodse staat in Erets Jisraeel, welke Merinath Jisraeel zal heten.” (http://www.bibliotheek.nl)
Op 14 mei 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen. De Arabieren erkennen Israël niet en dit leidt tot de Onafhankelijkheidsoorlog (alle Arabische landen –Egypte, Syrië, Saoedi-Arabië etc.- tegen het alleenstaande Israël). Aan deze oorlog houdt Israël veel meer land over dan volgens het VN-plan de bedoeling is. Weer vluchten zo’n 400.000 (Arabische) Palestijnen het land uit.
Na deze oorlog is er nog jaren-, al dan niet decennialang internationaal rumoer geweest rondom Israël: de Zesdaagse oorlog en natuurlijk de voortdurende schermutselingen met Palestijnen. Wij echter spitsen ons toe op het zionisme, met het “Exodusconflict” als perfect voorbeeld.
Zionisme
Theodor Herzl zette in 1896 met zijn boek Der Judenstaat het georganiseerde zionisme in gang. In 1897 kwam het eerste Internationale Zionisten Congres te Basel bijeen. Al eerder, in 1880, vertrok een eerste golf van immigranten naar Palestina, rond 1905 volgde een tweede. Deze eerste zionistische emigranten werden sterk gedreven door socialistische en communistische idealen. Dit kwam tot uiting in een sterke gemeenschapszin en dit leidde tot het unieke systeem van de kibboets dat nu nog steeds wordt toegepast.
Tussen 1897 en 1914 emigreerden echter, zeer tegen de zin van de zionisten, ongeveer 1 miljoen Joden uit Europa naar Amerika en maar 35.000 naar Palestina. Tussen 1918 en 1940 bleef er steeds een vrij constante stroom (voornamelijk idealistische) immigranten naar Palestina gaan, maar de overgrote meerderheid kwam pas na 1945 en dan vooral uit het verwoeste Europa. Na 1948 volgde nog een tweede grote immigratiegolf; nu uit de Islamitische landen waar massaal pogroms plaatsvonden na de stichting van de staat Israël.
Eerst had het zionisme maar weinig aanhang onder de Joden van Europa en Amerika. Vooral de religieuze Joden vonden het maar niks dat men een Joodse staat wilde oprichten in Palestina. Dit vond men de taak van de beloofde Messias en het was bijna godslasterlijk om dit zelf te willen doen. Deze opvatting veranderde met de pogroms in Oost-Europa eind 19e eeuw. De holocaust tijdens het Nazibewind droeg hier natuurlijk alleen maar aan bij. Toen vond de meerderheid van de Joden dat men uit zelfbehoud niet langer meer zonder een eigen thuisland kon.
Met de uitroeping van de staat Israël in 1948 verloor het zionistische ideaal veel van haar oorspronkelijke betekenis omdat het doel, de stichting van een eigen joodse staat, nu behaald was. Het aantal aanhangers is ongeveer twee miljoen en die zien het zionisme nu meer als een beweging die de staat Israël steunt. In 1968 werd op het 27e zionistencongres in Jeruzalem een programma aangenomen, waarbij vestiging in Israël voor de zionist verplicht werd gesteld. Het bestaan van de staat Israël lokte zwaar verzet uit van de Arabische staten die, daarin gesteund door de meeste communistische landen, het zionisme gelijkstelden met imperialisme.
In 1975 bepaalde de Algemene Vergadering van de VN in resolutie 3379 dat het zionisme een vorm van racisme is en aan discriminatie doet. Deze resolutie werd in 1991 weer ingetrokken. Het zionisme is de enige vorm van nationalisme ter wereld die ooit door de VN als racisme en discriminatie bestempeld is.

Spelende meningen en onze kritiek
Wij zullen drie opinies behandelen. De publieke opinie in Nederland. De globale opvattingen en de meningen toegespitst op de Britse politiek. Natuurlijk zullen wij kijken naar de gedachte die heerste tijdens het conflict en dus niet naar de huidige situatie.
De opinie in Nederland was redelijk eensgezind. Zoals veel West-Europese landen die de jodenvervolging van dichtbij hadden meegemaakt, werd er ook in ons land veel sympathie voor de Joden gevoeld. De Arabieren waren tijdens de tweede wereldoorlog overwegend pro-Duitsland geweest; daar had Nederland logischerwijs dus weinig mee op. Gesteld kan misschien worden dat de Nederlanders zich nogal blind staarden op het medelijden dat ze met de Joden hadden. Want alhoewel de Nederlandse politiek op internationaal niveau Frankrijk steunde (pro-Joods dus), hield de “gewone man” het bij puur medeleven voor “dat zielige volk”.
Wij kunnen deze mening goed begrijpen, maar we respecteren hem niet. De gemiddelde Nederlander had geen werkelijk besef van de situatie in Palestina. Zij wisten slechts dat een volk, dat in enkele jaren in aantal zes miljoen was afgenomen, een thuis zocht. Dit was natuurlijk ook zo, maar we storen ons aan de eenzijdige blik. De Arabische situatie werd in het geheel over het hoofd gezien.
De globale opvatting kwam in grote lijn overeen met de Nederlandse. De Joden konden rekenen op veel sympathie. Maar ook hier moet in aanmerking worden genomen dat die sympathie vooral voortkwam uit medelijden. En dus werden de sociale, politieke en economische aspecten enigszins over het hoofd gezien. De gevoelskwestie overheerste. Amerika hield zich wat afzijdig, onder andere omdat het geen gevoelige snaren wilde raken bij communistische contacten in het Midden-Oosten. Dit weerhield de inwoners van Amerika er echter niet van openlijk steun te betuigen aan de zionisten. Dit kwam natuurlijk ook door de vele Joden die zowel voor de oorlog als erna naar de Verenigde Staten waren geëmigreerd. Frankrijk nam een wellicht verrassende houding aan door de Joodse beweging volledig te steunen. Hoewel niet Engeland tegenwerkend, hielp het de Joden waar het dat kon. Schepen werden voor lage prijzen verkocht aan zionistische organisaties, in de havens werd een oogje dichtgeknepen bij het uitvaren van een illegaal schip (vol Joden) en ook was Frankrijk fel tegen de kampen die de Britten hadden opgesteld. Toch werd Frankrijk ervan weerhouden (door de Britten) om met het fysieke of materiële kracht de Joden te ondersteunen ín Israël. Daar had het Britse Rijk zijn troepen gevestigd. Bij een VN-stemming over het wel- of niet mogen/kunnen stichten van Staat Israël bleek dat meer dan de helft van alle landen vóór was. Alle Arabische landen en enkele landen die (gedwongen) gehoorzaamden aan Sovjet Rusland stemden tegen. Alle anderen betuigden hun steun. Hierdoor kwam de globale opvatting dus statistisch gezien ook werkelijk naar boven.
Voor de globale opvattingen kunnen wij zowel begrip als respect opbrengen. Alhoewel lang niet alle landen hun pro-Joodse instelling zo duidelijk lieten zien als Frankrijk, konden de Joodse leiders zich toch gesteund voelen. Niet alle landen hadden innerlijke oorlogsschade te herstellen (zoals Nederland) en dus konden ze zich meer op de buitenlandse politiek richten. Dit zorgde voor een objectiever beeld. Dat men zelfs mét dit objectieve beeld pro-Joods bleef, zegt veel. Dit kunnen wij dan ook waarderen. Want in tegenstelling tot in Nederland, liet men zich in het overgrote deel van de andere landen, niet (alleen) leiden door sentimenten.
Het Britse Rijk stond voor een dilemma. Nadat het tijdens de eerste wereldoorlog de steun van de Arabieren had gekregen (getuige het bekende verhaal Lawrence of Arabia) maar niet de beloofde autonomie en het onafhankelijke land had geschonken aan de helpers, is er nooit sprake geweest van honderd procent vertrouwen jegens de Britten. Toch probeerde het Britse Rijk de Arabieren te vriend te houden. Dit vanwege de olie en de strategische positie die Engeland wilde behouden in het Midden-Oosten. Tijdens de tweede wereldoorlog was er geen sprake meer van Arabische hulp. Tenminste niet aan geallieerde zijde. Wel bezondigde een Arabische leider zich door plannen te smeden met Adolf Hitler. Na de oorlog bleef Groot-Brittanië de Arabieren enigszins steunen. Hierdoor botste het met de Joodse belangen. De zionisten, die al langere tijd bezig waren met land opkopen en in cultuur brengen, werden nu belemmerd in hun werkzaamheden door zowel Arabieren als Engelsen. De Britse politiek werd steeds uitzichtlozer. Zowel de Arabieren als de Joden waren niet tevreden. Geen van beiden kreeg onvoorwaardelijke steun. Engeland maakte ook naar de buitenwereld een slechte indruk. Door de pro-Joodse opinie die heerste in de westerse wereld, gaf de Britse regering uiteindelijk toch toe. Wij kunnen ons geheel vinden de die opinie destijds. De Engelsen toonden zich niet standvastig in hun beweringen en waren tegenover beide partijen inconsequent. Uiteindelijk hebben ze veel onnodige drukte veroorzaakt waar alleen maar nadelen (voor zowel de veroorzaker als degene die de gevolgen ervan ondervonden) uit voortkwamen. Onverstandig dus, maar gelukkig ook een wijze les waar veel uit te leren viel.

Literaire bronnen

Titel Een spiegel liegt niet : andere stemmen uit Israël
Uitgever Bulaaq, 2002
Omschrijving Kritische artikelen van de hand van Israëlische auteurs over het conflict tussen Israël en de Palestijnen en de Israëlisch bezettingspolitiek.

Auteur Vermaat, Emerson
Titel Het is allemaal de schuld van Joden en Amerikanen’ : anti-Amerikanisme, anti-zionisme en anti-semitisme
Uitgever Aspekt, 2003
Omschrijving Journalistieke artikelen over de Midden-Oosten-problematiek vanuit een pro-Israelisch standpunt.

Auteur Uris, Leon
Titel Exodus : roman
Uitgever Fontein, 1996
Omschrijving Meerdere verhalen rondom de Exodus-affaire; de gespannen situatie van de Britten in Palestina, de aanloop naar de stichting van Israël en de daaropvolgende oorlog.